Parketnummer: 14/010145-02
Datum uitspraak: 8 oktober 2002
OP TEGENSPRAAK
VERKORT VONNIS van de rechtbank van het arrondissement Alkmaar, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van het
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedatum],
wonende [adres] te [woonplaats]
thans gedetineerd in P.I. Noord Holland Noord, Unit Zuyder Bos te Heerhugowaard.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 24 september 2002.
Aan de verdachte is, ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 17 maart 2002 in de gemeenten Alkmaar en/of Rotterdam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) die [slachtoffer 1] gedwongen te dulden dat hij diens penis in de vagina en/of de mond van die [slachtoffer 1] duwde/bracht, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt (aan haar schouders) en/of naar of in de richting van een auto heeft/hebben geduwd en/of in die/een auto heeft/hebben getrokken en/of geduwd en/of
- die [slachtoffer 1] op de achterbank van vorenbedoelde auto heeft/hebben geplaatst of laten plaatsnemen, zodanig dat zij zich (uiteindelijk) tussen (een)(mede)verdachte en (een) (mede)verdachte bevond en/of
- de deuren van vorenbedoelde auto slotvast heeft/hebben afgegrendeld en/of
- tijdens en/of na voornoemde handelingen(en) met die [slachtoffer 1] in die auto vanuit Alkmaar naar elders in het land is/zijn gereden en/of
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of (daarbij) haar heeft/hebben toegeroepen de woorden: "Hou je bek klootzak", althans woorden van soortgelijke (dreigende) strekking en/of
- een kleed of kledingstuk of deken over het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedaan en/of voornoemd voorwerp gedurende langere tijd zo heeft/hebben laten zitten en/of
- die [slachtoffer 1] geheel of gedeeltelijk van haar kleding heeft/hebben ontdaan (zoals jas en/of lange broek en/of onderbroek) en/of haar bovenkleding heeft/hebben omhooggeschoven (zoals topje en/of bh en/of shirtje) en/of
- die [slachtoffer 1] te kennen heeft/hebben gegeven dat als zij het er levend vanaf wilde brengen en/of thuis gebracht wilde worden "dit erbij hoorde" en/of (aldus doende) voor die [slachtoffer 1] een dermate bedreigende situatie heeft/hebben doen ontstaan dat daardoor de weerstand van die [slachtoffer 1] werd gebroken en zij de seksuele handelingen lijdzaam heeft ondergaan en/of uitgevoerd;
hij op of omstreeks 17 maart 2002 in de gemeenten Alkmaar en/of Almere en/of Rotterdam en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van twee, althans een, bankpas(sen) en/of ongeveer 30 euro, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan genoemde[slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt (aan haar schouders) en/of naar of in de richting van een auto heeft/hebben geduwd en/of in die/een auto heeft/hebben
- die [slachtoffer 1] op de achterbank van vorenbedoelde auto heeft/hebben geplaatst of laten plaatsnemen, zodanig dat zij zich (uiteindelijk) tussen (een) (mede)verdachte en (een) (mede)verdachte bevond en/of
- de deuren van vorenbedoelde auto slotvast heeft/hebben afgegrendeld en/of
- tijdens en/of na voornoemde handelingen(en) met die [slachtoffer 1] in die auto vanuit Alkmaar naar elders in het land is/zijn gereden en/of
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of (daarbij) haar heeft/hebben toegeroepen: "Hou je bek klootzak", althans woorden van een dergelijke (dreigende) strekking en/of
- die [slachtoffer 1] onder bedreiging van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gedwongen de pincode van de bankpas(sen) af te geven;
hij op of omstreeks 17 maart 2002 in de gemeente Alkmaar en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet
- die [slachtoffer 1] vastgepakt (aan haar schouders) en/of naar of in de richting van een auto geduwd en/of in die/een auto getrokken en/of geduwd en/of
- die [slachtoffer 1] op de achterbank van vorenbedoelde auto geplaatst of laten plaatsnemen en/of
- de deuren van vorenbedoelde auto slotvast afgegrendeld en/of
- tijdens en/of na voornoemde handelingen(en) met die [slachtoffer 1] in die auto vanuit Alkmaar naar elders in het land gereden en/of
- een op een vuurwapend gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 1] gericht en/of gericht gehouden en/of (daarbij) haar toegeroepen: "Hou je bek klootzak", althans woorden van een dergelijke (dreigende) strekking en/of
