ECLI:NL:PHR:2025:227

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
18 februari 2025
Publicatiedatum
17 februari 2025
Zaaknummer
23/01465
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen veroordeling voor deelname aan criminele organisatie en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van een verdachte die is veroordeeld voor zijn deelname aan een criminele organisatie die zich bezighoudt met de handel in heroïne. De verdachte, geboren in 1973, werd eerder door de rechtbank Noord-Holland veroordeeld tot een gevangenisstraf van 45 maanden. Het gerechtshof Amsterdam bevestigde dit vonnis, maar vernietigde de strafoplegging en deed opnieuw uitspraak. De verdachte heeft in cassatie aangevoerd dat het hof niet heeft gereageerd op een cruciaal onderdeel van zijn verweer, namelijk dat hij geen wetenschap had van het bewerken van heroïne in een pand aan de [a-straat]. De zaak is onderdeel van het grotere onderzoek 'Amber', dat zich richt op een criminele organisatie die betrokken is bij de handel in verdovende middelen. De rechtbank heeft in haar vonnis uitvoerig bewijs gepresenteerd, waaronder afgeluisterde gesprekken en getuigenverklaringen, die de betrokkenheid van de verdachte bij de criminele activiteiten onderbouwen. De procureur-generaal heeft geconcludeerd dat het cassatieberoep moet worden verworpen, omdat het hof voldoende bewijs heeft gevonden voor de wetenschap van de verdachte over de activiteiten in het pand. De conclusie van de procureur-generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer23/01465

Zitting18 februari 2025
CONCLUSIE
D.J.C. Aben
In de zaak
[verdachte ] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
hierna: de verdachte

Inleiding

1. Bij arrest van 14 april 2023 heeft het gerechtshof Amsterdam het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 16 juni 2017 bevestigd, behoudens ten aanzien van de strafoplegging en met correcties in het vonnis. Het hof heeft het vonnis ten aanzien van de strafoplegging vernietigd en opnieuw rechtdoende de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 45 maanden, met aftrek als bedoeld in artikel 27 Sr, en beslissingen genomen over het beslag.
2. Bij het genoemde vonnis had de rechtbank Noord-Holland de verdachte veroordeeld voor (1) “
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod”, (2) “
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, door zich en een ander gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen” en (3)
“het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 derde, vierde en vijfde lid en/of 10a eerste lid van de Opiumwet”.
3. Er bestaat – met inbegrip van de voorliggende zaak – samenhang tussen de zaken [verdachte ] (23/01465), [medeverdachte 1] (23/01510 P), [medeverdachte 2] (23/01511), [medeverdachte 2] (23/01513 P), [medeverdachte 3] (23/01593), [medeverdachte 4] (23/01604), [medeverdachte 5] (23/01614), [medeverdachte 5] (23/01616 P). In al deze zaken zal ik vandaag concluderen. In de zaak tegen [medeverdachte 6] (23/01582), waarin geen middelen zijn ingediend, heeft de Hoge Raad op 14 november 2023 reeds arrest gewezen.

De megazaak Amber

4. De rechtbank heeft in het vonnis van 16 juni 2017 uitgebreide bewijsmotiveringen opgenomen. De rechtbank heeft daarbij niet alleen de inhoud van bewijsmiddelen weergegeven, maar ook – al dan niet naar aanleiding van bewijsverweren – in overwegingen haar bewijsoordelen uiteengezet en inzichtelijk onderbouwd. Het hof heeft er – naar ik vermoed: om die reden – voor gekozen deze bewijsoverwegingen (met relatief weinig correcties) over te nemen en tot de zijne te maken, alsook in (slechts) enkele gevallen aan te vullen.
5. Ter inleiding heeft de rechtbank in haar (in zoverre door het hof bevestigde) vonnis (p. 3-4) onder meer het volgende overwogen:
“Naar aanleiding van een Meld Misdrijf Anoniem (MMA) melding medio maart 2011, CIE informatie van juni 2011 en 7 december 2011 gecombineerd met de bevindingen uit de FIOD-onderzoeken Sienna en Yoghurt en voorts CIE informatie van september 2013 is op 25 november 2013 een opsporingsonderzoek gestart onder de naam 12RRAMBER. Het onderzoek richtte zich aanvankelijk op [medeverdachte 5] , [medeverdachte 4] , [betrokkene 1] , [medeverdachte 2] en [betrokkene 2] , die werden verdacht van in- en uitvoer van verdovende middelen, van deelneming aan een criminele organisatie en van witwassen. Gedurende het onderzoek zijn meer verdachten in beeld gekomen en is het onderzoek voortgezet onder de naam AMBER.
Onderzoek Amber bestaat uit verschillende zaaksdossiers. [verdachte ] is verdachte in zaaksdossiers 2, 3 en 8. Hij wordt verdacht, van het opzettelijk bereiden, bewerken en verwerken van heroïne (zaaksdossier 2), het deelnemen aan een criminele organisatie welke organisatie het oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 en/of 10a van de Opiumwet (zaaksdossier 3) en het medeplegen van strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van verdovende middelen (zaaksdossier 8).
(...).
In het onderzoek Amber is gespreksverkeer en dataverkeer opgenomen en uitgeluisterd, dan wel gelezen, welk verkeer heeft plaatsgevonden met in het onderzoek bekend geworden telefoon- en IMEI-nummers. (…). De conclusie dat verdachte in de hierna volgende zaken iets zegt of schrijft in het onderschepte gespreks- en/of dataverkeer vloeit in beginsel voort uit de conclusie dat hij de gebruiker is van het betreffende nummer. Alvorens de afzonderlijke zaaksdossiers te bespreken, zal de rechtbank eerst aangeven welke telefoonnummers en IMEI-nummers zij aan welke verdachte toeschrijft en op grond waarvan.
Daarnaast is in het onderzoek Amber gespreksverkeer afgeluisterd dat heeft plaatsgevonden op verschillende locaties/afgesloten ruimtes (OVC’s). De OVC gesprekken werden zo goed als allemaal gevoerd in de Turkse taal. De gesprekken zijn door verschillende Turkse/Koerdische tolken, die langdurig bij dit onderzoek werkzaam zijn geweest, beluisterd en uitgewerkt. Deze verschillende Turkse/Koerdische tolken hebben afwisselend tapgesprekken dan wel diverse OVCs geluisterd en uitgewerkt. Naar aanleiding van bovengenoemde werkzaamheden hebben die tolken de diverse stemherkenningen kunnen doen zoals deze vermeld staan in alle bij dit onderzoek bijgevoegde OVC gesprekken.
(…).
Nu door en namens verdachten niet is betwist dat zij gebruik hebben gemaakt van voormelde telefoonnummers en dat hij/zij deelnemer is geweest aan de met deze nummers gevoerde gesprekken, zal de rechtbank deze telefoonnummers en de daarmee gevoerde gesprekken aan hen toeschrijven. (…).
