ECLI:NL:RBALK:2004:AR8054

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
23 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
441/2004
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.M. Vrakking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rectificatie van een krantenartikel afgewezen in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Alkmaar op 23 december 2004, heeft eiseres, de vereniging HART VAN LANGEDIJK-D'66, een kort geding aangespannen tegen de vereniging ALGEMENE ONDERNEMERSVERENIGING LANGEDIJK. De eiseres vorderde rectificatie van een artikel dat door gedaagde was gepubliceerd in het Langedijker Nieuwsblad op 24 november 2004, waarin kritiek werd geuit op de verkeersplannen van de gemeente Langedijk. Eiseres stelde dat het artikel onrechtmatig was, omdat het onjuiste informatie bevatte en schadelijke suggesties wekte over haar en haar leden, waaronder een lid dat betrokken was bij het opstellen van het verkeersplan.

Tijdens de zitting op 13 december 2004 heeft eiseres haar vorderingen toegelicht, waarbij zij onder andere vroeg om rectificatie van het artikel, verwijdering van het artikel van de website van gedaagde, en een verbod op het doen van onjuiste mededelingen. Gedaagde heeft de vorderingen bestreden en betoogd dat de publicatie van het artikel was bedoeld om de besluitvorming omtrent de verkeersplannen te waarborgen en dat zij geen onrechtmatig gedrag had vertoond.

