ECLI:NL:RBALK:2004:AT7140
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.J. van de Sande
- Rechtspraak.nl
Vernietiging besluit vereniging van eigenaren tot weigering verwijdering doorvalstangen
In deze zaak hebben twee woning eigenaren, verzoekers sub 1 en sub 2, ieder een verzoek ingediend bij de kantonrechter om het besluit van de vereniging van eigenaren te vernietigen. Dit besluit, genomen op 7 juli 2004, weigerde hun verzoek om de doorvalstangen voor de vensters van hun appartementen te mogen verwijderen. De verzoekers zijn eigenaren van appartementsrechten in een complex dat in 1997 is opgeleverd en waarin doorvalstangen zijn aangebracht ter beveiliging van de ramen. De verzoekers stelden dat het besluit van de vereniging van eigenaren niet deugdelijk was onderbouwd en dat er geen redelijke belangenafweging had plaatsgevonden.
De kantonrechter heeft de processtukken in overweging genomen en vastgesteld dat de hoogte van de afscheiding in de appartementen van de verzoekers meer dan 0,60 meter bedraagt, waardoor volgens het Bouwbesluit 2003 de doorvalstangen niet verplicht zijn. De rechter oordeelde dat de vereniging van eigenaren onvoldoende redenen had gegeven voor de weigering van de verzoeken. De kantonrechter heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
De beschikking van de kantonrechter vernietigt het besluit van de vereniging van eigenaren en verleent de verzoekers de gevraagde vervangende machtiging om de doorvalstangen te verwijderen. De rechter concludeert dat de weigering van de vereniging van eigenaren om toestemming te verlenen niet op redelijke gronden was gebaseerd, en dat de verzoekers gegronde redenen hadden voor hun verzoek tot verwijdering van de doorvalstangen.