ECLI:NL:RBALK:2004:AP7366

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
17 mei 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
142543 CV EXPL 03-1490
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.J. van de Sande
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringskwestie over schadevergoeding na diefstal van hengels tijdens viswedstrijd

In deze zaak vordert eiser, een fervent sportvisser, schadevergoeding van zijn verzekeraar, [assuradeur], na de diefstal van zijn hengels tijdens een viswedstrijd. Eiser had op 27 mei 2002 een 'non-stop-fishing' verzekering afgesloten bij [assuradeur]. Op 17 november 2002, tijdens een viswedstrijd in Nederhorst den Berg, liet hij zijn foedraal met hengels onbewaakt achter terwijl hij zijn visstek opbouwde. Na een kwartier merkte hij dat zijn foedraal met hengels, ter waarde van 3.418,10 euro, was gestolen. Eiser deed aangifte bij de politie en meldde de schade bij [assuradeur].

De verzekeraar weigerde echter uit te keren, stellende dat eiser niet de 'normale voorzichtigheid' had betracht die in de polis was opgenomen. Eiser betoogde dat de normale voorzichtigheid tijdens sportviswedstrijden anders is dan in het algemeen, en dat hij zich aan de regels had gehouden. De kantonrechter moest beoordelen wat onder 'normale voorzichtigheid' moet worden verstaan in de context van de verzekering.

De kantonrechter oordeelde dat de polis zich richt op vrijetijdsbesteding en dat de normale voorzichtigheid in deze context moet worden geïnterpreteerd. De rechter concludeerde dat eiser, door zijn hengels onbeheerd achter te laten op een openbaar terrein, niet de vereiste voorzichtigheid had betracht. De rechter wees de vordering van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten, die voor [assuradeur] op 675 euro werden vastgesteld. Dit vonnis werd uitgesproken op 17 mei 2004 door mr. P.J. van de Sande, kantonrechter.

