2.3Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“
1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 16 december 2020 (dossierpagina’s 350-352), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [aangeefster] :
Op woensdag 16 december 2020, was ik in dienst. Ik werk bij [A] als pakketbezorgster. Omstreeks 17.30 uur was ik met mijn bus op de [a-straat 1] te Sittard in de gemeente Sittard-Geleen. Ik werd aangesproken door een jongeman. Ik hoorde dat hij zei: "Mevrouw, ik heb een vraagje. Ik ben werkzoekende". Op dat moment hoorde ik de schuifdeur van mijn bus opengaan. Hierop ben ik direct naar mijn bus gerend, naar de rechterzijde van de bus. Ik zag dat er een breekijzer op straat lag. Ik zag dat een andere jongeman in mijn bus stond. Ik zag dat hij een pakket vasthield. Ik heb deze jongeman vastgepakt en de bus uitgetrokken. Ik zag dat deze jongeman met het pakket uit mijn bus viel op de straat. Op dat moment kwam de jongeman die mij als eerste aansprak en deze trok mij weg van de jongeman met het pakket. Ik voelde dat hij mij vastpakte. Ik voelde een harde klap op de borst. Ik voelde direct een felle pijnscheut op mijn borst door deze klap. Ik zag dat een van de jongemannen het breekijzer van de straat pakte. Ik zag dat de jongeman die mij aansprak wegrende met een pakket. Ik zag dat de tweede jongeman mij tegenhield. Ik zag dat hij de handscanner pakte en wegrende. Ik weet zeker dat er een pakket is weggenomen. Beiden waren donker gekleed. De klap die ik op mijn borst heb gekregen, voel ik nog steeds.
2. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 16 december 2020 (dossierpagina’s 361-362), voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
Vandaag, woensdag 16 december 2020, liep ik langs het tankstation Tinq aan de [b-straat] in Sittard. Ten hoogte van dit tankstation zag ik, op 5 meter afstand, voor mij twee jongens rennen. Ik zag dat zij mij kruislings passeerden van links naar rechts. Ik zag dat die twee jongens de [c-staat] in renden. Ik zag dat die twee jongens een steegje in renden. Ik zag dat die twee jongens stil stonden in dat steegje en dat ze om het hoekje keken. Terwijl ik terug liep zag ik dat die twee jongens het steegje uitrenden. Ik omschrijf de jongens als volgt:
Jongen 1:
- de jongen droeg een blauw mondkapje. Een medisch kapje die er medisch uitziet maar het niet is. Het betrof een wegwerp mondkapje.
Ik zag dat die jongen een pakketje vasthield, kartonkleurig, 30x20x10 cm.
Jongen 2:
- die jongen droeg hetzelfde mondkapje, maar het leek erop dat die een baard of een snor had. Geen flinke baard of snor, meer iemand die verlangde naar een baard of snor. Ik vergelijk hem met een Bram Krikke snor.
3. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 december 2020 met bijlage (dossierpagina’s 358 t/m 360), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Op woensdag 16 december 2020 kregen wij de melding om te rijden naar de [a-straat 1] ter hoogte van perceel [nummer 1] te Sittard in verband met een diefstal met geweld op een pakketbezorger van de [A] . Wij hoorden dat genoemde centralist portofonisch doorgaf dat deze diefstal met geweld gepleegd was door 2 personen.
Ter plaatse hebben wij gesproken met hieronder genoemde slachtoffer [aangeefster] . Wij hoorden dat [aangeefster] zei dat ze net was beroofd van haar handscanner en een pakketje en dat de 2 daders waren weggerend in de richting van de [b-straat] . Tevens werden wij op de plaats delict aangesproken door [getuige 1] . Wij hoorden dat [getuige 1] zei dat hij 2 personen met een pakketje had zien lopen op de [c-staat] te Sittard en dat deze 2 personen een paadje in gelopen waren naast het perceel [c-staat 1] te Sittard, welke leidde naar de achterzijde van deze woningen. Wij hoorden dat [getuige 1] zei dat hij even later beide personen weer uit het paadje zag komen en dat deze 2 personen vervolgens richting de [d-straat] te Sittard liepen. Wij hoorden dat deze personen een mondkapje zouden dragen. Wij hebben ons vervolgens begeven naar het paadje naast perceel [c-staat 1] . Wij zagen dat aan de achterzijde van [nummer 2] , op de grond, een blauw wegwerp mondkapje lag. Wij zagen dat de bestrating, waar dit mondkapje op lag, nat was en dat het mondkapje droog was. Wij zagen dat het mondkapje zo gevormd was alsof het gedragen was.
