ECLI:NL:PHR:2025:172
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van arrest wegens gebrek aan motivering bij verwerping van verontschuldigbare termijnoverschrijding in hoger beroep
In deze zaak is de verdachte, geboren in 1995, bij arrest van 18 oktober 2022 door het gerechtshof Amsterdam niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De verdachte had niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van veertien dagen hoger beroep ingesteld na een verstekvonnis van de politierechter. De verdediging voerde aan dat er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding vanwege de psychische gesteldheid van de verdachte, die lijdt aan dunnevezel-neuropathie. De raadsman overhandigde een brief van een neuroloog ter onderbouwing van dit verweer. Het hof verwierp echter het verweer zonder nadere motivering, wat leidde tot de conclusie van de procureur-generaal dat het hof zijn oordeel niet voldoende had onderbouwd. De Hoge Raad oordeelde dat het hof had moeten motiveren waarom het verweer over de verontschuldigbare termijnoverschrijding niet werd gehonoreerd. De conclusie van de procureur-generaal strekt tot vernietiging van het arrest en terugwijzing naar het hof voor een nieuwe beoordeling.