In de tapgesprekken in onderzoek Amber is meermalen gebruik gemaakt van bijnamen. [medeverdachte 2] wordt ook [bijnaam 1] of [bijnaam 1] genoemd. (…). [verdachte ] wordt ook [verdachte ] , [bijnaam 2] , genoemd. (...). [medeverdachte 5] wordt ook [bijnaam 3] , [bijnaam 3] , [bijnaam 3] of [bijnaam 3] genoemd. (...). [betrokkene 3] wordt ook [betrokkene 3] of [bijnaam 4] genoemd. [betrokkene 4] wordt ook [bijnaam 5] of [bijnaam 5] genoemd.”

Het cassatieberoep en het middel

6. Het cassatieberoep is ingesteld namens de namens de verdachte. D. R . Kops, advocaat in Breukelen, heeft één middel van cassatie voorgesteld.
7. Het middel klaagt dat het hof bij de bewezenverklaring van feit 1 in het geheel niet heeft gerespondeerd op een cruciaal onderdeel van een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt inhoudende dat de verdachte geen wetenschap had van het bewerken/verwerken van heroïne in het pand aan de [a-straat ] .
De bewezenverklaring, de bewijsoverweging van het hof ten aanzien van het medeplegen van het verwerken/bewerken van heroïne (feit 1) en een bewijsverweer van de verdediging
8. Ten laste van de verdachte is onder 1 bewezen verklaard:
“hij op 12 mei 2015 te [plaats] , in een perceel gelegen aan de [a-straat ] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bewerkt en/of verwerkt een grote hoeveelheid, te weten ongeveer 24.941 gram, van een materiaal bevattende heroïne”
9. Onder bevestiging van het vonnis van de rechtbank heeft het hof de bewezenverklaring als volgt gemotiveerd:
Redengevende feiten en omstandigheden
Op 31 maart 2015 rijden [medeverdachte 2] ) en [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ) in de afgeluisterde Opel Corsa voorzien van kenteken [kenteken 1] en voeren zij het volgende gesprek:
“18.15.29
[medeverdachte 5] : Dit spul is heel goed.
[medeverdachte 2] : Ik had het je gezegd, broer.
[medeverdachte 5] : De smaak en zo blijkt ook echt goed te zijn.
[medeverdachte 2] : Volgens mij is het ook goed.
[medeverdachte 5] : Niet het high worden, [maar de] smaak!
[medeverdachte 2] : Broer, hadden we maar hetzelfde laten persen als die Gold.
[medeverdachte 5] : Pers de andere dan. ... euh die krijgen wij nog ... Hij zal 500 stuks van zulke aan ons leveren.
[medeverdachte 2] : Ik heb al broer [betrokkene 5] net geschreven. We zullen nu naar de man van de mallen gaan. Welke wil jij hebben?" Jij ... ik ga van die Gold [fon.] halen/kopen. Welke wil jij nog meer? Van dat ijzer van dat roestvrij ijzer ...
(...)
[medeverdachte 5] : En weet je wat wij deze keer gaan doen?
Deze keer ga jij het niet daar uitladen/eruit halen. Natuurlijk brengen ze het daar ..[onv.].. maar laat het uitladen/eruit halen ergens anders gebeuren.
[medeverdachte 2] : Wat? We laden het toch niet daar uit. Wat bedoel je met uitladen/eruit halen? Is het .. [onv.].. gekomen?
[medeverdachte 5] : Uit de zakken halen.
(...)
[medeverdachte 2] : En waar ga je/gaan we het doen?
[medeverdachte 5] : Er is dus een huis nodig. Ik moet even kijken.
[medeverdachte 2] : Een huis kan niet joh!
(…)
18:18:43
[medeverdachte 5] : Wij hebben een plek/ruimte nodig om te werken...
[medeverdachte 2] : Oké, dus. Die chauffeur is geweest ... [onv.]
[medeverdachte 5] : Je zei van dat er naast de baklava [Turks gebak] bakker een plek/ruimte was.
[medeverdachte 2] : Ja, ik heb daar gekeken, maar daar was er niet.
[medeverdachte 5] : We zouden daar een ruimte kunnen doen. We zouden daar een toonbank en zo kunnen doen.
[medeverdachte 2] : Hetzelfde dus, hetzelfde dus, bij de dinges van [betrokkene 6] …[onv.] … [betrokkene 6] zal wel vinden voor ons dus, begrijp je?
[medeverdachte 5] : Hij zal het wel vinden, maar de poeders komen deze week.
18:19:15
(…)
[medeverdachte 5] : Was er hier maar een plek/ruimte, ... een woning zoals de woning van [naam] !
[medeverdachte 2] : Broer, je kan daar niet in en uit! En het is ook nog eens een smalle woning. Zoals jij al zei broer, je besterft het daar (binnen)! Jij wilt toch al dat het binnen een dag klaar is, dan besterf je het helemaal in een woning!
[medeverdachte 5] : [lijkt op:] Nee man! De hele kwestie draait erom dat als je eenmaal begint, dat je het dan ook afmaakt!
[medeverdachte 2] : Ja, ja …
[medeverdachte 5] : Jij (zegt) bijvoorbeeld, twee dagen werken en na twee dagen weer werken ... Zo gaat/werkt het niet! Luister eens even, neem nou even hetgeen is gekomen als je die ene dag doet en de andere dag niet ... [ [medeverdachte 5] maakt zijn zin niet af.]
[medeverdachte 2] : Eigenlijk broer, als het materiaal en dinges en zo ... zoals jij het ook zegt ... als de tafel en dinges (op zijn plek) staat, dan wordt er meer gedisciplineerd gewerkt.
[medeverdachte 5] : Dat is nou wat ik bedoel. Als de uitrustingen er zijn.
[medeverdachte 2] : Hmmmm. De uitrustingen ....
18:20:14
[medeverdachte 2] : .... de mallen zijn echt goed. Zelfs als het gebroken/niet één stuk is, zelfs dan komt het er echt goed uit. Er is echt helemaal niets mis mee. De persmachine is/doet het echt goed broer!
(…)
18:27:25
[medeverdachte 2] : [onv.] in huis.
[medeverdachte 5] : [onv]. Het kan niet bij [onv.] daar heb je een plek/ruimte.
[medeverdachte 2] : .. [onv.] .. wil jij een woning of een plek/ruimte. Als jij zegt wat jij wilt, dan kan ik het morgen tegen hem zeggen.
[medeverdachte 5] : Het moet wel zo'n mooie plek/ruimte zijn.
[medeverdachte 2] : Ja, toch.
[medeverdachte 5] : Een plek/ruimte is beter.”
Later die dag (31 maart 2015) rijden [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) en [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ) opnieuw in de afgeluisterde Opel Corsa voorzien van kenteken [kenteken 1] en voeren zij het volgende gesprek:
“23:44:38
[medeverdachte 5] : Is de banketbakkerij van [betrokkene 7] nog actief? Is er bij hem daar zo geen plek/ruimte?
