ECLI:NL:PHR:2021:379
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verstekverlening tegen niet-verschenen verdachte tijdens detentie in andere strafzaak
In deze zaak gaat het om de vraag of het gerechtshof 's-Hertogenbosch ten onrechte verstek heeft verleend tegen een verdachte die niet was verschenen tijdens de behandeling van zijn hoger beroep. De verdachte was op dat moment gedetineerd in verband met een andere strafzaak in Gent, België. Het hof had de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep omdat hij niet binnen de gestelde termijn een schriftuur met grieven had ingediend. De advocaat van de verdachte heeft tijdig cassatie ingesteld, waarbij één middel van cassatie is voorgesteld. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat het hof ten onrechte verstek heeft verleend, aangezien de verdachte niet vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn bij de behandeling van zijn zaak. De Procureur-Generaal wijst erop dat de verdachte, gezien zijn detentie, niet in staat was om aanwezig te zijn en dat dit een grote impact heeft op zijn recht op een eerlijk proces. De conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling in aanwezigheid van de verdachte.