- een kleed of kledingstuk of deken over het hoofd van die [slachtoffer 1] gedaan en/of voornoemd voorwerp gedurende langere tijd zo heeft laten zitten;
hij in of omstreeks de periode van 18 tot en met 19 maart 2002 in de gemeente Rotterdam, althans in de nabijheid van Rotterdam, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte zijn penis in de vagina van [slachtoffer 2] gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit de volgende in onderlinge samenhang en verband te beziene handelingen:
verdachte heeft met een drietal mededaders die [slachtoffer 2] tegen haar zin in een auto meegenomen vanuit Tilburg naar elders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders die [slachtoffer 2] bedreigd heb(ben) met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp. Gekomen op een parkeerterrein heeft verdachte die [slachtoffer 2] uit de auto getrokken en/of gedwongen om op de voorstoel van de auto plaats te nemen. Onder een nieuwe bedreiging met het op een vuurwapen gelijkende voorwerp heeft verdachte die [slachtoffer 2] bevolen om haar broek uit te trekken. Omdat verdachte gestoord werd in zijn seksuele toenaderingen is verdachte met die [slachtoffer 2] vertrokken naar de woning van een kennis/vriend van de verdachte. In die woning aangekomen heeft verdachte opnieuw het op een vuurwapen gelijkende voorwerp aan die [slachtoffer 2] getoond, althans gehanteerd zodanig dat die [slachtoffer 2] dat kon zien. Daarna heeft verdachte die [slachtoffer 2] ontkleed en op het bed doen plaatsnemen. Verdachte heeft vervolgens zichzelf ontkleed en is bovenop die [slachtoffer 2] gaan liggen. Met zijn hand en/of been heeft hij de benen van die [slachtoffer 2] uit elkaar geduwd, waarna het seksueel binnendringen heeft plaatsgevonden.
Verdachte heeft door zo te handelen voor die [slachtoffer 2] een dermate bedreigende situatie doen ontstaan dat daardoor de weerstand van die [slachtoffer 2] werd gebroken en zij de seksuele handelingen lijdzaam heeft ondergaan.
hij in of omstreeks de periode van 18 tot en met 19 maart 2002 in de gemeenten Tilburg en/of Rotterdam en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een tas met onder andere een giropas en/of een discman en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig(e) goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een tas met ondere andere een giropas en/of een discman en/of mobiele telefoon, in elk geval van enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan genoemde [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben vastgepakt (aan haar arm) en/of met een (hard) voorwerp tegen haar (linker)slaap heeft/hebben geslagen en/of (vervolgens) dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Gewoon mee komen, dan gebeurt er niets" en/of (daarbij) een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond en/of naar of in de richting van een auto heeft/hebben geduwd en/of in die/een auto heeft/hebben getrokken en/of
- die [slachtoffer 2] op de achterbank van vorenbedoelde auto heeft/hebben geplaatst of laten plaatsnemen, zodanig dat zij zich tussen (een) (mede)verdachte en (een) (mede)verdachte bevond en/of het gezicht van die [slachtoffer 2] tegen de schouder van verdachte en/of zijn mededader heeft/hebben geduwd en/of gehouden en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- tijdens en/of na voornoemde handelingen(en) met die [slachtoffer 2] in die auto vanuit Tilburg naar elders in het land is/zijn gereden en/of
- een op een vuurwapend gelijkend voorwerp, op/aan die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of getoond en/of
- die [slachtoffer 2] onder bedreiging van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gedwongen de pincode van de giropas te geven;
hij in of omstreeks de periode van 18 tot en met 19 maart 2002 in de gemeente Tilburg en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 2] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben/is/zijn hij verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet - die [slachtoffer 2] vastgepakt (aan haar arm) en/of met een (hard) voorwerp tegen haar (linker)slaap geslagen en/of (vervolgens) dreigend de woorden toegevoegd: "Gewoon mee komen, dan gebeurt er niets" en/of (daarbij) een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, getoond en/of naar of in de richting van een auto geduwd en/of in die/een auto getrokken en/of
