ECLI:NL:PHR:2024:1370

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
15 december 2024
Zaaknummer
22/04002
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen veroordeling voor schending contactverbod en opzet

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de verdachte, die is veroordeeld door het gerechtshof Den Haag voor het opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing. De verdachte had een contactverbod opgelegd gekregen, maar heeft dit geschonden door op WhatsApp een profielfoto van de aangeefster te gebruiken en beledigende statusberichten te plaatsen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestien weken, waarvan acht weken voorwaardelijk. De verdediging stelt dat de verdachte geen opzet had op het schenden van het contactverbod, maar het hof oordeelt dat de verdachte opzettelijk contact heeft gezocht met de aangeefster door de berichten te plaatsen. De Hoge Raad heeft in zijn conclusie opgemerkt dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak is overschreden, wat leidt tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf. De conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en tot verwerping van het beroep voor het overige.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer22/04002

Zitting17 december 2024
CONCLUSIE
D.J.C. Aben
In de zaak
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961,
hierna: de verdachte

Het cassatieberoep

1. De verdachte is bij arrest van 19 oktober 2022 door het gerechtshof Den Haag (onder meer) wegens
"opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering, meermalen gepleegd", veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zestien weken, waarvan acht weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, en met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft het hof de teruggave gelast van een in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag, en een beslissing genomen op de vordering van de benadeelde partij, een en ander zoals nader in het arrest bepaald.
2. Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte. M.J. van Berlo en R.J. Baumgardt, beiden advocaat in Rotterdam, hebben één middel van cassatie voorgesteld.

Het middel

3. Met het middel wordt opgekomen tegen het oordeel dat de verdachte heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing. In het bijzonder wordt aangevoerd dat de verdachte geen opzet heeft gehad op het schenden van deze gedragsaanwijzing.

De bewezenverklaring

4. Ten laste van de verdachte is, in de zaak met parketnummer 10-271836-19, bewezen verklaard dat:
"hij op 13 november 2019 te Rotterdam opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 8 november 2019 gegeven door de officier van justitie te Rotterdam kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode van 8 november 2019 tot en met 6 februari 2020 zal onthouden van ieder contact met (onder anderen) [aangeefster] , door:
- de foto van die [aangeefster] te gebruiken als profielfoto op WhatsApp en
- op WhatsApp een statusbericht te plaatsen met de tekst 'Senim amina bunu sokmassam goedkoop hoer rezalet amindan kanser orospu' met de vertaling: 'Ik ga dit in jouw kut douwen goedkoop hoer schaamteloos kut kanker, hoer’ en
- op WhatsApp een statusbericht te plaatsen met de foto van verdachte en de tekst: 'Basinda bit dert varsa bana bildir ben seni Boyle tanimadim [aangeefster] askim ve seni teklif eden varsa acik benlen bonus hem esindim hemde yanliz bir dost'urn unutma geeen yillarimi selam seli karaden ...’ met de vertaling: 'Als je problemen hebt moet je dat tegen mij zeggen. Ik ken jou zo niet [aangeefster] mijn liefde en als iemand jou uit vraagt dan moet je dat open en eerlijk tegen mij zeggen. Vergeet niet dat ik je echtgenoot en je enige beste vriend was in het verleden. Gegroet gekke 'karaden".”

De bewijsvoering

5. Deze bewezenverklaring berust op de volgende bewijsmiddelen (onderstrepingen mijnerzijds):
13. Een geschrift, zijnde een'gedragsaanwijzing ter beëindiging van ernstige overlast'd.d. 8 november 2019, opgemaakt en ondertekend door [officier van justitie] . Het houdt onder meer in – zakelijk weergegeven –:

“(contactverbod)

beveelt dat verdachte zich zal onthouden van ieder contact met de volgende persoon

[aangeefster] , geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats]

[betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats]
[betrokkene 2] , geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats]
[betrokkene 3] , geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats]
bepaalt dat zulks met zich brengt dat verdachte noch direct (zelf),noch indirect (middels anderen) op enigerlei wijzedirect dan wel indirect (middels familie, vrienden) contact (niet middels telefoon, niet middels internet,niet via enig ander communicatiemiddel, noch middels direct dan wel indirect persoonlijk contact, noch middels schriftelijke middelen) zal opnemen met die [aangeefster] , [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] (...)
14. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 november 2019 van de politie Eenheid Rotterdam met nr. PL1700-2019341915-2, inclusief bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – (blz. 257 e.v.):
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 13 november 2019, omstreeks 21:00 uur, nam ik verbalisant telefonisch contact op met het slachtoffer [aangeefster] . Hierna zal ik haar het slachtoffer noemen. Het slachtoffer vertelde mij uit eigen beweging dat de verdachte [verdachte] op 13 november 2019 om 18:09 uur en 20:38 uur op zijn WhatsApp een statusbericht heeft geplaatst met de profielfoto van het slachtoffer.
Op het statusbericht van 18:09 uur stond het volgende in het Turks: “Senin amina bunu sokmassam goedkoop hoer rezalet amindan kanser orospu”. Tevens is op dit statusbericht een plaatje van een bloem zichtbaar. Zie bijlage 1. Ik verbalisant ben de Turkse taal machtig in woord en geschrift. Ik heb het bericht vertaald naar de Nederlandse taal.De vertaling, van dit bericht is: “Ik ga dit in jouw kut douwen goedkoop hoer schaamteloos kut kanker hoer”.
Op het statusbericht van 20:38 uur stond het volgende in het Turks: “Basinda bit dert varsa bana bildir ben seni Boyle tanimadim [aangeefster] askim ve seni teklifeden varsa acik benlen bonus, hem esindim hemde yanliz bir dost'urn unutma gecen: yillarimi selam deli karaden...”. Tevens is op dit statusbericht een foto van de verdachte zichtbaar. Zie bijlage 2.De vertaling van dit bericht is:"Als je problemen hebt moet je dat tegen mij zeggen. Ik ken jou zo niet [aangeefster] mijn liefde en als iemand jou uit vraagt dan moet je dat open oneerlijk tegen mij zeggen. Vergeet niet dat ik je echtgenoot en je enige beste vriend was in het verleden. Gegroet gekke karaden.”
(...)
15. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 november 2019 van de politie Eenheid Rotterdam met nr. RL 1700-2019.341915-8, inclusief bijlagen. Dit proces-verbaal houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – (losse bijlage):
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Ik, verbalisant, verklaar het volgende. In proces-verbaal met nummer 2019341915-2 wordt gesproken over een statusbericht op communicatiemiddel WhatsApp, waarmee verdachte [verdachte] contact zocht met slachtoffer [aangeefster] . In het vervolg van dit proces-verbaal zal ik de hierboven genoemde personen slachtoffer en verdachte noemen. In dit proces-verbaal leg ik de werking van een statusbericht binnen het communicatiemiddel WhatsApp uit.
In een statusbericht is het mogelijk teksten en afbeeldingen te bewerken en te delen met de mensen die jij, als gebruiker van de mobiele telefoon, in je contactenlijst hebt staan.Deze status updates, verdwijnen na 24 uur. In een status update kan je aangeven wat jou, als gebruiker van WhatsApp, bezighoudt. Als gebruiker van de mobiele telefoon bepaal je zelf wie de updates kunnen zien. Door het blokkeren van een telefoonnummer zorg je ervoor dat diegene die jij, als gebruiker van een mobiele telefoon, 'blokkeert' in jou contactenlijst, jouw statusberichten in WhatsApp niet kunnen inzien.
In dit specifieke geval is het zo dat de verdachte het slachtoffer niet heeft geblokkeerd. Hierdoor zijn de statusberichten die de verdachte plaatst zichtbaar voor het slachtoffer,ik heb contact opgenomen met het slachtoffer. Ik stelde haar de vraag hoe zij op de hoogte was van de statusberichten.Het slachtoffer verklaarde mij het volgende: “Hij plaatst deze berichten in het openbaar. Al zijn contacten kunnen dat dus inzien. Ik werd nu door één van mijn vriendinnen benaderd dat [verdachte] verschillende teksten met een foto van mij erboven op zijn status in WhatsApp had gezet”.
16. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 14 november 2019 van de politie Eenheid Rotterdam met nr. PL17 002019341 915-5. Dit proces-verbaal houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – (blz. 261 e.v.):
als de op genoemde datum afgelegde verklaring van de verdachte [geboortedatum] , wonende te [plaats] :
V = Vraag
A = Antwoord
V: Je wordt verdacht van het niet voldoen aan je schorsende voorwaarden op. 12 (het hof begrijpt; 13) november 2019.
A: Ik heb geen schorsende voorwaarden. Ik heb wel een gedragsaanwijzing.
V: In jouw gedragsaanwijzing staat, onder andere dat je op geen enkele wijze contact mag zoeken met [aangeefster] .
A: Dat is mijn ex.
V: Ben je op de hoogte dat je een contactverbod hebt?
A: Ja.
V: Wat voor WhatsApp statusbericht had jij op 12 (het hof begrijpt: 13) november 2019 om 18:09 uur geplaatst?
A: Ik was van het bureau gekomen. Ik was boos.
V: De tekst is vertaald en er staat, het volgende:
“Ik ga dit in jouw kut douwen goedkoop hoer schaamteloos kut kanker hoer” Reageer daar eens op.
A: Ja, dat klopt.
V: Wat voor WhatsApp statusbericht heb jij op 12 (het hof begrijpt: 13) november 2019 om 20:38 uur geplaatst?
A: Ja, ik had er nog één ja.
V: De tekst is vertaald en er staat het volgende: “Als je problemen hebt moet je dat tegen mij zeggen, ik ken jou zo niet [aangeefster] mijn liefde en als iemand jou uit vraagt dan moet je dat open en eerlijk tegen mij zeggen. Vergeet niet dat ik je echtgenoot en je enige beste vriend was in het verleden. Gegroet gekke karaden.” Reageer daar eens op.
A: Ja, dat klopt."
6. Het hof heeft de bewezenverklaring als volgt nader gemotiveerd:
“Met betrekking tot het in de zaak met parketnummer 10-271336-19 tenlastegelegde
Nadat aan de verdachte middels een gedragsaanwijzing een contactverbod met aangeefster was opgelegd, is op WhatsApp de foto van aangeefster gebruikt als profielfoto van de verdachte en is bij die profielfoto een statusbericht geplaatst inhoudende een foto van een bloem met als onderschrift de tekst (vertaald uit het Turks): "Ik ga dit in jouw kut douwen goedkoop hoer schaamteloos kut kanker hoer”. Daarna is bij diezelfde profielfoto nog een ander statusbericht geplaatst waarin de voornaam van aangeefster wordt genoemd. Uit een met betrekking tot de werking van statusberichten in WhatsApp opgemaakt proces-verbaal blijkt dat het voor de gebruiker mogelijk is om in het statusbericht teksten en afbeeldingen te bewerken en die te delen met degenen die zich in zijn contactenlijst bevinden.De gebruiker kan in een statusbericht een update aangeven van wat hem bezighoudt en de gebruiker bepaalt wie de updates kunnen zien. Dat is slechts anders wanneer de gebruiker van de telefoon een ander blokkeert in zijn contactenlijst.
De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat hij deze statusberichten heeft geplaatst. Aangeefster heeft verklaard dat zij door één van haar vriendinnen is benaderd dat de verdachte verschillende teksten met een foto van haar erboven in WhatsApp had gezet.Het hof is van oordeel dat de verdachte door te handelen zoals hierboven omschreven opzettelijk contact heeft gezocht met aangeefster.Uit de inhoud van de berichten in samenhang met de daarbij geplaatste foto van aangeefster kan worden opgemaakt dat deze berichten (direct of indirect) aan aangeefster waren gericht. Hieruit leidt het hof af dat het de bedoeling van de verdachte is geweest dat aangeefster deze berichten, bijvoorbeeld via een van hun gezamenlijke kennissen, onder ogen zouden komen, zoals ook is gebeurd.Dat de statusberichten enkel voor de verdachte zelf zouden zijn bedoeld, zoals de verdediging heeft aangevoerd, acht het hof gelet op de aard en inhoud van deze berichten volstrekt ongeloofwaardig. Aldus heeft de verdachte opzettelijk in strijd met genoemde gedragsaanwijzing gehandeld. Het hof acht ook dit feit daarom wettig en overtuigend bewezen.”

