ECLI:NL:RBALK:2002:AF0709
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en nevenvoorzieningen tussen partijen na omzetting huwelijk in geregistreerd partnerschap
Op 27 februari 2002 heeft de vrouw een inleidend verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Alkmaar, waarin zij verzocht om echtscheiding en nevenvoorzieningen op basis van artikel 827 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De mondelinge behandeling vond plaats op 30 september 2002. Tijdens deze zitting bleek dat partijen hun huwelijk op 20 augustus 2002 hadden omgezet in een geregistreerd partnerschap. De rechtbank heeft op 10 oktober 2002 uitspraak gedaan en partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoeken, omdat het huwelijk reeds was ontbonden en de verzoeken om nevenvoorzieningen niet meer aan de orde konden komen.
De rechtbank overwoog dat de omzetting van het huwelijk in een geregistreerd partnerschap de familierechtelijke betrekkingen van ouders tot hun kinderen onverlet laat. Hierdoor bleven partijen gezamenlijk belast met het gezag over hun minderjarige zoon. Tijdens de zitting gaven partijen aan problemen te ondervinden met de uitvoering van de eerder vastgestelde omgangsregeling. Ze kwamen overeen om bemiddelingshulp in te roepen van mr. I. M.C. Verweel-Stokman om tot een aangepaste omgangsregeling te komen.
In afwachting van de bemiddeling zouden partijen de bestaande omgangsregeling blijven naleven, waarbij de overdracht van de minderjarige met een minimum aan mondeling contact zou plaatsvinden. Tevens werd afgesproken dat de minderjarige in de herfstvakantie bij de man zou verblijven, aansluitend op het weekend van 11 oktober 2002. De rechtbank heeft de zaak afgesloten met de constatering dat de verzoeken van partijen niet meer aan de orde waren, gezien de status van hun relatie.