- die [slachtoffer 2] op de achterbank van vorenbedoelde auto geplaatst of laten
plaatsnemen, zodanig dat zij zich (uiteindelijk) tussen (een) (mede)verdachte en (een) (mede)verdachte bevond en/of het gezicht van die [slachtoffer 2] tegen de schouder van verdachte en/of zijn mededader geduwd en/of gehouden en/of die [slachtoffer 2] vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- tijdens en/of na voornoemde handelingen(en) met die [slachtoffer 2] in die auto vanuit Tilburg naar elders in het land gereden en/of
- een op een vuurwapend gelijkend voorwerp, op/aan in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 2] gericht en/of gericht gehouden en/of getoond;
hij op of omstreeks 20 maart 2002 in de gemeente Amsterdam en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen twee, althans een bankpas(sen) en/of een creditcard en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig(e) goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van twee, althans een, bankpas(sen) en/of een creditcard en/of een mobiele telefoon, in elk geval van enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan genoemde [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
- die [slachtoffer 3] heeft/hebben vastgepakt (aan haar arm) en/of naar of in de richting van een auto heeft/hebben geduwd en/of met een elleboog in/tegen gezicht heeft heeft/hebben gestoten en/of in die/een auto heeft/hebben getrokken en/of
- die [slachtoffer 3] op de achterbank van vorenbedoelde auto heeft/hebben geplaatst of laten plaatsnemen, zodanig dat zij zich tussen (een) (mede)verdachte en
(een) (mede)verdachte bevond en/of
- de deuren van vorenbedoelde auto slotvast heeft/hebben afgegrendeld en/of
- tijdens en/of na voornoemde handelingen(en) met die [slachtoffer 3] in die auto vanuit Amsterdam naar elders in het land is/zijn gereden en/of
- een op een vuurwapend gelijkend voorwerp, tegen de linkerkant van haar borst, althans op het lichaam van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of gedrukt en/of
- die [slachtoffer 3] onder bedreiging van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gedwongen de pincode van de bankpas(sen) en/of creditcard te geven;
hij op of omstreeks 20 maart 2002 in de gemeente Amsterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 3] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet
- die [slachtoffer 3] vastgepakt (aan haar arm) en/of naar of in de richting van een auto geduwd en/of in die/een auto getrokken en/of
- die [slachtoffer 3] op de achterbank van vorenbedoelde auto geplaatst of laten plaatsnemen, zodanig dat zij zich (uiteindelijk) tussen (een) (mede)verdachte en (een) (mede)verdachte bevond en/of
- de deuren van vorenbedoelde auto slotvast afgegrendeld en/of
- tijdens en/of na voornoemde handelingen(en) met die [slachtoffer 3] in die auto vanuit Amsterdam naar elders in het land gereden en/of
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen de linkerkant van haar borst, althans het lichaam, van die [slachtoffer 3] gericht en/of gericht gehouden en/of gedrukt;
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zullen deze worden verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat
hij op 17 maart 2002 in de gemeenten Alkmaar en Rotterdam en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, door geweld en andere feitelijkheden en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte die [slachtoffer 1] gedwongen te dulden dat hij zijn penis in de vagina en de mond van die [slachtoffer 1] bracht en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheden en die bedreigingen met geweld hierin dat verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt aan haar schouders en naar de auto heeft/hebben geduwd en in die auto heeft/hebben getrokken en geduwd en die [slachtoffer 1] op de achterbank van voornoemde auto heeft/hebben geplaatst , zodanig dat zij zich uiteindelijk tussen verdachte en een medeverdachte bevond en de deuren van vorenbedoelde auto slotvast heeft/hebben afgegrendeld en na vorenbedoelde handelingen met die [slachtoffer 1] in die auto vanuit Alkmaar naar elders in het land is/zijn gereden