Een nadere omschrijving van het middel

7. Uit de toelichting op het middel destilleer ik twee klachten. De eerste klacht luidt dat de bewezenverklaring niet uit de bewijsmiddelen kan volgen, nu uit de bewijsmiddelen slechts volgt dat de teksten in de Turkse taal zijn gesteld, zonder enige (de Nederlandse) vertaling. Dit terwijl bewezen is verklaard dat de verdachte bepaalde, in de Turkse taal gestelde, teksten
“met de vertaling”– gevolgd door de Nederlandse tekst – in zijn WhatsApp-status heeft geplaatst.
8. De tweede klacht houdt in dat het aanpassen van de status van de verdachte op WhatsApp – een handeling die niet rechtstreeks tot een derde is gericht en waarna een derde moeite moet doen om het bericht (dat slechts 24 uur zichtbaar blijft) te zien – onvoldoende is om daaruit te kunnen afleiden dat de verdachte
opzetheeft gehad op het schenden van de gedragsaanwijzing, temeer nu de verdachte het nummer van de aangeefster niet kende en hij ervan is uitgegaan dat de aangeefster en anderen zijn nummer hadden geblokkeerd. [1]

Het beoordelingskader

9. Krachtens artikel 509hh lid 1, onderdeel b, Sv is de officier van justitie bevoegd de verdachte tegen wie ernstige bezwaren bestaan een gedragsaanwijzing te geven in geval van verdenking van een strafbaar feit in verband waarmee vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag van de verdachte jegens personen. De verdachte die deze gedragsaanwijzing
opzettelijkschendt, is strafbaar (op grond van artikel 184a Sr). Als de verdachte bekend is geraakt met de gedragsaanwijzing zal het bewijs van (voorwaardelijk) opzet – dat betrekking heeft op alle bestanddelen van het delict – in de meeste gevallen niet problematisch zijn. [2]
10. De memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot de wet van 7 juli 2010,
Stb.2010, 325, Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast, houdt onder meer in (onderstrepingen mijnerzijds):
“3.2.3 Soorten gedragsaanwijzingen
(…)
De tweede gedragsaanwijzing die mogelijk is, betreft de aanwijzing zich te onthouden van contact met een bepaalde persoon of bepaalde personen. Dit kan bijvoorbeeld effectief zijn in het geval waarin een verdachte het slachtoffer of een getuige lastig valt. (…)
Een contactverbod grijpt, meer dan een gebiedsverbod, in op de persoonlijke levenssfeer. Een dergelijk verbod komt alleen in aanmerking in zwaarwegende gevallen, waarin de verdachte zich ernstig belastend gedraagt jegens een of meer bepaalde personen.Een contactverbod is niet eenvoudig te handhaven. Contact kan immers op veel manieren plaatsvinden, door middel van telefoneren, aanbellen, langslopen enzovoort. Vaak zal overtreding van het verbod slechts vastgesteld kunnen worden door de persoon die erdoor beschermd wordt.In de huidige strafrechtpraktijk wordt een contactverbod wel eens opgelegd in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis of als voorwaarde bij een voorwaardelijke straf. Dit gebeurt bijvoorbeeld in gevallen van huiselijk geweld. Ook in het kader van de voorgestelde gedragsaanwijzing zal een contactverbod slechts in een beperkt aantal gevallen passend zijn.
(…)
Het tweede geval waarin een gedragsaanwijzing kan worden gegeven, is het geval als bedoeld in artikel 509hh, eerste lid, onder b, van verdenking van een ander strafbaar feit waarbij vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag van de verdachte jegens personen. Het kan gaan om een verdachte van een strafbaar feit, bijvoorbeeld eenvoudige mishandeling, die ernstig belastend gedrag jegens het slachtoffer of een getuige vertoont. Het belastend gedrag kan op zichzelf een nieuw strafbaar feit opleveren, zoals een misdrijf als bedoeld in artikel 285 (bedreiging), 285a (intimidatie) of 285b (stalking) van het Sr, maar dat hoeft niet. De vrees voor ernstig belastend gedrag kan voldoende zijn voor het geven van een gedragsaanwijzing. Hierbij geldt de eis van de proportionaliteit (…)
Het voorgestelde artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering verwijst naar een verdenking van een strafbaar feit waardoor de openbare orde, gelet op de aard van het strafbare feit of de samenhang met andere strafbare feiten, dan wel de wijze waarop het strafbare feit is gepleegd, ernstig is verstoord, en waarbij grote vrees voor herhaling bestaat, dan wel verdenking van een strafbaar feit in verband waarmee vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag van de verdachte jegens personen dan wel voor gedrag van de verdachte dat herhaald gevaar voor goederen oplevert.
(…) De bevoegdheid van de officier van justitie ziet bovendien op de bescherming van slachtoffers en getuigen tegen ernstig belastend gedrag van de verdachte jegens hen. De noodzaak burgers te beschermen door voortzetting van dat gedrag te voorkomen vormt eveneens een pressing social need. [3]

