Conclusie
Nummer23/00943
Inleiding
Het middel
deelvan de in de bewezenverklaring genoemde chemische stoffen voorhanden heeft gehad (zo leid ik af uit het feit dat in cassatie niet de strijd wordt aangebonden met het oordeel van het hof dat in België chemicaliën zijn ingeladen en evenmin met het oordeel van het hof dat de lading van de bus in de loods is uitgeladen), maar slechts met het oordeel dat de verdachte “alle” in de loods aangetroffen chemische stoffen voorhanden had c.q. dat onvoldoende blijkt “welke” van de in de loods aangetroffen “goederen en stoffen” hij voorhanden had. De steller van het middel lijkt erop te willen wijzen dat niet is vastgesteld wat zich exact in de bestelbus bevond op het moment dat de verdachte dit transport begeleidde, noch wat zich in de loods bevond voordat de bestelbus daar aankwam. Denkbaar is daardoor, zo vat ik het middel op, dat een deel van de in de bewezenverklaring genoemde stoffen zich al voorafgaand aan het transport in de loods bevond.