[medeverdachte 2] : [onv.] Die gasten gaan niet [onv.] geven. Als het aan mij ligt, kunnen we beter een tijdelijke ruimte regelen via [betrokkene 6] en het een weekje gebruiken, en er iets voor betalen en klaar is Kees, als het aan mij ligt. Wij moeten zoiets huren, dus. Een van die lege plekken/ruimtes van hem.
[medeverdachte 5] : Die lege plekken/ruimtes van hem [onv.]
[medeverdachte 2] : Nou .. Ik zal morgen even praten ...”
Op 31 maart 2015 heeft [medeverdachte 2] contact gezocht met [betrokkene 6] en een afspraak gemaakt om elkaar de volgende dag te ontmoeten. Op 2 april 2015 heeft [verdachte ] telefonisch contact met [betrokkene 6] en maakt wederom een afspraak om elkaar te treffen. Naar aanleiding van deze ontmoeting vraagt [betrokkene 6] op 3 april 2015 aan [verdachte ] of ‘ze’ wel of niet oké hebben gezegd. [verdachte ] zegt dat hij dit bij [medeverdachte 2] navraagt. Drie minuten later zegt [verdachte ] tegen [betrokkene 6] dat ze ‘oké’ hebben gegeven. Vervolgens vraagt [betrokkene 6] om de sleutel, zodat zijn neef ‘de binnenkant in orde kan maken’. Uit gesprekken gevoerd op 9 april 2015 blijkt dat [betrokkene 6] met de auto onderweg is naar Turkije en dat zijn neef [betrokkene 8] het huurcontract gaat regelen bij [A] .
Op 9 april 2015 om 14.39 uur heeft [betrokkene 8] contact met [verdachte ] over ‘het pand’. [betrokkene 8] zegt tegen [verdachte ] dat hij legitimatie en KvK nodig heeft voor het huurcontract. Uit gesprekken tussen [betrokkene 8] en de ontstoppingscentrale [plaats] en tussen [betrokkene 8] en [medeverdachte 2] op 9 april 2015 blijkt dat het gaat over de [a-straat 1] te [plaats] .
Op 9 april 2015 rijden [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) [verdachte ] ( [verdachte ] ) en een NN-man (NN) in de afgeluisterde Opel Corsa voorzien van kenteken [kenteken 1] en zij voeren het volgende gesprek:
“15.09.32
[verdachte ] : Ik zeg tegen je dat ik gebeld heb. [Klinkt als:] Die man zegt, "Hij moet gaan”
[medeverdachte 2] : Nu .. nu. We hebben toch gebeld, broer.
.. [lacht] .. Vereniging van [B] ! Een van de oprichters is ...
[verdachte ] : Ambtenaar [fon.] zal daar niet mee akkoord gaan.
[medeverdachte 2] : Waarom zou hij niet dan? Hij is er al akkoord mee gegaan.
NN: Wat?
[medeverdachte 2] : Hij heeft zijn adres en zo al gestuurd.
NN: Is dat zo?
[medeverdachte 2] : Ja.
NN: Weet hij dat daar iets gedaan zal worden?
[medeverdachte 2] : Daar wordt het niet gedaan.
[verdachte ] : .. [lacht] ..
NN: Wordt er helemaal niets gedaan?
[medeverdachte 2] : Nee, nee! Ik heb een andere plek gehuurd.
NN: Jongen, [medeverdachte 2] , .. [onv.] .. verdomme! .. [onv.] .. werk/zaken doen.
[medeverdachte 2] : Wat?
NN: Hij zei toch, "Ik zal werk/zaken doen."
[medeverdachte 2] : We hebben het dus veranderd/gewijzigd.
NN: Oh, oké.
[medeverdachte 2] : Daarna zei hij, "En we hebben ook een plek/ruimte nodig." Ik zei, "Als er een plek/ruimte nodig is .." Hij zei, "Hier is het een beetje gênant, we komen hier 101 [kaartspel] spelen en zo."
NN: Tegenover wie?
[medeverdachte 2] : [medeverdachte 5] heeft gezegd .. Ik zei " [medeverdachte 5] , ik heb plek/ruimte dinges gedaan ... geregeld", weet je. En hij zei toen, "Jongen, we hebben dan nog een plek/ruimte nodig, een plek waar we altijd kunnen komen/uithangen". Ik zei, "Maar daar kan het ook."
[verdachte ] : Dat heb ik jou van het begin af aan al gezegd, dat hij een plek zoekt om er altijd te komen/ uit te hangen.
[medeverdachte 2] : Nou, oké ..
[verdachte ] : ....... daar in de buurt, want als hij een huis heeft gekocht wil hij daar in de buurt blijven.
[medeverdachte 2] : Oké, ik zei dus ook, " [medeverdachte 5] , laten we daar dan een vereniging van maken ... Laten we daar een vereniging van maken. En ik huur een andere plek/ruimte." Hij zei toen, "Is goed, als het een ruime en mooie plek/ruimte is, dan kan je dinges doen .... dan kan je het daar huren." En ik zei toen, "Is goed." We hebben dus de dinges veranderd/gewisseld.
[verdachte ] : Jullie hebben de plek/ruimte veranderd/gewisseld.
[medeverdachte 2] : Ja, we hebben de plek/ruimte veranderd/gewisseld. [E] tegen Drugs .
[verdachte ] : Wij zijn juist de grootste die in drugs doen, verdomme!
[medeverdachte 2] : [E] tegen Verdovende Middelen.
[betrokkene 8] verklaart dat hij de eigenaar is van het pand aan de [a-straat 1] te [plaats] . Hij verhuurt het pand via [A] aan [C] . De huurder is genaamd [betrokkene 4] . [betrokkene 8] verklaart dat hij dacht dat [verdachte ] het pand wilde huren om er een uitzendbureau te vestigen. [betrokkene 8] was op 15 april 2015 met zijn oom [betrokkene 6] bij de makelaar [A] in verband met de verhuur. Bij de makelaar zag hij ineens drie personen. Dat waren [verdachte ] en twee personen die hij niet kende. Hij hoorde pas bij de makelaar dat [C] het pand ging huren. Hij kan zich niet herinneren dat de persoon van [C] bij de makelaar iets heeft gezegd. [verdachte ] heeft over de prijs onderhandeld. [betrokkene 6] verklaart dat hij met zijn neef [betrokkene 8] bij de makelaar was in verband met de verhuur van het pand [a-straat 1] . Bij de makelaar had hij een bespreking met [verdachte ] , [medeverdachte 2] en [betrokkene 4] . Pas bij de makelaar hoorde [betrokkene 6] dat het contract op naam van [C] moest. [verdachte ] had verteld dat ze het pand wilde huren voor een stichting voor Turkse mensen. [betrokkene 4] heeft zich bij de makelaar niet met de gang van zaken bemoeid. [medeverdachte 2] en [verdachte ] hebben over de prijs onderhandeld. De huurovereenkomst is op 15 april 2015 getekend en staat op naam van [C] . In de huurovereenkomst staat vermeld dat het gehuurde door de huurder uitsluitend zal worden bestemd of gebruikt als bedrijfsruimte ten behoeve van de dienstverlening voor de akker- en/of tuinbouw.