Uitspraak

Rechtbank Alkmaar
Sector kanton - locatie Hoorn
Vonnis
in de zaak van:
[eiser], wonende te [woonplaats]
eisende partij
verder ook te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. I. Visser, medewerkster van ARAG-Nederland, Algemene Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V. te Amsterdam, alsmede NGC gerechtsdeurwaarders te Assen
- tegen -
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [ASSURADEUR], gevestigd te Hoorn, [adres]
gedaagde partij
verder ook te noemen: [assuradeur]
gemachtigde: mr. H.M. Lauxtermann, advocaat te Amsterdam, alsmede J.H. Kerckhoffs, gerechtsdeurwaarder te Hoorn.
Het procesverloop
[Eiser] heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 6 juni 2003.
[Assuradeur] heeft bij antwoord met producties verweer gevoerd.
Vervolgens is gediend van repliek met producties en dupliek.
Na tussenvonnis d.d. 2 februari 2004 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden op 18 maart 2004.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De vaststaande feiten
[Eiser], een verwoed sportvisser, heeft op 27 mei 2002 een "non-stop-fishing" verzekering afgesloten bij [assuradeur].
Op 17 november 2002 heeft [eiser] deelgenomen aan een viswedstrijd op een openbaar terrein te Nederhorst den Berg, langs de waterkant van de Vecht.
Nadat [eiser] zijn foedraal, met daarin zijn wedstrijdhengels, op ongeveer 2 meter achter zich tegen zijn auto had gezet, is hij begonnen met het opbouwen van zijn visstek, waarna hij één van zijn hengels heeft uitgepeild.
Gedurende dit uitpeilen werd [eiser] aangesproken door een man die zich naast dan wel achter hem bevond, doch ook toen hield hij zijn ogen steeds gericht op de dobber.
Na het opbouwen van zijn visstek en het uitpeilen, hetgeen ongeveer een kwartier tot een half uur heeft geduurd, heeft [eiser] geconstateerd dat zijn foedraal. met daarin zijn andere hengels met een totale aanschafwaarde van 3.418,10 euro, was verdwenen.
Hij heeft daarvan aangifte gedaan bij de politie en de schade gemeld bij [assuradeur].
Artikel 4.3 van de verzekeringspolis bepaalt :
Er bestaat geen recht op schadevergoeding :
Indien u niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen ter voorkoming van (.....)verlies, waaronder te verstaan diefstal van een of meer verzekerde voorwerpen.
Deze laatste uitsluiting geldt niet, indien u kunt aantonen :
Dat u niet in uw zorg ten aanzien van de normale voorzichtigheid te kort bent geschoten.
Het geschil
[Eiser] vordert veroordeling van [assuradeur] tot betaling van de door hem geleden schade ad 3.418,10 euro in hoofdsom en 648,55 euro voor buitengerechtelijke kosten, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 april 2003 tot aan de voldoening.
[Eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat krachtens de met [assuradeur] gesloten verzekering aanspraak heeft op vergoeding van de door hem geleden schade. [Assuradeur] is daartoe, ondanks herhaalde sommatie, niet bereid.
[Assuradeur] stelt zich op het standpunt dat zij, gegeven de vaststaande feiten, niet tot uitkering van verzekeringspenningen is gehouden nu [eiser] ter voorkoming van diefstal niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen.
Beoordeling van het geschil
Partijen verschillen in essentie met elkaar van mening over de uitleg van het in de verzekeringspolis gehanteerde begrip "normale voorzichtigheid".
[Eiser] gaat uit van de normale voorzichtigheid tijdens sportviswedstrijden, terwijl [assuradeur] uitgaat van de normale voorzichtigheid in het algemeen.
[Eiser] beroept zich erop dat hij een specifieke polis voor sportvissers heeft afgesloten. Hij heeft ter comparitie ter toelichting op zijn standpunt naar voren gebracht dat hij sportvisser is en geen recreant. Het verschil zit hem volgens [eiser] in het al dan niet deelnemen aan wedstrijden en daarmee ook in de (bij sportvissen) duurdere uitrusting. Hij is lid van een vereniging die wedstrijden organiseert en hij doet ook mee aan openbare wedstrijden. Bij wedstrijden lopen toezichthouders en controleurs rond om te kijken of er volgens de regels wordt gevist en niet om (mede) op de eigendommen van de deelnemers te letten, aldus [eiser].
Met uitpeilen wordt bedoeld het op diepte en hoogte stellen van de dobber, een secuur werkje, waarbij de ogen doorlopend op de dobber zijn gericht. Gedurende dat uitpeilen verdween de foedraal met uitrusting.
De normale gang van zaken tijdens een viswedstrijd is volgens [eiser] dat de niet gebruikte hengels zich op enkele meters, doch binnen handbereik, achter de visser bevinden. [eiser] legt in dat verband schriftelijke verklaringen over van andere sportvissers, die bevestigen dat een dergelijk handelen tijdens een wedstrijd de normale gang van zaken is. Een plaats naast de visser is volgens [eiser] ongewenst omdat dan de controleurs op de kostbare hengels zouden kunnen trappen.
Volgens [assuradeur] is de "non-stop-fishing" polis een specifieke vorm van een diefstalverzekering voor kostbaarheden, welke, uitgaande van de in het algemeen te betrachten normale voorzichtigheid, hoogstens dekking biedt in geval van schade als gevolg van een moment van onoplettendheid of onbedachtzaamheid.
De kantonrechter is als volgt van oordeel. De polis richt zich blijkens haar begripsomschrijvingen op vrijetijdsbesteding, zodat de strekking van de polisvoorwaarden, waaronder de in art. 4.3 bedoelde "normale voorzichtigheid" in dat licht moet worden beschouwd en dus te dezen moet worden uitgegaan van de bij vissen als vrijetijdsbesteding te betrachten normale voorzichtigheid.
Deze voorzichtigheid brengt heden ten dage met zich mee dat men in een openbaar gebied niet zijn kostbare spullen onbeheerd en onafgesloten achterlaat, omdat dan het risico van verlies of diefstal te groot is.
De kantonrechter ziet in de polis geen aanknopingspunten voor een ruimere dekking dan wat in het algemeen maatschappelijk verkeer onder een normale voorzichtigheid is te verstaan.
Het door [eiser] overgelegde artikel uit het tijdschrift "Beet" leidt tot geen ander oordeel, nu ook daarin wordt gesproken over een dekking voor hengelsport als vrijetijdsbesteding.
De kantonrechter kan gelet op de vaststaande feiten tot geen andere conclusie komen dan dat [eiser] de bij vrijetijdsbesteding te betrachten normale voorzichtigheid niet in acht heeft genomen, nu [eiser] zelf aangeeft dat hij gedurende een kwartier tot een half uur welbewust zijn kostbare hengeluitrusting, op een kennelijk voor een ieder toegankelijk terrein, in het geheel niet in het oog heeft gehouden, doch deze, buiten zijn gezichtsveld, enkele meters achter zich had liggen, terwijl hij, noch de organisatie van de wedstrijd, in toezicht op de spullen had voorzien en hij evenmin een voorziening had getroffen dat deze buiten zijn zicht liggende uitrusting niet zonder belemmering kon worden meegenomen.
De omstandigheid dat een dergelijke gang van zaken bij een hengelsportwedstrijd normaal zou zijn en aldus tot de bij zulke wedstrijden geldende normale voorzichtigheid zou moeten worden gerekend, doet aan het vorenstaande niet af, zodat voor de door [eiser] op dat punt aangeboden bewijslevering geen plaats is.
Het vorenstaande leidt ertoe dat de vordering van [eiser] dient te worden afgewezen, met verwijzing van [eiser] in de gedingkosten.
De beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt [eiser] in de proceskosten, die tot heden voor [assuradeur] worden vastgesteld op een bedrag van 675 euro voor salaris van de gemachtigde van [assuradeur], waarover [eiser] geen BTW verschuldigd is.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. van de Sande, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2004.
De griffier
De kantonrechter
Rolnummer: 142543 CV EXPL 03-1490
Uitspraakdatum: 17 mei 2004