ECLI:NL:PHR:2020:913
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Gijzeling in plaats van vervangende hechtenis bij schadevergoedingsmaatregel
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte, die eerder door het gerechtshof 's-Hertogenbosch was veroordeeld tot twaalf maanden gevangenisstraf voor diefstal en verduistering, meermalen gepleegd. De uitspraak van het hof omvatte ook beslissingen over de vordering van de benadeelde partij en een schadevergoedingsmaatregel, waarbij vervangende hechtenis was opgelegd. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad, T.N.B.M. Spronken, heeft in zijn conclusie het middel van cassatie besproken dat door de verdediging was voorgesteld. Dit middel richtte zich specifiek tegen de vervangende hechtenis die was opgelegd bij de schadevergoedingsmaatregel. De Hoge Raad heeft in eerdere jurisprudentie, met name in HR 26 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:914, bepaald dat in plaats van vervangende hechtenis ook gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast. Spronken concludeert dat er geen gronden zijn voor vernietiging van de uitspraak van het hof, behalve voor het onderdeel dat betrekking heeft op de vervangende hechtenis. De conclusie strekt er dan ook toe dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigt, maar uitsluitend voor zover het gaat om de schadevergoedingsmaatregel, en dat in plaats daarvan gijzeling van gelijke duur wordt opgelegd.