Conclusie
Nummer22/01089
Bewezenverklaring, bewijsvoering, strafmotivering en pleitnota
Standpunt van de verdediging
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak is de verdachte, geboren in 1990, veroordeeld door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor feitelijk leidinggeven aan witwassen door een rechtspersoon. De verdachte kreeg een gevangenisstraf van 9 maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest. Het cassatieberoep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat N. van Schaik, die twee middelen van cassatie heeft voorgesteld. De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Keulen strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar enkel wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en tot verwerping van het beroep voor het overige. De zaak heeft samenhang met andere zaken (22/01090, 22/01092 en 22/01091). De bewezenverklaring steunt op de feiten dat de verdachte in de periode van 3 februari 2016 tot en met 25 april 2018, via zijn onderneming [medeverdachte] B.V., contante bedragen heeft omgezet die afkomstig waren uit misdrijven. Het hof oordeelde dat er een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen bestond, omdat de verdachte geen legale herkomst van het geld kon aantonen. De verdachte had verklaard dat hij het geld had geleend van zijn neef, maar deze verklaring werd door het hof als ongeloofwaardig beoordeeld. Het hof heeft de strafmaat gematigd vanwege een schending van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak. Uiteindelijk werd de gevangenisstraf vastgesteld op 9 maanden, met aftrek van voorarrest, en werd de verdachte als feitelijk leidinggevende van de rechtspersoon verantwoordelijk gehouden voor het witwassen van crimineel geld.