Conclusie
Nummer23/00922
Inleiding
Het eerste middel
Dit aantal kilometers komt overeen met het aantal kilometers dat op het huurcontract van de bus is opgenomen.”
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak is de verdachte, geboren in 1967, bij arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 februari 2023 veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, wegens medeplegen van het voorbereiden van een feit onder de Opiumwet. De verdachte heeft samen met anderen stoffen voorhanden gehad die bestemd waren voor de productie van amfetamine. In eerste aanleg was de verdachte vrijgesproken, maar het hof heeft in hoger beroep de veroordeling uitgesproken. De verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat, E.E.W.J. Maessen, twee middelen van cassatie heeft voorgesteld. Het eerste middel richt zich tegen een deel van de bewezenverklaring en bevat twee deelklachten. De eerste deelklacht betreft een overweging in de bewijsoverweging over een huurcontract dat niet door de bewijsmiddelen wordt gedragen. De tweede deelklacht betreft het medeplegen, dat volgens de verdediging niet uit de bewijsmiddelen kan volgen. Het hof heeft vastgesteld dat op twee locaties chemicaliën zijn aangetroffen die bestemd waren voor de productie van amfetamine. De bewijsvoering van het hof toont aan dat de verdachte betrokken was bij de organisatie van het transport van deze chemicaliën. Het tweede middel betreft de overschrijding van de inzendtermijn in de cassatiefase, wat door de procureur-generaal is erkend. De conclusie van de procureur-generaal strekt tot verwerping van het beroep, waarbij het eerste middel faalt en het tweede middel slaagt, maar niet tot cassatie leidt.