ECLI:NL:RBALK:2004:AR2058
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.G. Vroom
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van cursusgeld en vernietiging van overeenkomst wegens dwaling
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 7 juli 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen een taalcursusaanbieder en een cursist. De cursist, gedaagde in conventie, stelde dat de taalcursus te moeilijk voor hem was en dat de aanbieder, eiser in conventie, het juiste cursusniveau had moeten aanbieden. Hierdoor achtte hij de overeenkomst vernietigbaar op grond van dwaling. De cursist voerde aan dat de aanbieder de overeenkomst vroegtijdig had beëindigd en dat hij recht had op restitutie van het cursusgeld. De aanbieder vorderde op zijn beurt betaling van het resterende cursusgeld, dat door de cursist gedeeltelijk was voldaan.
De rechtbank oordeelde dat het beroep op dwaling faalde, omdat de cursist niet had aangetoond dat de overeenkomst was gesloten op basis van onjuiste informatie van de aanbieder. De cursist had tijdens een intakegesprek zijn wensen kenbaar gemaakt en aangegeven dat hij zakelijk Frans wilde leren voor licht gevorderden. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van wanprestatie aan de zijde van de aanbieder, aangezien de cursist de cursussen had geaccepteerd en deze had gevolgd. De vordering van de aanbieder tot betaling van het cursusgeld werd toegewezen, terwijl de reconventionele vordering van de cursist werd afgewezen.
De rechtbank veroordeelde de cursist om aan de aanbieder een bedrag van 4.477,20 euro te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten kwamen voor rekening van de cursist, die in het ongelijk was gesteld. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.