Uit video-observatie op het pand [a-straat 1] te [plaats] is gebleken dat op 12 mei 2015 omstreeks 12:41 uur een Renault Trafic met kenteken [kenteken 2] voor het pand aan de [a-straat 1] te [plaats] wordt geparkeerd. Een op [betrokkene 4] gelijkend persoon loopt vanaf de bestuurdersplaats naar het pand en opent met de sleutel de toegangsdeur. Daarna opent hij van binnenuit de grote roldeur. Vanaf de passagiersplaats loopt een kale man met een donkerkleurig trainingspak met witte verticale banen op de mouwen en de broek via de toegangsdeur naar binnen. Vervolgens wordt het rolluik van de toegangsdeur voor driekwart naar beneden gesloten. De op [betrokkene 4] gelijkende persoon loopt daarna via de bedrijfsruimte naar binnen. Omstreeks 12.43 uur loopt de op [betrokkene 4] gelijkende persoon vanuit de bedrijfsruimte naar de bestuurderskant van de Renault die daarna achteruit voor driekwart in de bedrijfsruimte wordt gereden. Omstreeks 12:48 uur parkeert [medeverdachte 2] een grijze VW Polo voor het pand en loopt naar binnen via de bedrijfsruimte die nog open staat met de Renault half binnen/buiten. Omstreeks 13.03 wordt de Renault Traffic weggereden (niet te zien door wie). [medeverdachte 2] verlaat het pand en rijdt weg in de grijze VW. Omstreeks 13:39 uur parkeert [medeverdachte 2] de grijze VW weer voor het pand. De op [betrokkene 4] gelijkende persoon stapt als passagier uit. Hij draagt een rode plastic tas. [medeverdachte 2] haalt een plank en een grote plastic box achter uit de auto. [medeverdachte 2] en de op [betrokkene 4] gelijkende persoon pakken iets achter uit de auto en doen dit in de box. [medeverdachte 2] brengt de plank naar binnen. De op [betrokkene 4] gelijkende persoon brengt de box naar binnen. Daarna komt hij even naar buiten waarbij de kale man in het donkerkleurige trainingspak in de deuropening komt staan. Daarna gaan beiden naar binnen en sluiten de toegangsdeur. [medeverdachte 2] rijdt als bestuurder van de auto weg. Omstreeks 13:43 uur wordt het raam op de eerste verdieping geopend en deze blijft tot ongeveer 16:45 uur open staan.
Op 12 mei 2015 omstreeks 13:46 uur vindt in het pand aan de [a-straat 1] te [plaats] het volgende afgeluisterde gesprek plaats tussen [betrokkene 3] ( [betrokkene 3] ) en [betrokkene 4] :
Het uitrollen van plastic is te horen.
Bijna gedurende de hele sessie draait er een machine die hoge toeren maakt.
[betrokkene 4] : Hoeveel zei je ook weer dat het was? De weegschaal ... (onv.)?
Het geluid van het afrollen van verpakkingstape is te horen.
Het geluid van het uitvouwen van een plastic materiaal is te horen.
(…)
[betrokkene 3] : Laten we de mal hier zetten en het werk/spul daar.
[betrokkene 4] : ... (onv.) en deze.
[betrokkene 3] : Laten we de mal maar hierheen brengen.
(…)”
Omstreeks 14:11 uur zijn er geluiden te horen van o .a. kloppen en slaan. Ook is het geluid van papier-/plastic geritsel te horen. Bovendien vindt het volgende gesprek plaats:
“ [betrokkene 3] : [betrokkene 4] , ik heb het in mijn oog gekregen man.
[betrokkene 4] : In die andere woning hebben we wel maskers.
(…)
[betrokkene 4] : Ik kan het leeg kiepen.
[betrokkene 3] : Nee nee, jij kiept het leeg en ik kiep het ook leeg. En op het eind ... (onv.) ga ik toevoegen.”
Omstreeks 14:51 uur is het geluid van een elektrische machine te horen die hoge toeren maakt. Ook zijn geluiden van het afrollen van verpakkingstape te horen. [betrokkene 4] en [betrokkene 3] voeren het volgende gesprek:
“ [betrokkene 3] : Ja.
[betrokkene 4] : Hoeveel stuks heb je daar?
[betrokkene 3] : Ik heb er nog twee.
[…]
[betrokkene 3] : ... (onv.) hoeveel stuks heb je daar?
[betrokkene 4] : Acht - negen stuks.
(…)
[betrokkene 4] : Ik zal een kilo maken ... (onv.)
(…).”
Omstreeks 15:51 uur voeren [betrokkene 4] en [betrokkene 3] het volgende gesprek:
“ [betrokkene 3] : Is het klaar? Begin met het afstrijken ervan. En ik zal die vullen ... (onv.) als die klaar
zijn, kun je aan de pers gaan zitten. Ik zal ze vullen.
(…)
[betrokkene 4] : Ik meen het, wie dit spul krijgt, zal het beslist nog een keer willen hebben.”
Omstreeks 16:30 uur vraagt [betrokkene 4] wat het is geworden. [betrokkene 3] reageert:
“ [betrokkene 3] : Er is nog dinges ... (onv.)
[betrokkene 4] : Laten we even een luchtje scheppen, anders gaan we onwel worden.
[betrokkene 3] : Er is nog 1500 gram (fon.).”
Vervolgens is het geluid van het vegen met een hard voorwerp te horen.
Omstreeks 16:35 uur vindt het volgende gesprek plaats:
“ [betrokkene 4] : Ha, als [medeverdachte 2] nou komt en zegt dat ze haast hebben, dan blijf ik niet hier. Ik werk gewoon op mijn eigen manier.
[betrokkene 3] : Jawel hoor, er is gewoon geen haast.
[betrokkene 4] : Terwijl er geen haast mee is, haasten ze zich. Nu meteen 40 stuks en morgen nog 20 (fon.) stuks.
[betrokkene 3] : Klaar.
[betrokkene 4] : Kijk, tegen jou hebben ze vandaag niets gezegd.
Er is een klapgeluid te horen.
[betrokkene 3] : Kijk vandaag zou mij weer ... (onv.).
(…)
[betrokkene 4] : Hoeveel kilo is er uitgekomen?
(…)
[betrokkene 4] : Hoeveel stuks is het nou .. (onv.)!
(stilte)
[betrokkene 3] : Vier en twintig!
[betrokkene 4] : 24? Het is onduidelijk hoeveel stuks hij vanochtend heeft afgegeven. 25! Ondanks dat hij ... (onv.) heeft gegeven. Neem dit en ga het ... (onv.) mengen (fon.).
(…).”
Omstreeks 17:03 uur komt er een ping bericht binnen.
“ [betrokkene 3] : Wie is het?
[betrokkene 4] : Het is ... (onv.).
[betrokkene 3] : Wat zegt hij?
[betrokkene 4] : Hij heeft geschreven: 'waarom bellen jullie niet?'.
[betrokkene 3] : Hij kan de pot op.
[...]
