Conclusie
2.Feiten
3.Procesverloop
4.Bespreking van het cassatiemiddel
verrekening betaalde koopsom met boete5.35 AZPIH is dus verplicht Afl. 564.240 terug te betalen aan [verzoeker] . Het Gerecht heeft overwogen (in 4.19) dat AZPIH geen aanspraak kan maken op de boete van USD 500.000 (die wordt vermeld in artikel IX sub c van de Overeenkomst) omdat het Gerecht haar verklaring tot ontbinding niet gegrond acht. Nu het Hof oordeelt dat AZPIH de Overeenkomst wel degelijk terecht heeft ontbonden wegens wanprestatie van [verzoeker] geldt dat AZPIH wel aanspraak heeft op deze boete en zich ter zake op verrekening kan beroepen. Dit betekent dat de vordering van [verzoeker] tot terugbetaling van de koopprijs zal worden afgewezen.’
onderdeel 1.1)
onderdeel 1.2 onder a) Dit geldt te meer in het licht van de bespreking van partijen in eerste aanleg om een regeling te treffen met als uitgangspunt dat de ontbinding van de overeenkomst in stand zou blijven en [betrokkene 1] het appartementencomplex zou afbouwen onder betaling van een vergoeding aan [verzoeker] . (
onderdeel 1.2 onder b)
onderdeel 1.3 onder a) Door partijen niet in de gelegenheid te stellen om zich uit te laten over de contractuele boete, heeft het Hof het beginsel van hoor en wederhoor geschonden. (
onderdeel 1.3 onder b)
onderdeel 1.4) Uit de nagekomen processen-verbaal blijkt op geen enkele wijze van een partijdebat over de verrekening van de contractuele boete met de ongedaanmakingsverplichting voor de gedeeltelijk betaalde koopsom van de aandelen. [5]
onderdeel 2)
9. AZPIH stelt hierbij incidenteel beroep in tegen de overwegingen en beslissingen van het GEA strekkende tot afwijzing van hetgeen ter zake door haar gevorderd is (met name r.o. 4.11, 4.12, 4.13, 4.14, 4.16, 4.19, 4.22, 4.26, 5.2, 5.3 van het vonnis), en dus alles dat betrekking heeft op de stelling van AZPIH dat zij de overeenkomst van 3 oktober 2018 tussen partijen heeft ontbonden. De rechter he[e]ft ten onrechte overwogen zoals gedaan. Het betreft hier een zogenaamde "paraplu-grief", zulks met de bedoeling hetgeen is gesteld met betrekking tot de ontbinding van de overeenkomst door AZPIH opnieuw en in volle omvang aan uw Hof voor te leggen.’ [8]