2.3Het arrest bevat een bijlage houdende de bewijsmiddelen. Deze bewijsmiddelen hebben gelet op hun inhoud betrekking op de feiten 1 en 2:
“1.
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroepvan 21 februari 2022. De verdachte heeft verklaard - zakelijk weergegeven -:
Op 6 maart 2020 was ik bij het Paleis in Schiedam. Buiten stond een groep mensen bij elkaar. Twee mannen waren blijkbaar ambtenaren, maar ze stonden in burgerkleding. Ik greep een van de mannen in reactie bij zijn jas rond de hals.
U, oudste raadsheer, vraagt mij of ik de hand van ambtenaar [verbalisant 1] heb aangeraakt. Ik herinner me dat ik een hand naar beneden heb geduwd. Ik heb [verbalisant 1] wel bij de jas gepakt.
2.
Een proces-verbaal van aangifted.d. 6 maart 2020 van de politie Eenheid Rotterdam met nummer PL1700-20.20072051-1 (inclusief fotobijlage). Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven - (blz. 4 - 10):
Ik, [verbalisant 1], wil graag aangifte doen, van mishandeling, voor mijn verklaring verwijs ik naar het door mij opgemaakte proces-verbaal op vrijdag 6 maart 2020.
3.
Een proces-verbaald.d. 6 maart 2020 van de buitengewoon opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 1]. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 11):
Op 6 maart 2020 om 21:25 uur waren wij, verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1], te Schiedam. Wij zijn beiden buitengewoon opsporingsambtenaar in dienst van de gemeente Schiedam. Het nummer akte van beëdiging van [verbalisant 1] is [aktenummer].
Wij zagen een grijze Audi A3. Wij hoorden dat er een hoop motorgeluid van dit voertuig afkwam. Wij zagen dat het voertuig stopte. Op dit moment heeft toezichthouder [verbalisant 3] de bestuurder van de grijze Audi A3 aangesproken. Wij hoorden [verbalisant 3] zeggen dat de bestuurder zijn rijbewijs diende te tonen. De bestuurder overhandigde zijn rijbewijs aan mij, [verbalisant 1]. Ik, [verbalisant 1], zag dat het een rijbewijs betrof op naam van [betrokkene 1].
Meer gegevens heb ik niet kunnen noteren van deze persoon, omdat op dit moment meerdere personen op mij af kwamen lopen. Een van de personen betrof een persoon, verder te noemen: verdachte.
Wij verbalisanten hoorden dat de verdachte zei: "Wie zijn jullie, wat moeten jullie van hem". Ik probeerde de bestuurder van het voertuig apart te nemen om de rust te doen wederkeren. Ik bemerkte dat meerdere personen uit de groep op een agressieve toon tegen mij spraken en zich probeerden met het gesprek te bemoeien. Ik kon mijn bekeuringssituatie niet op een deugdelijke manier af doen.
Ik hoorde de verdachte onder andere roepen: "Jij bent niet bevoegd en ik wil je legitimatie en je naam hebben!" Hierop heb ik, [verbalisant 1], mijn legitimatiebewijs getoond en uitgelegd dat ik een gemeenteambtenaar was en rechtmatig met mijn werk bezig was, ondanks dat ik in burgerkledij opereerde.
Ik hoorde dat de verdachte hierop reageerde: "Oh je bent handhaving, niet eens gemeente of politie. Je bent niet bevoegd en waar is je uniform". Wij zagen dat de verdachte steeds wilder werd en wij hoorden dat hij riep: "Je moet het rijbewijs teruggeven, anders heb je een groot probleem! Haal de politie er maar bij".
Op enig moment werd de verdachte fysiek naar mij, [verbalisant 1]. Ik zag dat de verdachte, met vermoedelijk zijn rechterhand, sloeg op mijn linkerhand. Ik voelde een pijnscheut op mijn hand. In deze hand had ik het rijbewijs vast. Op enig moment zag ik dat de verdachte mij vastpakte met beide handen bij mijn jas, ongeveer ter hoogte van mijn nek.
Op mijn hand heb ik een rode uitslag naar aanleiding van de klap van de verdachte. Van het letsel op mijn hand heb ik een fotografische opname gemaakt. Ik hoorde van een politieambtenaar dat ik een rode schram in mijn nek had. Deze had ik voor het incident nog niet.
4.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank te Rotterdam van 6 oktober 2020. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als verklaring van
getuige [verbalisant 1]:
Eén man uit de groep voerde de boventoon. Hij werd in korte tijd heel agressief.
Hij sloeg op mijn hand. Toen hij sloeg voelde ik gelijk een steek op mijn hand. Later op het bureau zag ik dat mijn hand een rode plek had. U houdt mij voor dat de verdachte heeft verklaard dat hij mijn hand naar beneden heeft geduwd. U vraagt mij of die klap een duw kan zijn geweest. Het ging hard en het was een snelle beweging. Het was daarom meer een klap dan een duw. Ik heb er ook letsel van overgehouden.
De explosie van geweld was nadat ik het rijbewijs had teruggegeven. Met explosie van geweld bedoel ik het vastpakken van mijn kraag. De verdachte was de enige die mij vast had.
U vraagt mij of ik letsel heb opgelopen. Ja. Ik had pijn in mijn hand en zag een rode plek. [verbalisant 3] of [verbalisant 2] zei ter plaatse tegen mij dat ik bloed op mijn lip had. Toen ik op het bureau mijn jas uitdeed, zag daar een collega een striem in mijn nek.
5.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank te Rotterdam van 21 januari 2021. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als verklaring van
getuige [verbalisant 2]:
U vraagt mij wat de aanleiding was voor ons om naar Het Paleis te gaan. Er was een voertuig dat met hoge snelheid heen en weer reed door de straat. Hij maakte onnodig veel motorisch geluid. Dat was eigenlijk de aanleiding dat we daar stopte om de bestuurder aan te spreken. Zo begon eigenlijk de staande houding van die persoon.
Ik wilde met de verdachte in gesprek gaan zodat [verbalisant 1] met de bestuurder de verdere afhandeling van de bekeuring kon doen.
U vraagt mij of ik bij mijn collega [verbalisant 1] letsel heb gezien. Ja, direct daarna op locatie van Het Paleis. Hij had wat schrammen op zijn hand volgens mij. Op het politiebureau zagen we dat hij een wat dikke lip had.
6.
Een proces-verbaald.d. 12 maart 2020 van de politie Eenheid Rotterdam. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 2 - 3):
De toezichthouder bleek een kras in zijn nek, een wondje op zijn onderlip en een pijnlijke hand te hebben.”