en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en daarbij haar heeft/hebben toegeroepen de woorden: "Hou je bek klootzak", althans woorden van soortgelijke dreigende strekking en een kleed of deken over het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedaan en voornoemd voorwerp gedurende langere tijd zo heeft/hebben laten zitten en dat verdachte die [slachtoffer 1] gedeeltelijk van haar kleding heeft ontdaan (zoals jas en lange broek en onderbroek) en haar bovenkleding heeft omhooggeschoven (zoals topje en bh en shirtje) en dat verdachte die [slachtoffer 1] te kennen heeft gegeven dat als zij thuis gebracht wilde worden "dit erbij hoorde" en dat verdachte en zijn medeverdachten aldus doende voor die [slachtoffer 1] een dermate bedreigende situatie hebben doen ontstaan dat daardoor de weerstand van die [slachtoffer 1] werd gebroken en zij de seksuele handelingen lijdzaam heeft ondergaan en uitgevoerd;
hij op 17 maart 2002 in de gemeenten Alkmaar en Rotterdam en elders in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van twee bankpassen en een geldbedrag, toebehorende
aan genoemde[slachtoffer 1], welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat
verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt aan haar schouders en naar de auto heeft/hebben geduwd en in die auto heeft/hebben getrokken en geduwd en
- die [slachtoffer 1] op de achterbank van vorenbedoelde auto heeft/hebben geplaatst, zodanig dat zij zich uiteindelijk tussen verdachte en een medeverdachte bevond en
- de deuren van vorenbedoelde auto slotvast heeft/hebben afgegrendeld en
- na voornoemde handelingenen met die [slachtoffer 1] in die auto vanuit Alkmaar naar elders in het land is/zijn gereden en
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht
en daarbij haar heeft/hebben toegeroepen: "Hou je bek klootzak", althans woorden van een dergelijke dreigende strekking;
hij op 17 maart 2002 in de gemeente Alkmaar en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers heeft/hebben/is/zijn verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet
- die [slachtoffer 1] vastgepakt aan haar schouders en naar de auto geduwd en in die auto getrokken en geduwd en
- die [slachtoffer 1] op de achterbank van vorenbedoelde auto geplaatst en
- de deuren van vorenbedoelde auto slotvast afgegrendeld en
- na voornoemde handelingenen met die [slachtoffer 1] in die auto vanuit Alkmaar naar elders in het land gereden en
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 1] gericht en daarbij haar toegeroepen: "Hou je bek klootzak", althans woorden van een dergelijke dreigende strekking en
- een kleed of deken over het hoofd van die [slachtoffer 1] gedaan en voornoemd voorwerp gedurende langere tijd zo heeft laten zitten;
hij in de periode van 18 tot en met 19 maart 2002 in de gemeente Rotterdam, door geweld en andere feitelijkheiden en bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte zijn penis in de vagina van de [slachtoffer 2] gebracht en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheden en die bedreiging met geweld uit de volgende in onderlinge samenhang en verband te beziene handelingen:
verdachte heeft met een drietal mededaders die [slachtoffer 2] tegen haar zin in een auto meegenomen vanuit Tilburg naar elders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders die [slachtoffer 2] bedreigd heeft/hebben met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp. Gekomen op een terrein heeft verdachte die [slachtoffer 2] uit de auto getrokken en gedwongen om op de voorstoel van de auto plaats te nemen. Onder een nieuwe bedreiging met het op een vuurwapen gelijkende voorwerp heeft verdachte die [slachtoffer 2] bevolen om haar broek uit te trekken. Doordat verdachte gestoord werd in zijn seksuele toenaderingen is verdachte met die [slachtoffer 2] vertrokken naar de woning van een kennis van de verdachte. In die woning aangekomen heeft verdachte opnieuw het op een vuurwapen gelijkende voorwerp aan die [slachtoffer 2] getoond. Daarna heeft verdachte die [slachtoffer 2] ontkleed en op het bed doen plaatsnemen. Verdachte heeft vervolgens zichzelf ontkleed en is bovenop die [slachtoffer 2] gaan liggen. Met zijn hand heeft hij de benen van die [slachtoffer 2] uit elkaar geduwd, waarna het seksueel binnendringen heeft plaatsgevonden.