Toen wij achter de woningen een onderzoek instelde werden wij aangesproken door de bewoner van [c-staat] [nummer 3] , zijnde de hieronder genoemde [getuige 2] . Wij hoorden dat [getuige 2] zei dat hij had gezien dat 2 personen achter de woningen stonden ter hoogte waar het mondkapje op de grond lag en dat deze personen waren weggerend nadat het licht achter de woning aan sprong. Van het aangetroffen mondkapje werd een foto genomen welke bij dit proces-verbaal gevoegd is. Gezien bovenstaande heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , het aangetroffen mondkapje te 17:55 uur middels een DNA kit inbeslaggenomen.
Door de inmiddels bij het slachtoffer aangekomen leidinggevende werd de ontvreemde handscanner geactiveerd, de scanner straalde uit ter hoogte van het pand [c-staat 2] te Sittard. Tevens werd door deze leidinggevende de handscanner geactiveerd zodat deze een piepgeluid zou afgeven. Genoemde handscanner werd door verbalisanten aangetroffen in het grasveld voor de woning [c-staat 2] .
4. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 16 december 2020 (dossierpagina’s 365-366), voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 2] :
Op woensdag 16 december 2020 omstreeks 17:20 uur, was ik in mijn woning aan de [c-staat 3] te Sittard aanwezig. Ik was op mijn slaapkamer. Op een gegeven moment zag ik dat de buitenlamp van mijn woning aanging. Ik keek via het slaapkamerraam naar buiten en zag twee jongens staan die ter hoogte van de garages stonden. Ik zag dat een van die jongens iets in zijn handen vasthield, volgens was het een witte doos of iets dergelijks. Op de plek waar ik die jongens heb zien staan, lag een mondkapje, ik weet zeker dat dat mondkapje eerder die dag er niet heeft gelegen.
5. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 november 2021 met bijlagen, proces-verbaalnummer LB2R021026-54, BHV nummer 2Q21032263, Onderzoek Berghof (paginanummer 1-6), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
(pagina 3)
Naar aanleiding van een bericht op de locatie zender L1 over de overval op de [A] -pakketbezorgster meldde zich op donderdag 17 december 2020 de bewoner van de woning [b-straat 1] te Sittard aan het bureau. Hij bleek camerabeelden van zijn ringdeurbel te hebben. Op deze beelden waren 2 mannen te zien, een met mondkapje en een zonder mondkapje. Deze mannen zouden duidelijk herkenbaar in beeld zijn. De datum en tijd waarop deze mannen op de ringdeurbelvideo waren te zien was: 16 december 2020 te 17:21 uur. Dit was dus kort voor de overval op de [A] -bezorgster.
(pagina 4)
Op/omstreeks 8 maart 2021 werden foto’s van de 2 mannen, die op de ringdeurbelvideo van de [b-straat 1] te Sittard waren te zien, gedeeld op briefings van de politie. Hierbij werden door [verbalisant 4] , brigadier van politie, deze 2 mannen herkend als zijnde: [verdachte] en [betrokkene 1] .
Op/omstreeks 10 maart 2021 werden foto’s van deze 2 mannen op de lokale zender L1 getoond. Dit waren foto’s afkomstig van de camerabeelden van de [b-straat 1] te Sittard.
(pagina 5)
Naar aanleiding van voornoemd persbericht op/omstreeks 10 maart 2021 meldden zich de getuigen [getuige 5] en [getuige 4] op 11 maart 2021 bij de politie.
6. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 17 december 2020 (ongenummerd), als bijlage gevoegd bij het proces-verbaalnummer LB2R021026-54, BHV nummer 2021032263, Onderzoek Berghof, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 3] :
Op woensdag 16 december 2020, omstreeks 17.30 uur, hoorde ik geschreeuw van een man en een vrouw. Ik hoorde dat het geschreeuw vanuit de [a-straat 1] kwam. Toen ik bij het kruispunt van de [a-straat 1] en de [e-straat] kwam zag ik een jongen voorbij rennen in de richting van de [b-straat] . Ik zag dat hij een breekijzer of iets dergelijks liet vallen. Ik hoorde het geluid van metaal toen het breekijzer de grond raakte. Ik zag dat de jongen het breekijzer oppakte en doorrende in de richting van de [b-straat] . Ik zag dat een andere jongen achter hem aanrende in de richting van de [b-straat] . Toen ik naar rechts keek zag ik op de [a-straat 1] een bus van de [A] staan. Ik zag dat naast de bus een meisje stond en naar haar borst greep. Ze vertelde mij dat ze net was overvallen door twee jongens. Ik kan de jongens als volgt omschrijven:
Jongen 1:
- donkere kleding
- mondkapje
- had iets wat leek op een breekijzer in zijn handen
Dader 2:
- donkere kleding
- (licht) grijze pet
- mondkapje
7. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 november 2021 (ongenummerd), als bijlage gevoegd bij het proces-verbaalnummer LB2R021026-54, BHV nummer 2021032263, Onderzoek Berghof, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Op donderdag 17 december 2020, omstreeks 10.00 uur, verscheen er een man aan de balie van het politiebureau te Sittard. Ik hoorde dat deze man zei: "Ik heb het bericht van de overval op een [A] bezorgster gelezen op de lokale zender L1 Limburg. Ik heb camerabeelden van mijn Ring videodeurbel. Op deze beelden zijn twee personen te zien, eentje met een mondkapje en eentje zonder mondkapje.”
Deze videodeurbel hangt aan een pand aan de [b-straat 1] te Sittard.
Als bijlage van dit proces-verbaal heb ik een plattegrond bij gevoegd met de aanduiding waar de overval heeft plaatsgevonden en het pand waar de videodeurbel hangt. Op de Ring videobeelden is de volgende datum- en tijdaanduiding te zien: 16-12-2020 17:21. Aangeefster vermeldt in haar verklaring dat zij op 16-12-2020 omstreeks 17:30 uur met haar bus op de [a-straat 1] te Sittard was toen zij werd overvallen.
8. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 11 maart 2021 met bijlagen (dossierpagina’s 367-373), voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 5] :
Vandaag 11 maart 2021, viel mijn oog op een nieuwsbericht van 1 Limburg. Ik zag een nieuwsbericht met de tekst als kop: 'Politie deelt foto’s van overvallers pakketbezorger Sittard.’ Ik zag dat bij dit bericht een foto werd gedeeld van twee verdachten van deze overval. Het was mij meteen duidelijk dat één van de twee verdachten [verdachte] was. Ik herkende hem meteen aan zijn houding en zijn deels zichtbare gezicht.
U vraagt mij waar ik [verdachte] van ken.
Ik ben werkzaam in de penitentiaire inrichting te [plaats] . Op de afdeling waar ik werk heeft [verdachte] ook gezeten dus ik heb hem in de tijd dat hij gedetineerd was bijna dagelijks gezien en ook gesproken.
Ik ken hierdoor [verdachte] goed en weet heel goed hoe hij eruit ziet en ken zijn lichaamshouding. Hierdoor herkende ik [verdachte] ook direct als één van de verdachten die werd getoond in dit nieuwsbericht over de overval van een pakketbezorger in Sittard.
U vraagt mij wie ik herken als [verdachte] in dit nieuwsbericht waar ik naar verwees.
Ik kan u zeggen dat dit de verdachte betreft die het mondkapje draagt. Hij staat op de foto links. Onderaan het nieuwsbericht waarvan ik u ook de link zal doorsturen staat een foto van de twee verdachten. [verdachte] herken ik dus als de verdachte die links staat.
9. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 11 maart 2021 met bijlagen (dossierpagina’s 374-379), voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 4] :
Ik ben werkzaam ben bij de penitentiaire inrichting te [plaats] . Ik werk op de afdeling waar [verdachte] ook heeft gezeten. Hij zat enige tijd geleden nog gedetineerd in [plaats] .
Ik heb [verdachte] bijna dagelijks gezien en ook gesproken. Ik kan u dus zeggen dat ik [verdachte] al langere tijd ken. Ik weet hoe hij uitziet en hoe zijn lichaamshouding is.
Ik werd vandaag, 11 maart 2021, telefonisch bericht door [getuige 5] dat er een nieuwsbericht was van een overval in Sittard. Nadat ik de link die [getuige 5] me stuurde opende, zag ik een foto van de verdachten van deze overval. Zonder enige twijfel wist ik meteen dat de verdachte die links op de foto stond [verdachte] was. Ik herkende hem meteen. De manier waarop hij staat, dus zijn houding en aan zijn hoofd. Ik zag wel dat hij een pet droeg en een mondkapje maar desondanks kan ik u met zekerheid zeggen dat dit [verdachte] is. Door mijn werk en het feit dat ik hem al zo vaak heb gezien en gesproken was het voor mij meteen duidelijk.