De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat gedaagde het artikel met opzet heeft gepubliceerd om eiseres schade toe te brengen. De rechter oordeelde dat gedaagde het recht heeft om kritiek te uiten op de verkeersplannen en dat de vrijheid van meningsuiting in dit geval niet op ontoelaatbare wijze was overschreden. De vorderingen van eiseres zijn afgewezen, en zij werd veroordeeld in de kosten van het geding, die door de rechter zijn vastgesteld op Euro 241,- aan verschotten en Euro 816,- aan salaris voor de procureur.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
KG nummer: 441/2004
datum: 23 december 2004
Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding
in de zaak van:
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid HART VAN LANGEDIJK-D'66,
gevestigd te Langedijk,
EISERES IN KORT GEDING,
procureur mr. M.L. Molenaar,
tegen:
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid ALGEMENE ONDERNEMERSVERENIGING LANGEDIJK,
gevestigd te Oudkarspel,
GEDAAGDE IN KORT GEDING,
procureur mr. K. Straathof.
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Ter terechtzitting van 13 december 2004 heeft eiseres gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
Gedaagde heeft de vordering bestreden.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van eiseres de originele dagvaarding en van beide zijden pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd.
De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.
2. DE UITGANGSPUNTEN
2.1 Eiseres is een politieke partij, gedaagde is de plaatselijke ondernemersvereniging van de gemeente Langedijk.
2.2 Binnen de gemeente Langedijk is in ontwikkeling een verkeersplan genaamd "Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan". Het plan is feitelijk geschreven door de heer [naam]in samenspraak met een aantal anderen. De heer [naam]voornoemd is lid van eiseres.
2.3 Gedaagde heeft in het Langedijker Nieuwsblad d.d. 24 november 2004 een artikel (hierna ook: het artikel) geplaatst omtrent de verkeersplannen van de gemeente Langedijk. Gedaagde heeft tevens op haar website mededelingen omtrent de verkeersplannen geplaatst.
3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
1.1 Eiseres vordert, kort gezegd, (1) veroordeling van gedaagde tot rectificatie van het artikel en de mededelingen op de website van gedaagde binnen twee weken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van Euro 10.000,- per week en (2) verwijdering van het artikel van de website www.ondernemerslangedijk.nl binnen 24 uur, op straffe van verbeurte van een dwangsom van Euro 2.000,- per dag of dagdeel, (3) een verbod tegen gedaagde tot het verder doen van onjuiste mededelingen en suggesties omtrent het verkeersplan, op straffe van verbeurte van een dwangsom van Euro 5.000,- per overtreding, veroordeling van gedaagde tot betaling van (4) een bedrag van Euro 2.444,70 uit hoofde van materiele schadevergoeding, (5) een bedrag van Euro 10.000,- in verband met door eiseres geleden immateriële schade en (6) veroordeling van gedaagde in de kosten van het geding.
1.2 Eiseres stelt zich op het standpunt dat het artikel onrechtmatig is jegens haar omdat een groot gedeelte van het artikel in strijd is met de waarheid en omdat door gedaagde in het artikel een aantal onjuiste suggesties wordt gewekt. Volgens eiseres is het schrijven van dergelijke onwaarheden en onjuiste suggesties aan gedaagde toe te rekenen aangezien laatstgenoemd wist dat hetgeen zij schreef, onjuist is. Gedaagde is immers bij de gehele besluitvorming betrokken geweest, aldus eiseres. Verder stelt eiseres dat gedaagde bewust gekozen heeft voor het openbaar maken van het artikel, terwijl voor haar andere wegen, waaronder de inspraakprocedure, openstaan om haar doel te bereiken. Daar komt bij dat gedaagde haar ongenoegen omtrent de verkeersplannen op buitenproportionele wijze heeft bekend gemaakt, aldus eiseres. Daarenboven voert eiseres aan dat zij door plaatsing van het artikel schade heeft geleden, omdat er sprake is van negatieve beeldvorming aangaande de verkeersplannen en aangezien zij door de negatieve publiciteit in haar belangen is geschaad. Het artikel stelt eiseres en de heer [naam]in het bijzonder in een kwaad daglicht, aldus eiseres.
1.3 Gedaagde voert tegen de vorderingen aan dat zij de advertentie uitsluitend geplaatst heeft ten einde te voorkomen dat de besluitvorming omtrent de verkeersplannen op onzorgvuldige wijze tot stand komt. Daarenboven betoogt gedaagde dat met inperking van de vrijheid van meningsuiting zeer terughoudend moet worden omgegaan, met name als daarmee tevens de vrijheid van het publieke debat in het geding komt. Gedaagde bestrijdt voorts dat zij onrechtmatig jegens eiseres heeft gehandeld, aangezien zij in het desbetreffende artikel haar mening geeft omtrent de verkeersplannen en omdat voor de vraag of de publicatie van het artikel onrechtmatig is, de juistheid van de inhoud van het artikel niet aan de orde is. Tenslotte betwist gedaagde dat eiseres een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, in het bijzonder laat eiseres na ten aanzien van de gevorderde materiele en immateriële schadevergoeding een afzonderlijk spoedeisend belang te stellen.
1.4 Partijen hebben hun wederzijdse standpunten nader uiteengezet onder meer aan de hand van de overgelegde pleitnotities. Voor zover nodig voor de beslissing zal daarop hierna afzonderlijk en uitdrukkelijk worden ingegaan.
4. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
4.1 Ter beantwoording ligt de vraag of gedaagde met de publicatie van het artikel de grenzen van de vrijheid van meningsuiting op ontoelaatbare wijze heeft overschreden.
4.2 Het recht op vrijheid van meningsuiting vindt zijn begrenzing onder meer in de zorgvuldigheid en betamelijkheid die in het maatschappelijk verkeer jegens anderen in acht moet worden genomen. Van onzorgvuldigheid of onbetamelijkheid kan sprake zijn indien het desbetreffende artikel kennelijk gepubliceerd is met het doel eiseres opzettelijk schade toe te brengen. Dit laatste is echter niet komen vast te staan, nu gedaagde onvoldoende gemotiveerd weersproken heeft gesteld dat zij het artikel gepubliceerd heeft ten einde de burgers te wijzen op de inspraakprocedure omtrent de verkeersplannen. Het staat gedaagde daarenboven vrij om publiekelijk de verkeersplannen in zakelijke bewoordingen te bekritiseren en burgers te wijzen op de inspraakprocedures.
4.3 Dat de kritiek zich richt op met name de heer [naam]is overigens weinig verwonderlijk, aangezien laatstgenoemd ter zitting verklaard heeft het verkeersplan te hebben opgesteld.
4.4 Hetgeen hiervoor is overwogen leidt ertoe dat de onder 4.1. gestelde vraag in negatieve zin moet worden beantwoord. Het onder (1) en (2) gevorderde wordt derhalve afgewezen.
4.5 Nu onvoldoende gesteld noch gebleken is dat het enkel doen van onjuiste mededelingen eiseres op welke wijze dan ook heeft geschaad, wordt het onder (3) gevorderde eveneens afgewezen.
4.6 Vergoeding van schade komt dan ook niet aan de orde.
4.7 Eiseres wordt, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de kosten van het geding.
5. DE BESLISSING
De voorzieningenrechter:
- weigert de gevorderde voorziening;
- veroordeelt eiseres in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van gedaagde begroot op Euro 241,- aan verschotten en op Euro 816,- aan salaris procureur;
- verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door mr. J.M. Vrakking, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 december 2004 in tegenwoordigheid van mr. F. Vermeij, griffier.