ECLI:NL:PHR:2025:898

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
26 augustus 2025
Publicatiedatum
25 augustus 2025
Zaaknummer
23/03144
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep door het hof

In deze zaak is de verdachte, geboren in 1989, bij arrest van 1 augustus 2023 door het gerechtshof Amsterdam niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte door advocaat C.M. Peeperkorn, die één middel van cassatie heeft voorgesteld. Het middel klaagt dat het hof ten onrechte heeft vastgesteld dat er geen appelschriftuur houdende grieven is ingediend. De verdachte stelt dat er wel degelijk een appelschriftuur is ingediend, wat het hof niet heeft erkend. Het hof heeft overwogen dat er geen schriftuur houdende grieven is ingediend en dat er geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis zijn opgegeven. Hierdoor werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Aan de cassatieschriftuur is een screenshot van een door de rechtbank gestempelde appelschriftuur gehecht, die het vermoeden wekt dat het hof de verdachte ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat het middel slaagt en dat de uitspraak van het hof dient te worden vernietigd en de zaak moet worden teruggeworpen naar het gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling. De Procureur-Generaal heeft geen ambtshalve gronden aangetroffen die tot vernietiging van de uitspraak aanleiding geven.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer 23/03144

Zitting26 augustus 2025
CONCLUSIE
M.E. van Wees
In de zaak
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
hierna: de verdachte.

Inleiding

1.1
De verdachte is bij arrest van 1 augustus 2023 door het gerechtshof Amsterdam [1] niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
1.2
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte. C.M. Peeperkorn, advocaat in Amsterdam, heeft één middel van cassatie voorgesteld.

Het middel

2.1
Het middel klaagt dat het hof de verdachte ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in het hoger beroep. Daartoe voert het middel aan dat er - anders dan het hof heeft vastgesteld – wel degelijk een appelschriftuur houdende grieven is ingediend.
2.2
Het hof heeft ten aanzien van de ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep het volgende overwogen:
“Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.”
2.3
Aan de cassatieschriftuur is een document gehecht. Dat document betreft een ‘screenshot’ van een (voorpagina van een) appelschriftuur van mr. A. Vogelaar. Die appelschriftuur is gestempeld door de griffie van de rechtbank Noord-Holland op 17 april 2023. Aan de herkomst van het in cassatie overgelegde document behoeft mijns inziens redelijkerwijs niet te worden getwijfeld. Daaraan doet niet af dat het gerechtshof bij brief van 20 februari 2024 heeft medegedeeld dat een appelmemorie mét datumstempel zich niet in het dossier van het hof bevindt. Uit de (aanvullende) cassatieschriftuur is immers op te maken dat het gaat om een afbeelding van het digitale dossier van de rechtbank. Op de afbeelding is ook in de bovenbalk van de digitale applicatie een van de in eerste aanleg gehanteerde parketnummers te zien.
2.4
Het door de steller van het middel aan de cassatieschriftuur gehechte document wekt het ernstige vermoeden dat het hof de verdachte achteraf bezien ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in het hoger beroep. Uit dat stuk volgt immers dat er wel een appelschriftuur is ingediend waarop het hof - ervan uitgaande dat daarin grieven worden geformuleerd - acht had moeten slaan.
2.5
Dit brengt mee dat het middel slaagt.

Afronding

3.1
Het middel slaagt.
3.2
Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
3.3
Deze conclusie strekt tot vernietiging van de uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG

Voetnoten

1.Parketnummer 23-00051-23.