[betrokkene 4] : Hij vraagt naar jou.
[betrokkene 3] : Wat zei jij?
[betrokkene 4] : Ik zei... (onv.) hij werkt.
[ ... ]
[betrokkene 3] : Zeg tegen ... (onv.) dat hij het meeneemt. Deze is stuk. De gele was sowieso stuk, de rode heb ik zelf gebracht.
[betrokkene 4] : Ik werk gewoon met de gele hoor.
[betrokkene 3] : Wat?
[betrokkene 4] : Ik gebruik de gele.”
Omstreeks 17:08 uur zijn geluiden te horen van het vegen met een hard voorwerp.
“ [betrokkene 4] : Wat een tegenvaller zeg.
[betrokkene 3] : [betrokkene 4] , wat gaan we nu doen?
[betrokkene 4] : Hoezo?
[betrokkene 3] : Wat?
[betrokkene 4] : Hoezo?
[betrokkene 3] : Je weet toch .. de krik!
[betrokkene 4] : Ik kan je de andere geven.
[betrokkene 3] : Waar is het?
[betrokkene 4] : In de auto.
[betrokkene 3] : ... (onv.)
[betrokkene 4] : Wat? Heb je het gezegd of heb je het niet gezegd?
[betrokkene 3] : Aan wie?
[betrokkene 4] : aan [medeverdachte 2] .
[…]
[betrokkene 4] : Je bent kennelijk aangeschoten/high geworden potverdorie.”
Omstreeks 17:13 uur:
“ [betrokkene 4] : Je hebt namelijk geen bril enzo opgedaan.
[betrokkene 3] : Wat?
[betrokkene 4] : Je hebt geen bril enzo opgedaan en je bent high geworden.
[betrokkene 3] : Nee niet high worden. Ik baal van die krik.
[betrokkene 4] : Krik is geen punt.
[…]
[betrokkene 4] : ... (onv.)
[betrokkene 3] : Vijf.
[betrokkene 4] : Is goed, je hebt ... (onv.)
[betrokkene 3] : Heb je aan [medeverdachte 2] geschreven?
[betrokkene 4] : ... (onv.)
[betrokkene 3] : Hij zal wel bezig zijn.”
Omstreeks 17:23 uur:
“ [betrokkene 4] : Komen ze mooi uit de mal?
[betrokkene 3] : Wat?
[betrokkene 4] : Of ze mooi uit de mal komen?
[betrokkene 3] : Jawel hoor, de mal levert mooi werk op.
[betrokkene 4] : Oke.”
Vervolgens is het geluid van het vegen met een hard voorwerp te horen. Ook is een klapgeluid te horen.
“ [betrokkene 4] : Als je hem schrijft, moet je schrijven dat hij niet met lege handen komt, dat hij ook avondeten voor ons meebrengt.
[betrokkene 3] : Naar wie?
[betrokkene 4] : .. (onv.).”
Opnieuw is het geluid van het vegen met een hard voorwerp en een klapgeluid te horen.
Omstreeks 18:17 uur:
“ [betrokkene 4] : Trouwens, zodra hij komt, zal ik gaan.
[betrokkene 3] : Wie?
[betrokkene 4] : [medeverdachte 2] .
[betrokkene 3] : Waarom?
[betrokkene 4] : Even kijken .. hoe laat is het nu... Tegen de tijd dat hij er is, zal het wel 7 uur zijn. Want, wanneer hij komt, komt er nieuw spul. Dan ga ik naar de stad. Ze staan trouwens gereed. Mijn vrouw gaat naar Turkije. Dan zal ik ... (onv.).
[betrokkene 3] : Hmm.
[betrokkene 4] : Ja. Ik bedoel, totdat hij komt en het spul wordt gebracht, zal het tijd worden.
Het geluid van het aansteken van een aansteker is te horen.
[betrokkene 3] : Die krik joh! Beste [betrokkene 4] , wil je even naar deze krik kijken, dan kan ik even een sigaretje roken.
(…).”
Omstreeks 18:22 uur:
“ [betrokkene 3] : Hij moet echt een nieuwe kopen hoor!
[betrokkene 4] : Laat hem eerst even kijken.
[betrokkene 3] : Die is ook kapot echt waar, ik weet het. De gele is ook kapot en daarom ... (onv.) Hij moet ergens gaan kijken. Er zijn in Noord adressen die nog open zijn. Geef dat maar door. Anders wordt het lastig voor ons.
[betrokkene 4] : Wacht maar, ik kijk wel even.
Het geluid van het gebruiken van een metalen voorwerp is te horen”.
Omstreeks 18:32 uur zijn geluiden van het kloppen/slaan met een hard voorwerp te horen. Ook komt er een ping bericht binnen.
“ [betrokkene 3] : [betrokkene 4] , wat wil je eten?
[betrokkene 4] : Wat?
[betrokkene 3] : Eten.
[betrokkene 4] : Het maakt niet uit. Hij mag meenemen wat hij wil. Laat ik die ... (onv.) ook er even uithalen/weghalen.
Het geluid van het schuiven met een hard voorwerp is te horen”.
Omstreeks 18:42 uur:
“(…)
[betrokkene 3] : Wil je even vragen hoeveel stuks ze hierheen hebben gebracht?
[betrokkene 4] : 25 stuks heb ik hierzo geteld.
[betrokkene 3] : Hoeveel?
[betrokkene 4] : ... (onv.).
[betrokkene 3] : Zei je 25?
[betrokkene 4] : 25 kilo ja. Meer is er niet uitgekomen. De lege (fon.) worden niet meegeteld.
[betrokkene 4] : ... (onv.) zulk spul kun je toch niet geven?
[betrokkene 4] : Maar je moet niets zeggen. We doen dinges aan het einde van de klus. Want als er straks weer iets ontbreekt, dan zullen ze zeggen 'jullie zeiden dit maar dat blijkt niet te kloppen'. Weet je dat?
(…)
[betrokkene 4] : Ik ben dus voor vandaag klaar. Oke? Ik heb geen ander werk meer te doen. Oke baas? Pfff ...
Er komt een ping bericht binnen.
Iemand roggelt en spuwt.
[betrokkene 4] : Jongen, ik zorg ervoor dat er van de hele klus 150 gram extra voor je is.
[betrokkene 3] : Wat?
[betrokkene 4] : Als de hele klus klaar is, krijg je van mij, extra 150 gram.
[betrokkene 3] : Met Gods wil.
[betrokkene 4] : Als je maar naar mij luistert. Mijn taak is openmaken en schoonmaken.
[…]”
Omstreeks 18:47 uur:
“ [betrokkene 4] : Het is echt gevaarlijk hoor.
[betrokkene 3] : Wat?
[betrokkene 4] : Zorg ervoor dat er geen fouten worden gemaakt he! Ik zweer het op de koran, de mannen zullen ons dan op een spies laten zitten.
[betrokkene 3] : Nee hoor. Ik heb geen dinges .. Waarom zou ik dat doen, ik verkoop veel voor hem.
