Rolnummer: 150617 CV EXPL 03-2998
Uitspraakdatum: 28 juni 2004
sector kanton - locatie Hoorn
de naamloze vennootschap Aegon Schadeverzekering N.V.
gevestigd te Den Haag
eisende partij, verder te noemen: AEGON
gemachtigde: mr. J.N. Drenth, bedrijfsadvocaat te Leeuwarden
de publiekrechtelijke rechtspersoon de Gemeente Hoorn, ten deze vertegenwoordigd door het College van Burgemeester en Wethouders
zetelende aan de Nieuwe Steen 1 te 1625 HV Hoorn
1625 HV Hoorn
gedaagde partij, verder te noemen: de gemeente Hoorn
gemachtigde: G.R.M. Koopman
AEGON heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 27 oktober 2003. De gemeente Hoorn heeft bij antwoord verweer gevoerd met overgelegde bijlagen. Vervolgens is gediend van repliek en dupliek met overgelegde bijlagen. Na tussenvonnis d.d. 23 februari 2004 heeft AEGON een akte genomen waarop de gemeente Hoorn heeft gereageerd bij antwoordakte. De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast. Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De gemeente Hoorn heeft als wegbeheerder een zg. autoblok aangebracht in het wegdek van de toegangsweg tot het Julianapark en het aldaar gesitueerde watersportcomplex, met de bedoeling te voorkomen dat automobilisten die geen lid of bezoeker zijn van de watersportvereniging, het park inrijden.
Het watersportcomplex is per auto niet anders dan via de toegangsweg met het autoblok bereikbaar.
Het autoblok bestaat uit een wegklapbare stalen barricade, welke bij het uitrijden elektronisch wordt bediend door middel van een sensor in het wegdek.
Door middel van een groen dan wel rood licht in een onmiddellijk naast de hindernis geplaatste paal wordt aangegeven of de weg al dan niet vrij is.
AEGON heeft een autoverzekeringsovereenkomst met haar verzekerde [verzekerde] uit Leiden.
Op 22 april 2001 is genoemde [verzekerde] bij het verlaten van het complex met de door hem bestuurde auto tegen het autoblok aangereden waardoor schade aan die auto is ontstaan.
[Verzekerde] is lid van de watersportvereniging.
AEGON heeft terzake van die schade 2.623,98 euro aan [verzekerde] uitgekeerd en voorts uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst 258,39 euro bergingskosten voldaan.
AEGON is ingevolge art. 284 WvK getreden in de rechten van haar verzekerde.
AEGON vordert veroordeling van de gemeente Hoorn tot betaling van 2.882,37 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente sinds 22 april 2001.
AEGON legt aan haar vordering ten grondslag dat de gemeente Hoorn als wegbeheerder voor de ontstane schade aansprakelijk is omdat het autoblok op een dusdanige plaats en wijze is aangebracht dat daardoor schade aan personen of goederen kan ontstaan, terwijl de gemeente Hoorn heeft verzuimd daarvoor deugdelijk te waarschuwen.
De gemeente Hoorn voert verweer tegen de vordering.
Zij geeft uitleg over de werking van het autoblok en zij stelt zich op het standpunt dat een autoblok als het onderhavige, dan wel een slagboom of hekwerk met dezelfde functie, een in Nederland normaal en regelmatig voorkomend verschijnsel is, waarbij kenmerkend is dat slechts één auto tegelijk kan passeren, zodat dit kan worden aangemerkt als een feit van algemene bekendheid.
De gemeente Hoorn wijst er in dat verband op dat uit de inrichting van de situatie ter plaatse, een wegversmalling en afwijkende kleur en soort bestrating, duidelijk blijkt dat er sprake is van een speciale verkeerssituatie, welke bij [verzekerde] bekend was, nu hij ook op de heenweg het autoblok moet zijn gepasseerd.
De beoordeling van het geschil
De door de gemeente Hoorn gegeven uitleg over de werking van het autoblok is door AEGON op zich zelf niet betwist, zodat deze uitleg tot uitgangspunt zal dienen.
Kern van de zaak is of bestuurder [verzekerde] heeft moeten begrijpen dat het autoblok telkens maar één voertuig doorlaat.
Immers, hij geeft blijkens de overgelegde correspondentie zelf aan dat de situatie op zich redelijk duidelijk is, tenzij door een voorligger het zicht wordt ontnomen op het verkeerslicht dat aangeeft of de weg vrij is. [verzekerde] beklaagt zich er over dat op geen enkele manier duidelijk wordt gemaakt dat er maar één voertuig tegelijk kan passeren.
De vergelijking zijdens de gemeente Hoorn van de onderwerpelijke situatie met die van parkeerterreinen en parkeergarages gaat naar het oordeel van de kantonrechter niet op. Daar immers moet, anders dan in het onderhavige geval, voor het deblokkeren van de uitgang door de bestuurder een handeling worden verricht, zoals het invoeren van een betalingsbewijs. In een dergelijke situatie is evident dat er per betaling slechts één voertuig kan passeren.
De door de gemeente Hoorn overgelegde foto's laten zien dat het verkeerslicht aan de rechterzijde van de doorgang is geplaatst, onmiddellijk naast het autoblok. Dus niet aan de bestuurderszijde.
Een dergelijke plaatsing heeft tot gevolg dat, indien men bij het verlaten van het terrein wordt voorgegaan door een groot voertuig (in het onderhavige geval aldus [verzekerde] een auto met trailer, waarop een grote boot), de bestuurder van het volgende voertuig enige tijd geen zicht heeft op het verkeerslicht.
Nu bovendien de niet ongebruikelijke waarschuwingsbordjes ontbreken dat slechts één voertuig tegelijk kan passeren (zie bijvoorbeeld de Gependam te Enkhuizen), is voor een bestuurder die zich de werking van het autoblok onvoldoende realiseert en te gretig het voorliggende voertuig volgt, is naar het oordeel van de kantonrechter het gevaar van de situatie onvoldoende duidelijk aangegeven.
Daartegenover kan aan AEGON’s verzekerde het verwijt worden gemaakt dat hij, terwijl hij zoals hij aangeeft niet met de werking van het autoblok bekend was, zonder zich van de werking daarvan te vergewissen, is opgetrokken en aldus niet de nodige voorzichtigheid in acht heeft genomen.
Het vorenstaande leidt tot het oordeel dat beide partijen in gelijke mate voor de schade aansprakelijk zijn, zodat de vordering van AEGON voor de helft zal worden toegewezen.
De proceskosten zullen tussen partijen worden gecompenseerd in dier voege dat zij ieder hun eigen kosten dragen.
Veroordeelt de gemeente Hoorn om aan AEGON tegen kwijting te betalen 1.441,85 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 22 april 2001 tot de dag van betaling.
Compenseert de kosten van het geding in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. van de Sande, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2004.
De griffier,
De kantonrechter,