De bespreking van het middel

De eerste deelklacht
11. Over de eerste klacht kan ik kort zijn. De bewezenverklaring moet aldus worden begrepen dat bewezen is verklaard dat de verdachte de teksten in de Turkse taal in zijn WhatsApp-status heeft geplaatst, en dat enkel ter verduidelijking daarvan tevens de Nederlandse vertaling van deze teksten in de bewezenverklaring is opgenomen. De bewezenverklaring is (aldus gelezen) in overeenstemming met de bewijsmiddelen. [4] De klacht dat de bewezenverklaring niet uit de bewijsmiddelen kan volgen, faalt dan ook.
De tweede deelklacht
12. Uit de bewijsvoering van het hof kan het volgende worden afgeleid. Aan de verdachte is in verband met de bestaande vrees voor ernstig belastend gedrag jegens (onder meer) de aangeefster een verbod opgelegd om (kort gezegd) via enig communicatiemiddel op (in)directe wijze met haar in contact te treden. De verdachte – die volgens zijn eigen verklaring bekend was met het contactverbod – heeft de foto van de aangeefster gebruikt als zijn profielfoto op WhatsApp. Daarbij heeft hij tot twee keer toe een ‘statusbericht’ geplaatst met een onderschrift in de Turkse taal. In één van de statusberichten heeft hij ook de voornaam van de aangeefster genoemd. Vervolgens heeft een vriendin van de aangeefster haar op de WhatsApp-status van de verdachte gewezen. De verdachte heeft bevestigd dat hij deze statusberichten heeft geplaatst. Het hof heeft, gelet op de vastgestelde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, geoordeeld dat de verdachte met zijn WhatsApp-status de
bedoelingheeft gehad om de aangeefster – op (in)directe wijze – te bereiken.
13. Dat oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting, is niet onbegrijpelijk en bovendien toereikend gemotiveerd. Daarbij heb ik in aanmerking genomen dat het contactverbod – waarmee de verdachte bekend was – strekte ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de aangeefster, terwijl met het gebruik van een WhatsApp-status informatie kan worden overdragen aan een bepaalde kring van personen, en dat daardoor een gerede kans bestaat dat de persoon wordt bereikt wiens naam in die ‘status’ uitdrukkelijk wordt genoemd.
14. Ook de tweede klacht faalt.

Slotsom

15. Het middel is tevergeefs voorgesteld en kan worden afgedaan met een aan artikel 81 lid 1 RO ontleende overweging.
16. Ambtshalve merk ik op dat de Hoge Raad uitspraak zal doen nadat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep op 27 oktober 2022. Dit brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 lid 1 EVRM in cassatie is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de opgelegde gevangenisstraf.
17. Overige gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen, heb ik niet aangetroffen.
18. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, tot vermindering daarvan naar de gebruikelijke maatstaf en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG

Voetnoten

1.Een WhatsAppgebruiker kan in een statusbericht teksten en afbeeldingen delen met degenen die zich in zijn contactenlijst bevinden. De gebruiker bepaalt wie de updates kunnen zien. Door het blokkeren van een telefoonnummer zorgt de gebruiker ervoor dat diegene die hij, als gebruiker, heeft geblokkeerd, zijn statusberichten in WhatsApp niet kan zien. Dit geldt andersom ook: wanneer ‘een ander’ de gebruiker heeft geblokkeerd op WhatsApp kan hij de statusberichten van de gebruiker niet zien.
2.K.K. Lindenberg in
4.Ik wijs daartoe in het bijzonder op bewijsmiddel 14 waaruit blijkt dat een politieambtenaar de in de Turkse taal gestelde teksten naar het Nederlands heeft vertaald.