Verdachte heeft door zo te handelen voor die [slachtoffer 2] een dermate bedreigende situatie doen ontstaan dat daardoor de weerstand van die [slachtoffer 2] werd gebroken en zij de seksuele handelingen lijdzaam heeft ondergaan.
hij in de periode van 18 tot en met 19 maart 2002 in de gemeenten Tilburg en Rotterdam en elders in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas met onder andere een giropas en een discman en een mobiele telefoon, toebehorende aan [slachtoffer 2], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en/of (een van) verdachtes mededader(s)
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben vastgepakt aan haar arm en vervolgens dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Gewoon mee komen, dan gebeurt er niets" en daarbij een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben getoond en haar naar de auto heeft/hebben geduwd en
- die [slachtoffer 2] op de achterbank van vorenbedoelde auto heeft/hebben geplaatst, zodanig dat zij zich tussen (een) (mede)verdachte en (een) (mede)verdachte bevond en het gezicht van die [slachtoffer 2] tegen de schouder van verdachte heeft/hebben geduwd en gehouden en die [slachtoffer 2] heeft/hebben vastgepakt en vastgehouden en
- tijdens en na voornoemde handelingen met die [slachtoffer 2] in die auto vanuit Tilburg naar elders in het land is/zijn gereden;
hij in de periode van 18 tot en met 19 maart 2002 in de gemeente Tilburg en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer 2] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers heeft/hebben/is/zijn hij verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet
- die [slachtoffer 2] vastgepakt aan haar arm en vervolgens dreigend de woorden toegevoegd: "Gewoon mee komen, dan gebeurt er niets" en daarbij een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, getoond en haar naar de auto geduwd en
- die [slachtoffer 2] op de achterbank van vorenbedoelde auto geplaatst, zodanig dat zij zich tussen (een) (mede)verdachte en (een) (mede)verdachte bevond en het gezicht van die [slachtoffer 2] tegen de schouder van verdachte geduwd en gehouden en die [slachtoffer 2] vastgepakt en vastgehouden en
- tijdens en na voornoemde handelingen met die [slachtoffer 2] in die auto vanuit Tilburg naar elders in het land gereden en
- dat verdachte een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 2] heeft gericht;
hij op 20 maart 2002 in de gemeente Amsterdam en elders in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee bankpassen en een creditcard en een mobiele telefoon, toebehorende aan [slachtoffer 3], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken; welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
- die [slachtoffer 3] heeft/hebben vastgepakt aan haar arm en naar de auto heeft/hebben geduwd en met een elleboog tegen haar gezicht heeft/hebben gestoten en in die auto heeft/hebben
getrokken en
- die [slachtoffer 3] op de achterbank van vorenbedoelde auto heeft/hebben geplaatst, zodanig dat zij zich tussen verdachte en een medeverdachte bevond en
- de deuren van vorenbedoelde auto slotvast heeft/hebben afgegrendeld en
- tijdens en na voornoemde handelingen met die [slachtoffer 3] in die auto vanuit Amsterdam naar elders in het land is/zijn gereden en
- een op een vuurwapend gelijkend voorwerp tegen de borst van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gedrukt.
