ECLI:NL:PHR:2025:306

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
18 maart 2025
Publicatiedatum
7 maart 2025
Zaaknummer
21/03655
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in cassatie wegens het niet indienen van middelen van cassatie binnen de wettelijke termijn

In deze zaak gaat het om de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in zijn cassatieberoep. De verdachte, geboren in 1993, was eerder door het gerechtshof Den Haag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 35 maanden voor meerdere strafbare feiten, waaronder computervredebreuk, oplichting en witwassen. De uitspraak van het hof vond plaats op 26 augustus 2021, waarbij ook beslissingen werden genomen over schadevergoedingen voor benadeelde partijen en inbeslaggenomen voorwerpen.

Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte, maar de aanzegging zoals bedoeld in artikel 435 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is op 6 september 2023 rechtsgeldig uitgereikt aan een huisgenoot van de verdachte. Ondanks deze aanzegging is er binnen de wettelijke termijn, zoals omschreven in artikel 437 lid 2 Sv, geen schriftuur met middelen van cassatie ingediend door een raadsman van de verdachte. Hierdoor kan de verdachte niet in zijn cassatieberoep worden ontvangen.

De conclusie van de procureur-generaal, A.E. Harteveld, is dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn cassatieberoep. Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak niet verder in behandeling zal nemen, omdat de verdachte niet heeft voldaan aan de vereisten die de wet stelt voor het indienen van cassatie. De samenhang met andere zaken, genummerd 21/03659 en 21/03656, wordt ook genoemd, maar de focus ligt op de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in deze specifieke zaak.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL

BIJ DE

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer21/03655
Zitting19 november 2024

CONCLUSIE

A.E. Harteveld
In de zaak
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
hierna: de verdachte.
De verdachte is bij arrest van 26 augustus 2021 door het gerechtshof Den Haag wegens 2. “computervredebreuk, meermalen gepleegd’, 3. “opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen en worden verwerkt en worden overgedragen, veranderen en andere gegevens toevoegen, meermalen gepleegd”, 4. “medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd”, 5. “oplichting, meermalen gepleegd”, 6. “oplichting”, 7. “computervredebreuk”, 8. “oplichting, meermalen gepleegd”, 9. “computervredebreuk, meermalen gepleegd”, 10. “medeplegen van computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen, door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf of voor een ander overneemt en opneemt, meermalen gepleegd”, 11. “diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels”, 12. “computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen, door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf of een ander overneemt en opneemt, meermalen gepleegd”, 14. “computervredebreuk, terwijl de dader vervolgen gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen, door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf of een ander overneemt en opneemt, meermalen gepleegd”, 15. “oplichting”, 16. “het, met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, tweede lid of derde lid Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, een computerwachtwoord, toegangscode of daarmee vergelijkbare gegevens – waardoor toegang kan worden verkregen tot een geautomatiseerd werk of deel daarvan –, verwerven en voorhanden hebben”, 17. “poging tot afpersing”, 18. “computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen, door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf of een ander overneemt en opneemt, meermalen gepleegd”, 19. “oplichting” en 20. “witwassen, meermalen gepleegd”, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 35 maanden, met aftrek van voorarrest. Verder heeft het hof een beslissing genomen over de vorderingen van de benadeelde partijen en ten aanzien van een aantal benadeelde partijen een schadevergoedingsmaatregel opgelegd. Tot slot heeft het hof een beslissing genomen over inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen.
Er bestaat samenhang met de zaken 21/03659 en 21/03656. In deze zaken zal ik vandaag ook concluderen.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte. De aanzegging als bedoeld in art. 435 lid 1 Sv, is op 6 september 2023 rechtsgeldig uitgereikt aan een huisgenoot van de verdachte. Namens de verdachte is binnen de termijn, omschreven in art. 437 lid 2 Sv geen schriftuur houdende middelen van cassatie ingediend.
Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, kan hij ingevolge art. 437 lid 2 Sv niet in zijn cassatieberoep worden ontvangen.
Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden

AG