[betrokkene 4] : Beloof niet wat je niet kunt waarmaken, en doe wat je doet niet verkeerd. Zo is het toch.
[…]
Er komt een ping bericht binnen.
[betrokkene 4] : [verdachte ] zegt 'ik ben onderweg' Hij zegt 'ik ga ... (onv.) eten halen, en ik kom daarheen'”.
Omstreeks 18:50 uur zegt [betrokkene 4] :“Je moet geen water drinken hoor. Als je water drinkt, dan geef je over”.
Om 18:56 uur belt [verdachte ] naar [betrokkene 9] :
[verdachte ] zegt dat [betrokkene 9] een gele krik schijnt te hebben.
[betrokkene 9] bevestigt dit.
[verdachte ] vraagt waar [betrokkene 9] is.
[betrokkene 9] zegt dat hij in het koffiehuis is.
[verdachte ] vraagt of [betrokkene 9] de krik bij zich heeft.
[betrokkene 9] zegt dat het thuis ligt.
[verdachte ] zegt dat hij die nodig heeft en dat hij binnen tien minuten daar is.
[betrokkene 9] zegt dat [verdachte ] bij de Deka moet komen en dat hij dan daar dingest.
Vervolgens zegt [betrokkene 9] dat [verdachte ] hem moet bellen als hij daar is.
[verdachte ] zegt oké.
Om 19.02 uur belt [verdachte ] uit naar [betrokkene 9] :
[verdachte ] vraagt of [betrokkene 9] gekomen is.
[betrokkene 9] zegt dat hij komt.
Om 18:50 uur wordt door het Team Observatie en Techniek waargenomen dat [betrokkene 4] het raam op de eerste verdieping opent en een stok tussen het geopende raam plaatst, waardoor het raam geopend blijft staan. Om 19:02 uur en om 19:24 uur wordt gezien dat [betrokkene 4] met een mobiele telefoon in zijn hand voor het geopende raam staat.
Omstreeks 19:15 uur vindt in het pand aan de [a-straat 1] te [plaats] het volgende afgeluisterde gesprek plaats tussen [betrokkene 4] en [betrokkene 3] :
[betrokkene 3] : [betrokkene 4] , zeg tegen [verdachte ] dat ze de Blackberry oplader meenemen.
[betrokkene 4] : Er ligt er een in de auto van [verdachte ] , maar de stekker ervan is ... (onv.) Hij heeft er een in de auto.
En om 19:45 uur
[betrokkene 3] : [betrokkene 4] , ik heb de telefoon echt nodig, zeg dat ze de oplader meenemen.
[betrokkene 3] : En degenen die ons zien, zullen denken 'die mannen zien ons'.
[betrokkene 4] : Wat moet ik ervan zeggen, jongen.
Er zijn gedurende twee minuten geluiden van het afrollen van verpakkingstape te horen.
Er komt een ping bericht binnen.
[betrokkene 3] : Wacht maar, ik zal het op whatsapp laten zien.
[betrokkene 4] : ... (onv.) laat maar zien.
[betrokkene 3] : Wacht maar.
[ .. ]
[betrokkene 3] : [betrokkene 4] .
[betrokkene 4] : Ja, 144.500 (honderdvierenveertigduizendvijfhonderd)
[betrokkene 3] : 144.500 - 153.
[betrokkene 4] : Wat is dat? ... (onv.) ... 144.500.
[betrokkene 3] : 153.
[betrokkene 4] : 144.500.
[betrokkene 3] : 153.
[betrokkene 4] : 153.
[betrokkene 3] : En hoeveel is dat in totaal? Hoeveel?
[betrokkene 4] : Moet ik het bij elkaar optellen?
[betrokkene 3] : Ja.
[betrokkene 4] : Zei je nou 144.300 plus 153.000?
[betrokkene 3] : 144.500. 144 punt 5”.
En vijf minuten later:
“ [betrokkene 4] : Het maakt 297.500. (tweehonderdzevenennegentigduizendvijfhonderd)
[betrokkene 3] : Het maakt dus 297.500? (tweehonderdzevenennegentigduizendvijfhonderd)
[betrokkene 4] : Mijn broer ... (onv.) 1 keer per week”.
Omstreeks 19:50 uur komt een donkerkleurige personenauto, merk Opel, aanrijden en deze wordt voor het pand aan de [a-straat 1] te [plaats] geparkeerd. De bestuurder stapt uit. Het rolluik komt nagenoeg geheel omhoog en de bestuurder van de Opel loopt het pand binnen. Kort daarna komt een persoon in donkere kleding naar buiten, opent de achterklep van de Opel en loopt weer naar binnen. Daarna komt vermoedelijk dezelfde persoon weer naar buiten. Hij sluit de achterklep en loopt naar de passagierskant. Hij opent het portier en haalt daar twee grote lichtkleurige, vermoedelijk plastic zakken uit en brengt deze naar binnen.
Omstreeks 19:51 uur vindt in het pand aan de [a-straat 1] te [plaats] het volgende afgeluisterde gesprek plaats tussen een onbekende man, [verdachte ] en [betrokkene 3] ( [betrokkene 3] ):
[verdachte ] : gegroet.
NNman: gegroet.
[betrokkene 3] : Welkom. De batterij is bijna leeg.
[verdachte ] : Zorg ervoor dat het goed opgeladen is. Ik heb het in de auto liggen.
[betrokkene 3] : .... (onv.), het is dringend nodig man.
Op 12 mei 2015, omstreeks 21.08 uur vindt een doorzoeking ter inbeslagneming plaats in het pand aan de [a-straat 1] te [plaats] . Voordat de doorzoeking plaatsvindt worden in het pand [verdachte ] , [betrokkene 4] en [betrokkene 3] aangehouden.
Op 13 juli 2015 voeren [betrokkene 10] en [betrokkene 3] in de [PI] het volgende gesprek:00.06.18
[betrokkene 10] vraagt of zij in een overall zijn aangehouden.
[betrokkene 10] : er was iets van een trainingspak?
[betrokkene 3] : … [verdachte ] heeft ons eten gebracht. De broer van [betrokkene 4] kwam ook. Die hebben ze gelijk vrijgelaten.
(...)
00:13:07
[betrokkene 3] : Ik meen het. Maar dat zal alleen dinges zijn. We zijn toch met werk/spul opgepakt. De plek waar ik met [bijnaam 5] werk, weet je? Ze hebben gelijk ernaast afluisterapparatuur geplaatst. Echt waar, ze hebben afgeluisterd. Ze hebben alles wat ik met [betrokkene 4] heb besproken afgeluisterd.
[betrokkene 10] : euh.. die dinges,, die nieuwe plek?
[betrokkene 3] : die nieuwe plek ja
00:21:02
[betrokkene 3] : .. [onv.].. Ik was beneden. Ik was naar de wc gegaan. .. [onv.]. .. Ze hebben met een
bulldozer de deur opengebroken.
(...)
00:41:18
[betrokkene 10] : Toen zij dat zo deden bij jullie daar zo, komt [medeverdachte 2] daar naar toe.