hij op 20 maart 2002 in de gemeente Amsterdam en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer 3] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers heeft/hebben/is/zijn hij en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet
- die [slachtoffer 3] vastgepakt aan haar arm en naar de auto geduwd en
- die [slachtoffer 3] op de achterbank van vorenbedoelde auto geplaatst, zodanig dat zij zich tussen verdachte en een medeverdachte bevond en
- de deuren van vorenbedoelde auto slotvast afgegrendeld en
- tijdens en na voornoemde handelingen met die [slachtoffer 3] in die auto vanuit Amsterdam naar elders in het land gereden en
- een op een vuurwapend gelijkend voorwerp, op de borst van die [slachtoffer 3] gedrukt;
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank grondt de beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
4. STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZEN VERKLAARDE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van verkrachting;
ten aanzien van feit 2:
afpersing door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 3:
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
ten aanzien van feit 4:
verkrachting;
ten aanzien van feit 5:
diefstal door twee of meer verenigde personen voorafgegaan en vergezeld van geweld en met bedreiging van geweld, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken;
ten aanzien van feit 6:
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
ten aanzien van feit 7:
diefstal door twee of meer verenigde personen voorafgegaan en vergezeld van geweld en met bedreiging van geweld, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken;
ten aanzien van feit 8:
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
5. STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
6. MOTIVERING VAN DE STRAF
De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte.
De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte [verdachte] en zijn mededaders hebben met z'n vieren tot driemaal toe een jonge vrouw bestolen en langdurig van haar vrijheid beroofd. Zij hadden het oog op jonge vrouwen vanwege het overwicht dat zij op hen zouden kunnen uitoefenen en de mogelijkheid van verkrachting. Zij hebben urenlang met deze vrouwen in de nacht rond gereden en zijn daarbij zeer bedreigend opgetreden, waarbij zij onder meer gebruik hebben gemaakt van een op een pistool gelijkend voorwerp. Hierdoor hebben de vrouwen in doodsangst verkeerd, wat verdachte en zijn mededaders op dat moment zeer goed beseften. Desalniettemin heeft geen van hen op enig moment gepoogd aan deze situatie een einde te maken. Twee van de drie vrouwen zijn uiteindelijk verkracht. Zelfs na afloop van de misdadige gebeurtenissen in de nacht van 17 maart 2002, heeft geen van de daders zich teruggetrokken, maar zijn zij in de nacht van 18 op 19 maart 2002 en de nacht van 20 maart 2002 wederom met zijn vieren op pad gegaan met vergelijkbare plannen als de eerste keer.
De verdachte en zijn mededaders hebben aldus een zeer ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke vrijheid en de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Dit heeft bij de slachtoffers ernstige psychische schade veroorzaakt. Voor dergelijke ernstige feiten is alleen een onvoorwaardelijke vrijheidstraf op zijn plaats.
Wat betreft de duur van de op te leggen vrijheidsstraf geldt voor verdachte [verdachte] in het bijzonder dat hij naar het oordeel van de rechtbank bij alle drie de gebeurtenissen een toonaangevende rol heeft gespeeld. Hij voerde in de auto het gesprek met de slachtoffers, hij had een op een pistool gelijkend voorwerp bij zich en heeft de slachtoffers daarmee meermalen bedreigd en hij was degene die de slachtoffers daadwerkelijk heeft verkracht. Het eerste slachtoffer is door hem verkracht, terwijl de mededaders op enige afstand stonden te wachten. Vervolgens heeft hij zijn mededaders achtergelaten en is hij met het meisje weggereden. De volgende avond was verdachte weer de eerste die zich in de auto met het slachtoffer afzonderde en is hij, nadat hij door de politie was gestoord, met haar naar het huis van een kennis gereden om haar onder bedreiging van een pistool alsnog te verkrachten.
Tevens heeft verdachte [verdachte] het eerste en het tweede slachtoffer extra intimiderend benaderd door hen te suggereren dat zij, als zij in de handen van zijn mededaders zouden komen, het mogelijk niet zouden overleven.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank voorts gelet op:
- een uittreksel uit het Algemeen justitieel documentatieregister van 7 juni 2002, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder terzake van gewelds- of zedendelicten is veroordeeld;
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 27 juni 2002van R.V.O. van Bragt als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland, arrondissement Rotterdam.
- het over de verdachte uitgebrachte psychologisch rapport gedateerd 16 juli 2002, van dr. F. Koenraadt.
1. Ter terechtzitting is verschenen een persoon, genaamd: mr. G.A.M. van Dijk, die heeft verklaard zich in het geding over de strafzaak te voegen namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] in verband met een vordering tot vergoeding bij wijze van voorschot van € 14.000,00 immateriële schadevergoeding wegens schade die de verdachte met zijn mededaders aan de benadeelde partij heeft toegebracht. Voorts wordt een bedrag gevorderd van € 952,00 voor de kosten van rechtsbijstand.
Door het onderzoek op de terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 1, 2, en 3 bewezen verklaarde strafbare feiten, door de handelingen van de verdachte -ook al zijn andere daders daarbij betrokken - rechtstreeks schade heeft geleden. Ten aanzien van het gevorderde bedrag voor de immateriële schadevergoeding stelt de rechtbank vast dat nog geen eindtoestand is bereikt. De rechtbank is van oordeel dat deze schade in ieder geval kan worden vastgesteld op € 10.000,-, welk bedrag als voorschot kan worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de buitengerechtelijke kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken. De tot op heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
De verdachte dient voorts te worden veroordeeld in de kosten voor rechtsbijstand die de benadeelde partij ten behoeve van deze procedure heeft gemaakt, zijnde een bedrag van € 952,-.
De verdachte is niet tot vergoeding gehouden voorzover het toewijsbare reeds door de mededaders aan de benadeelde partij is voldaan.
2. Ter terechtzitting is verschenen een persoon, genaamd: [naam], die heeft verklaard zich in het geding over de strafzaak te voegen namens de benadeelde partij [slachtoffer 2] in verband met een vordering tot vergoeding van schade tot een bedrag van € 1.844,95, bestaande uit € 1.500,- bij wijze van voorschot op de immateriële schadevergoeding en € 344,95 aan materiële schadevergoeding wegens schade die de verdachte met zijn mededaders aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Door het onderzoek op de terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 4, 5 en 6 bewezen verklaarde strafbare feiten, door de handelingen van de verdachte -ook al zijn andere daders daarbij betrokken- rechtstreeks schade heeft geleden. Ten aanzien van het gevorderde bedrag voor de immateriële schadevergoeding stelt de rechtbank vast dat nog geen eindtoestand is bereikt. Nu namens de benadeelde partij slechts een voorschot is gevorderd van € 1.500,- is de rechtbank van oordeel dat deze schade in ieder geval op dit bedrag kan worden vastgesteld. Het gevorderde bedrag van € 1.844,95 kan worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken. De tot op heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
De verdachte is niet tot vergoeding gehouden voorzover het toewijsbare reeds door de mededaders aan de benadeelde partij is voldaan.
3. Ter terechtzitting is verschenen een persoon, genaamd: G.A.M. van Dijk, die heeft verklaard zich in het geding over de strafzaak te voegen namens de benadeelde partij [slachtoffer 3] in verband met een vordering tot vergoeding van schade tot een bedrag van € 10.477,70, bestaande uit € 10.000,- bij wijze van voorschot op de immateriële schadevergoeding en € 477,50 aan materiële schadevergoeding wegens schade die de verdachte met zijn mededaders aan de benadeelde partij heeft toegebracht. Voorts wordt een bedrag gevorderd van € 1.142,40 aan kosten voor rechtsbijstand.
