ECLI:NL:PHR:2025:62
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Beslag op personenauto en de grondslag van het beslag in het strafrecht
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 december 2023 een klaagschrift van de klaagster ongegrond verklaard, waarin zij verzocht om teruggave van haar in beslag genomen blauwe Audi A3. De klaagster had op 12 oktober 2023 haar auto in beslag laten nemen en diende op 14 oktober 2023 een klaagschrift in, waarin zij aangaf de auto nodig te hebben voor de zorg voor haar vier maanden oude kind. De rechtbank oordeelde dat het strafvorderlijk belang zich verzet tegen de teruggave van de auto, omdat er voldoende aanwijzingen waren dat een andere persoon, [betrokkene 1], het voertuig had bestuurd en dat deze persoon een ongeldig rijbewijs had en eerder in aanraking was gekomen met de politie. De rechtbank stelde vast dat de kans op recidive groot was en dat het niet hoogstonwaarschijnlijk was dat de strafrechter later het voertuig verbeurd zou verklaren. De klaagster stelde dat de rechtbank onvoldoende had gemotiveerd waarom het beslag op de auto voortgezet moest worden, maar de Procureur-Generaal concludeerde dat de rechtbank wel degelijk de juiste grondslag had aangewezen, zij het met een kennelijke verschrijving naar een mobiele telefoon. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.