[betrokkene 3] : Was broer [medeverdachte 2] daar toen zij een inval bij ons deden?
[betrokkene 10] : Op dat moment, op dat moment.
[betrokkene 3] : Wie heeft hem op de hoogte gesteld?
[betrokkene 10] : Joh, hij komt en ziet dat de politie daar is. Hij ziet de politieauto's en keert terug.
00:52:04
[betrokkene 3] : . .[onv.].. Maar de Officier van Justitie weet het natuurlijk niet. Want wij zijn daar om 1 uur naar binnen gegaan, [betrokkene 4] en ik. 8 uur lang ... tot 8 uur. Om 8 uur . .[onv.]..
[betrokkene 10] : Ja.
[betrokkene 3] : Toen ik daar binnen was, zijn [betrokkene 4] en [medeverdachte 2] even weggeweest [fon.]. .. [onv.]..
[betrokkene 10] : Ja.
[betrokkene 3] : .. [onv.].. ze zijn gegaan en hebben 'toegevoegde waarde' [lacht].. gebracht.
[betrokkene 10] : [lacht]
Door de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) is een onderzoek ingesteld in het pand aan de [a-straat 1] te [plaats] . Tijdens dit onderzoek zijn op de eerste verdieping van het pand, in een kamer welke aan de voorgevel grenst, stoffen en goederen aangetroffen die kunnen worden gerelateerd aan het bewerken van heroïne. Een aantal aangetroffen zakken en poeders zijn bemonsterd (AAFE7227NL, AAFE7228NL, AAFE7229NL, AAFE7230NL, AAFE7231NL, AAFE7232NL, AAFE7233NL, AAFE7234NL, AAFE7297NL, AAFE7298NL en AAFE7299NL). Deze monsters zijn overgebracht naar het NFI. Van de genomen monsters is een viertal monsters (AAFE7229NL, AAFE7234NL, AAFE7297NL en AAFE7298NL) voor spoedanalyse overgebracht naar het NFI.
Het spoedrapport van het NFI wijst uit dat de onderzoeksmaterialen voornamelijk heroïne en gerelateerde verontreinigingen bevatten. Er zijn geen aanwijzingen verkregen voor de aanwezigheid van versnijdingsmiddelen. Het onderzoek naar de overige monsters wijst uit dat ook dit onderzoeksmateriaal heroïne bevat, behoudens het monster AAFE7299NL welke waarschijnlijk gips bevat.
Ook door de forensische recherche is onderzoek gedaan in het pand. [a-straat 1] te [plaats] betreft een unit in een bedrijfsverzamelgebouw met een begane grond en een eerste verdieping. De eerste verdieping bestaat uit een ruimte met daarin een keukenblok en twee kleinere ruimtes. In een van de ruimtes, gesitueerd aan de voorzijde van het pand, is de vloer voor de helft van de ruimte voorzien van een grondzeil. Op het grondzeil zijn 21 zakken met daarin bruin poeder aangetroffen. Ook is er een tafel gemaakt van twee tonnen met daarop een houten plaat. Op de plaat is bruinachtig poeder aanwezig. Voor de tafel staan twee glazen, in een daarvan zitten resten van bruin poeder. In de ruimte is bovendien een pers (persframe) aanwezig met daarin een persblok (persmal). Voor de pers ligt een tweede persblok (persmal). Beide zijn gevuld met een zak met daarin bruin poeder. Naast de pers ligt op de vloer een geperst blok met bruin poeder en een soortgelijk blok omwikkeld met bruin tape. Nabij de pers zijn twee stofmaskers aanwezig en bij de pers liggen twee handschoenen. Ook zijn er twee weegschalen aanwezig en een deksel van een kunststof kist. Op het keukenblok staan twee flesjes met water en ligt een rol bruinkleurig tape. Op de vensterbank nabij het keukenblok is een viertal handschoenen aangetroffen. Op de vensterbank ligt bovendien een pakje stickers/plaatjes met als opdruk een vlinder, bestaande uit één gele en één rode vleugel. Ook zijn een rode en oranje hydraulische krik aangetroffen.
Op 9 april 2015 rijden [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) en een NN-man (N) in de afgeluisterde Opel Corsa voorzien van kenteken [kenteken 1] en zij voeren het volgende gesprek:
23:10:20
N: [onv.] Hoeveel stuks heb je gebracht?
[medeverdachte 2] : Broer .. Donkere
N: Waaraan ga je het zien? Aan de kleur?
[medeverdachte 2] : Dit is een Rolex.
N: En die andere?
[medeverdachte 2] : Dat is een dinges ...
N: Een vlinder.
[medeverdachte 2] : Een vlinder.
N: Geef het dan maar.
[medeverdachte 2] : Broer, vlinder is wat van poeder is. En die gekruimelde ..
N: is Rolex .. duidelijk .. allemaal steen of is deze dinges?
[medeverdachte 2] : Het zijn allemaal blokjes
N: Blok. Hard dus?
[medeverdachte 2] : Nee, de vlinder is niet al te hard. Die andere is wel zwaar, dus.
Op 14, 18 en 25 april 2015 rijden [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] in de afgeluisterde Opel Corsa voorzien van kenteken [kenteken 1] en spreken zij over het leveren, de verkrijgbaarheid en het (ver) kopen van kameel, Rolex en vlinder.
Het LFO heeft de op de [a-straat 1] aangetroffen zakken indicatief gewogen en gewaarmerkt van V.1 tot en met V.25. De zakken zijn nogmaals nauwkeurig gewogen. Het totaalgewicht van de gewogen zakken is 24.941 gram/br.
Bewijsoverweging
De rechtbank leidt uit de redengevende feiten en omstandigheden af dat [medeverdachte 2] en [verdachte ] vanaf 31 maart 2015 actief hebben gezocht naar een ruimte om heroïne in te bewerken/verwerken. [medeverdachte 2] en [verdachte ] hebben het pand [a-straat 1] op 15 april 2015 met dat doel van [betrokkene 8] gehuurd, waarbij een schijnconstructie is opgezet met [C] als formele huurder. In het pand is op 12 mei 2015 door [betrokkene 3] en [betrokkene 4] daadwerkelijk een hoeveelheid van bijna 25 kilo heroïne bewerkt/verwerkt.
De rechtbank is van oordeel dat de gesprekken en ontmoetingen in de periode van 31 maart tot en met 15 april 2015 zoals hiervoor weergegeven blijkens hun inhoud en gezien de onderlinge samenhang betrekking hebben gehad op het huren van een ruimte om heroïne in te bewerken. De rechtbank heeft daarbij acht geslagen op de kring van deelnemers aan de telefoon- en OVC-gesprekken en aan de ontmoetingen en op de chronologie en continuïteit van die gesprekken en ontmoetingen.
