Conclusie
Nummer24/02445
Inleiding
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid, en artikel 10a, eerste lid, van de Opiumwet" en “
medeplegen van witwassen en medeplegen van: van het plegen van witwassen een gewoonte maken en medeplegen van schuldwitwassen” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek van het voorarrest conform artikel 27 lid 1 Sr.
Het middel
De bewezenverklaring en de bewijsvoering van feit 2
een personenauto Mercedes kenteken [kenteken 1] en/of een bedrag van 21.500 euro (ten behoeve van de aankoop van die auto) en
een personenauto Mercedes kenteken [kenteken 2]
De rechtbank heeft - met weglating en verbetering van passages waarmee het hof zich niet verenigt en met enkele toevoegingen - met betrekking tot feit 2 onder meer het volgende vastgesteld en overwogen:
had dan de Mercedes [kenteken 1] met gesloten beurzen is aangekocht door het inruilen van de Mercedes [kenteken 1] .
een risico bestond dat de voertuigen in beslag zouden worden genomen. De verzekeringskosten werden door [medeverdachte 1] telkens contant aan verdachte voldaan. Uit deze omstandigheden blijkt dat verdachte en [medeverdachte 1] nauw en bewust hebben samengewerkt bij de aanschaf van en de verdere administratie rond beide voertuigen.
gelden waarover [medeverdachte 1] wel beschikte[toevoeging hof: en waarmee deze Mercedes [kenteken 1] is aangeschaft]
naar alle waarschijnlijkheid geen legale herkomst hadden.
De bespreking van het middel
gespaard geld” (van [medeverdachte 1] ) ging. Ik merk in dit kader op dat het verhoor van de medeverdachte [medeverdachte 1] , waarnaar de stellers van het middel verwijzen, geen betrekking had op spaargeld maar op diens inkomen. Het hof heeft de verklaring van [medeverdachte 1] en de mededeling van de verdachte aan de getuige (over het spaargeld) kennelijk en niet onbegrijpelijk als ongeloofwaardig terzijde geschoven, mede gelet op de financiële gegevens van de medeverdachte [medeverdachte 1] en de ongebruikelijke gang van zaken rond de transacties met de auto’s. Nu het hof gemotiveerd heeft geoordeeld dat geen sprake was van een legale herkomst van het geld en de genoemde verklaringen daaraan voor het hof niet afdoen, is van innerlijke tegenstrijdigheid geen sprake.
al die AMG’s een beetje dezelfde prijs hebben”, maakt het oordeel van het hof op zichzelf niet onbegrijpelijk.