10. Het proces-verbaal veiligstellen en overdracht DNA-sporendrager t.b.v. DNA-kit d.d. 16 december 2020 (dossierpagina 397), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Naar aanleiding van diefstal met geweld op het adres [a-straat 1] te Sittard, gemeente Sittard Geleen (hof: zo volgt uit het proces-verbaal van bevindingen nr. PL2300-2020202 653-17- dossierpagina 398)
heb ik op woensdag 16 december 2020 te 21:15 uur, de navolgende DNA-sporendrager(s) veiliggesteld.
Omschrijving sporendrager
SIN: AALZ9031NL
Object: Masker
Kleur: Blauw
Bijzonderheden: Mondkapje
Plaats van aantreffen: Achterzijde woning op bestrating, [c-staat 1] .
11. Het proces-verbaal van biologisch vooronderzoek d.d. 8 september 2018 (dossierpagina’s 399-401), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
In verband met een onderzoek naar een overval op een geld- en waardetransport te Sittard in de gemeente Sittard-Geleen werd door mij een forensisch onderzoek verricht naar biologische sporen aan onderstaande sporendragers.
Goednummer: PL2300-2020202653-1378638
SIM: AALZ9031NL
Object: Masker
Kleur: Blauw
Bijzonderheden: Mondkapje
Ik heb van het mondkapje de gehele witte zijde en de gehele blauwe zijde bemonsterd op humaan biologische sporen. Ik heb de sporen veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN AAOJ8195NL en AAOJ8196NL, verpakt en verzegeld.
Veiliggestelde sporen
Spoornummer: PL2300-2020202653-70388
SIN: AAOJ8I95NL
Relatie met SIN: AALZ9031NL
Spoortype: Biologisch
Spooromschrijving: Epitheel
Plaats veiligstellen: Gehele witte zijde mondkapje
Spoornummer: PL2300-2020202653-70390
SIN: AAOJ8I96NL
Relatie met SIN: AALZ9031NL
Spoortype: Biologisch
Spooromschrijving: Epitheel
Plaats veiligstellen: Gehele blauwe zijde mondkapje
12. Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek van The Maastricht Forensic Institute te Maastricht d.d. 30 maart 2021, zaaknummer TMFI2021.4835, opgemaakt door Forensisch DNA-deskundige in opleiding dr. M. Moorlag en NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige dr. P.J. Herbergs (dossierpagina’s 408-410), voor zover inhoudende als relaas van rapporteurs:
tabel 1: resultaat van het DNA-onderzoek
Gehele witte zijde mondkapje
AA0J8195NL
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man.
Het DNA-mengprofiel is geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek met het DNA-profiel van een persoon.
Verdachte [verdachte] kan donor zijn van celmateriaal in de bemonstering
Gehele blauwe zijde mondkapje
AAOJ8196NL
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man.
Het DNA-mengprofiel is geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek met het DNA-profiel van een persoon.
Verdachte [verdachte] kan donor zijn van celmateriaal in de bemonstering
13. Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek van The Maastricht Forensic Institute te Maastricht d.d. 19 april 2021, zaaknummer TMFI2021.4835-2, opgemaakt door Forensisch DNA-deskundige in opleiding dr. M. Moorlag en NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige dr. P.J. Herbergs (dossierpagina’s 413 en 414), voor zover inhoudende als relaas van rapporteurs:
Het betreft een berekening van de bewijskracht van donorschap van verdachte [verdachte] .
Om een uitspraak te doen over het mogelijke donorschap van celmateriaal van verdachte [verdachte] in de bemonsteringen van de gehele witte zijde mondkapje AAOJ8195NL en de gehele blauwe zijde mondkapje AAOJ8196NL is de likelihood-ratio (LR) methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen:
Ten aanzien van de bemonstering gehele witte zijde mondkapje AAOJ8I95NL
Hypothese 1: de bemonstering van het spoor bevat DNA van verdachte [verdachte] en een onbekende, niet verwante persoon.
Hypothese 2: de bemonstering van het spoor bevat DNA van twee onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
Ten aanzien van de bemonstering gehele blauwe zijde mondkapje AAOJ8196NL
Hypothese 1: de bemonstering van het spoor bevat DNA van verdachte [verdachte] en twee onbekende, niet verwante personen.
Hypothese 2: de bemonstering van het spoor bevat DNA van drie onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
Er wordt gebruik gemaakt van de volgende reeks waarschijnlijkheidstermen met bijbehorende likelihood ratio interval:
Extreem veel waarschijnlijker >1.000.000”.