Van belang heeft de rechtbank in het bijzonder geacht de overeenkomsten tussen de gespreksonderwerpen in de gesprekken tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] op 31 maart 2015: “spul waar je high van wordt, het persen en de mallen, het zoeken naar een plek/ruimte om het uit de zakken te halen, een mooie plek/ruimte om gedisciplineerd te werken, het feit dat een woning niet kan omdat je het daar besterft en het regelen van ruimte via [betrokkene 6] ”. Voorts acht de rechtbank het feit dat de [a-straat 1] door de inspanningen van [medeverdachte 2] en [verdachte ] via [betrokkene 6] is gehuurd en aldaar op 12 mei 2015 en dus kort na het tekenen van de huurovereenkomst op 15 april heroïne is bewerkt/verwerkt en onder andere een pers en mallen zijn aangetroffen, van belang.
Voor de wetenschap bij [verdachte ] van het doel van de te huren ruimte acht de rechtbank verder van belang het gesprek tussen [medeverdachte 2] en [verdachte ] op 9 april 2015 waarin het regelen van een ruimte op verzoek van [medeverdachte 5] gespreksonderwerp is en door [medeverdachte 2] wordt gezegd: “laten we er een vereniging van maken, [E] tegen drugs ”, waarop [verdachte ] antwoordt: “wij zijn juist de grootste die in drugs doen verdomme!”
Voorts acht de rechtbank van belang dat [medeverdachte 2] en [verdachte ] steeds contact hebben gehad met [betrokkene 6] en [betrokkene 8] over de huur van een pand (naar zeggen van onder meer [verdachte ] ten behoeve van een stichting voor Turkse mensen), dat [betrokkene 8] en [betrokkene 6] pas bij de makelaar hebben gehoord dat het.pand op naam van [C] / [betrokkene 4] met een andere ‘bestemming’ wordt gehuurd en dat [medeverdachte 2] en [verdachte ] met [betrokkene 4] bij de makelaar aanwezig zijn geweest en daar het woord hebben gevoerd en over de prijs hebben onderhandeld.
Dat het pand is verbouwd en/of opgeknapt doet aan het voorgaande niet af. De rechtbank acht het zelfs zeer aannemelijk dat naar de buitenwereld toe een andere indruk van de bestemming van het pand moest worden gewekt.
De rechtbank stelt vast dat [verdachte ] eten heeft gebracht voor [betrokkene 4] en [betrokkene 3] en aanwezig was in het pand [a-straat 1] op het moment van de politie-inval. Blijkens de OVC-gesprekken van 12 mei 2015 heeft degene die eten zou brengen tijdens de werkzaamheden van [betrokkene 3] en [betrokkene 4] telefonisch contact met hen gehad. Ook is [verdachte ] blijkens de OVC-gesprekken en tapgesprekken van dezelfde datum op verzoek van [betrokkene 4] / [betrokkene 3] op zoek gegaan naar een krik die zij nodig hadden bij het bewerken/verwerken van de heroïne.
Gelet op het hiervoor overwogene over de wetenschap van [verdachte ] van het doel van de ruimte op de [a-straat 1] en voorts gelet op de functie van een krik in dit verband is de rechtbank van oordeel dat [verdachte ] ook wetenschap had van het bewerken/verwerken van heroïne in het pand op de [a-straat 1] te [plaats] op 12 mei 2015.”
10. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman in een betoog van zestien pagina’s vrijspraak van feit 1 bepleit. In dat betoog is uitgebreid ingegaan op de verschillende feiten en omstandigheden die de rechtbank redengevend heeft geacht voor de bewezenverklaring van feit 1. Vanwege de omvang van het betoog neem ik het niet in zijn geheel op, maar volsta ik met een citaat van het onderdeel van de pleitnota waarover in cassatie wordt geklaagd:
“88. Op 22 juli 2022 is [betrokkene 3] ( [betrokkene 3] ) bij de RHC gehoord. Dit verhoor is ontlastend voor cliënt. [betrokkene 3] heeft namelijk verklaard (p. 10 RHC verhoor):
“942. U vraagt mij om welke [medeverdachte 2] dit gaat. Dat weet ik niet. U Vraagt mij of het gaat om [medeverdachte 2] . Dat zou kunnen zijn, want wij hadden hem verzocht om eten te halen, maar omdat wij hem niet konden bereiken, hebben wij het aan [verdachte ] gevraagd, maar hij was er niet van op de hoogte dat ik met heroïne bezig was. Ik bedoel dan [verdachte ] .” Treffender kan het niet.
89. Overigens heeft [betrokkene 3] het hier dus over [medeverdachte 2] en blijkt e.e.a. ook uit de overige bevindingen. Dat cliënt zijn naam niet wenst te noemen zegt niets en heeft geen meerwaarde.”

De toelichting op het middel

11. In de toelichting is opgenomen dat bovenstaande passage een cruciaal onderdeel is van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt strekkende tot vrijspraak van feit 1 op de grond dat die verklaring ontlastend bewijsmateriaal bevat. Bovendien is deze verklaring pas in hoger beroep afgelegd en heeft de rechtbank deze dus niet in ogenschouw genomen of kunnen nemen. Het hof had derhalve moeten reageren op dit onderdeel van het standpunt.

De bespreking van het middel

12. In navolging van de rechtbank heeft het hof geoordeeld dat de verdachte wist dat er op 12 mei 2015 heroïne werd bewerkt/verwerkt in het pand aan de [a-straat ] . Aan dat oordeel legt het hof onder meer ten grondslag dat:
- de verdachte het pand, samen met medeverdachte [medeverdachte 2] , heeft gehuurd;
- hij in een gesprek over de huur van dat pand tegen de medeverdachte [medeverdachte 2] heeft gezegd: “
Wij zijn juist de grootste die in drugs doen verdomme!”;
- hij de twee medeverdachten [betrokkene 4] en [betrokkene 3] , die op 12 mei 2015 in het pand heroïne aan het maken waren, heeft bericht dat hij langs zou komen om eten te brengen;
- de verdachte diezelfde dag op zoek was naar een krik terwijl gebleken is dat de twee medeverdachten een nieuwe krik nodig hadden;
- hij zelf aanwezig was in het pand op het moment dat de politie binnenviel.
13. Het hof heeft voldoende bewijs aanwezig geacht voor het oordeel dat de verdachte wetenschap had van de bewerking/verwerking van heroïne, en het heeft de uitlating van de medeverdachte [betrokkene 3] kennelijk om die reden onbesproken gelaten. Dat kon het hof doen, aangezien uit het bovenstaande volgt dat er inderdaad voldoende feiten en omstandigheden zijn waaruit de wetenschap van de verdachte kan worden afgeleid, zonder dat de uitlating van [betrokkene 3] daaraan afdoet. Het hof hoefde dit oordeel niet nader te motiveren (ook niet als ‘het cruciale onderdeel’ van het pleidooi zou moeten worden aangemerkt als een separaat ‘uitdrukkelijk onderbouwd standpunt’).
14. Het middel faalt.

Slotsom

15. Het middel faalt en kan worden afgedaan met de aan artikel 81 lid 1 RO ontleende motivering.
16. Ambtshalve gronden die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven, heb ik niet aangetroffen.
17. Deze conclusie strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG