1.1. [eisers] zijn sinds 15 januari 1991 eigenaar van het woonhuis met tuin aan [adres] te Egmond aan Zee, gemeente Bergen, kadastraal bekend gemeente Egmond aan Zee, sectie A, nummer [nummer].
1.2. Tot aan de eigendomsverkrijging door [eisers] was dit het woonhuis van [vorige eigenaar], die in het belendende perceel zijn praktijkruimte had.
1.3. In de transportakte van 15 januari 1991 betreffende voornoemd woonhuis met aangebouwde garage, onder- en bijgelegen grond, erf, tuin en verdere aanhorigheden te Egmond aan Zee staat vermeld - voorzover in dit verband van belang - dat dit door de heer [vorige eigenaar], voorheen wonende aan de [adres], verkoper, is verkocht aan [eisers], kopers, waarbij de koopovereenkomst is aangegaan onder -onder meer- de volgende bepaling:
"Ter bestendiging van de thans bestaande toestand en ter verzekering van het ongestoord gebruik van het bij deze verkochte en de aan verkoper verblijvende praktijkruimte staande en gelegen op een gedeelte van het perceel Egmond aan Zee sectie A nummer [nummer] verklaarden partijen te vestigen ten behoeve van en ten laste dier perceelsgedeelten, over en weer al zodanige kosteloze erfdienstbaarheden als nodig voor het voortgezet ongestoord gebruik dier percelen teneinde eventueel met het burenrecht strijdige situaties te legaliseren, onder zodanige erfdienstbaarheden uitdrukkelijk begrepen de kosteloze erfdienstbaarheid van (...):
c. uitzicht en licht, inhoudende de bevoegdheid tot het hebben en houden van vensters en lichten ter plaatse waar deze thans bestaan; (...)"
1.4. [Gedaagden] zijn thans eigenaar van het belendende perceel, waar [vorige eigenaar] - zoals hiervoor vermeld - voorheen zijn praktijkruimte had, te weten aan de [adres] te Egmond aan Zee, gemeente Bergen, kadastraal bekend gemeente Egmond aan Zee sectie A nummer [nummer].
1.5. Volgens de maatvoering zoals aangegeven op de tekening aangehecht aan de brief van 22 september 2003 van Noordwestzes architecten en ontwerpers bedraagt de afstand tussen het pand van [eisers] tot de op te richten bebouwing op het perceel van [gedaagden] op vloerhoogte 1.65 meter. De afstand van de balkonrand van het pand van [eisers] tot de beoogde dakopbouw (hierna: de dakopbouw) bedraagt volgens voornoemde maatvoering 55 centimeter.
1.6. In het pand van [eisers] bevinden zich aan de oostelijke zijgevel van de woning naast de op te richten bebouwing een slaapkamer met balkon(deuren) en een viertal ramen.
1.7. [Gedaagden] hebben op 29 juli 2003 (verzonden op 14 augustus 2003) van het college van Burgmeester en Wethouders van de gemeente Bergen een bouwvergunning verkregen voor de verbouwing van het pand aan de [adres] te Egmond aan Zee.
1.8. [Eisers] hebben bij de gemeente bezwaar aangetekend tegen de verleende bouwvergunning. Deze procedure loopt nog.
1.9. De beoogde dakopbouw zal indien zij is gerealiseerd licht- en uitzichtvermindering met zich brengen voor [eisers]
1.10. Inmiddels zijn [gedaagden] aangevangen met de uitvoering van het bouwplan overeenkomstig de verleende bouwvergunning.