Door het onderzoek op de terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 7 en 8 bewezen verklaarde strafbare feiten, door de handelingen van de verdachte - ook al zijn andere daders daarbij betrokken - rechtstreeks schade heeft geleden. Ten aanzien van het gevorderde bedrag voor de immateriële schadevergoeding stelt de rechtbank vast dat nog geen eindtoestand is bereikt. De rechtbank is van oordeel dat deze schade in ieder geval kan worden vastgesteld op € 7.000,-. Het gevorderde bedrag van € 7.477,50 kan worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken. De tot op heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
De verdachte dient voorts te worden veroordeeld in de kosten voor rechtsbijstand die de benadeelde partij ten behoeve van deze procedure heeft gemaakt, zijnde een bedrag van € 1.142,40.
De verdachte is niet tot vergoeding gehouden voorzover het toewijsbare reeds door de mededaders aan de benadeelde partij is voldaan.
8. SCHADEVERGOEDING ALS MAATREGEL
1. De rechtbank heeft tot het opleggen van de hierna te noemen maatregel besloten omdat de verdachte naar het oordeel van de rechtbank jegens het slachtoffer[slachtoffer 1] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbare feiten is toegebracht aan de benadeelde.
De toepassing van de vervangende hechtenis heft de op te leggen verplichting niet op.
2. De rechtbank heeft tot het opleggen van de hierna te noemen maatregel besloten omdat de verdachte naar het oordeel van de rechtbank jegens het slachtoffer [slachtoffer 2] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 4, 5 en 6 bewezen verklaarde strafbare feiten is toegebracht aan de benadeelde.
De toepassing van de vervangende hechtenis heft de op te leggen verplichting niet op.
3. De rechtbank heeft tot het opleggen van de hierna te noemen maatregel besloten omdat de verdachte naar het oordeel van de rechtbank jegens het slachtoffer [slachtoffer 3] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 7 en 8 bewezen verklaarde strafbare feiten is toegebracht aan de benadeelde.
De toepassing van de vervangende hechtenis heft de op te leggen verplichting niet op.
9. TOEGEPASTE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36f, 47, 57, 242, 282, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het bewezen verklaarde oplevert de hierboven in de rubriek STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE vermelde strafbare feiten.
Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezen verklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van negen (9) jaar.
Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
1. Wijst toe de vordering van de benadeelde partij[slachtoffer 1] tot het hierna te noemen bedrag.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 10.000,- (tienduizend euro) aan de benadeelde partij[slachtoffer 1] als voorschot op de schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van de kosten van rechtsbijstand die de benadeelde partij ten behoeve van deze procedure heeft gemaakt, zijnde een bedrag van € 952,-.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk.
Bepaalt dat de verdachte niet tot betaling gehouden is indien en voorzover de verschuldigde bedragen reeds door de mededaders zijn voldaan.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd[slachtoffer 1] te betalen een som geld ten bedrage van € 10.000,- (tienduizend euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 33 dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
2. Wijst toe de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2].
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 1.844,95 (eenduizend achthonderd vierenveertig euro en 95 eurocent) aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
Bepaalt dat de verdachte niet tot betaling gehouden is indien en voorzover de verschuldigde bedragen reeds door de mededaders zijn voldaan.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 2] te betalen een som geld ten bedrage van € 1.844,95 (eenduizend achthonderd vierenveertig honderd euro en 95 eurocent), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 12 dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
3. Wijst toe de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] tot het hierna te noemen bedrag.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 7.477,50 (zevenduizend vierhonderd zevenenzeventig euro en vijftig eurocent) aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] als voorschot op de schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van de kosten van rechtsbijstand die de benadeelde partij ten behoeve van deze procedure heeft gemaakt, zijnde een bedrag van € 1.142,40.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk.
Bepaalt dat de verdachte niet tot betaling gehouden is indien en voorzover de verschuldigde bedragen reeds door de mededaders zijn voldaan.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 3] te betalen een som geld ten bedrage van € 7.477,50 (zevenduizend vierhonderd zevenenzeventig euro en vijftig eurocent), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 24 dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A. van der Perk, voorzitter,
mr. L.J. Saarloos en mr. S.M. Schothorst, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M. van Randeraat, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 oktober 2002.