4.1 Citadel vordert thans, kort gezegd, veroordeling van de gemeente om aan haar te betalen een voorschot van Euro 109.000,- alsmede incassokosten en veroordeling van de gemeente in de proceskosten, een en ander als in de dagvaarding beschreven. Zij stelt daartoe dat vast staat dat de gemeente jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld nu de besluiten van 14 januari 2003 van de burgemeester en B& W, waarbij de sluiting van De Citadel is bevolen alsmede haar vergunningen zijn ingetrokken, door de rechtbank te Alkmaar zijn vernietigd. Deze uitspraak is door de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigd. Citadel voert verder aan dat als gevolg van de sluiting van haar onderneming "de loop er uit is gegaan". Dit effect is nog versterkt door de uitlatingen van de gemeente die, volgens Citadel, een onrechtmatig karakter hebben. Citadel stelt ten slotte dat zij door de, naar achteraf is gebleken, onrechtmatige sluiting en intrekking van haar vergunningen alsmede de onrechtmatige uitlatingen een substantieel omzetverlies heeft geleden.
4.2 Allereerst betoogt de gemeente dat aan de zijde van Citadel enig spoedeisend belang ontbreekt. Dit betoog faalt. Citadel heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat, nu ook de gemeente erkent schadeplichtig te zijn en Citadel in financiële moeilijkheden verkeert, zij belang heeft bij een inhoudelijke behandeling van het door haar gevorderde.
4.3 Daarnaast bestrijdt de gemeente de vordering inhoudelijk en voert daartoe aan dat enig causaal verband tussen de door Citadel opgevoerde omzetschade en de litigieuze handelingen van de gemeente ontbreekt.
4.4 Hoewel tussen partijen vaststaat dat de sluiting van de onderneming gedurende elf dagen en het intrekken van haar vergunningen als onrechtmatig dient te worden bestempeld en de gemeente deswege schadeplichtig is, moet de vordering van Citadel echter stranden.
4.5 Een voorschot, als te dezen gevorderd, kan als voorziening eerst dan worden toegewezen als het buiten gerede twijfel is dat de vermeende schade als gevolg van het onrechtmatig handelen is geleden.
4.6 In deze zaak is dat in het licht van de feiten onvoldoende aannemelijk gemaakt noch anderszins komen vast te staan. Uit die feiten blijkt weliswaar dat zich over een aantal jaren een zeker omzetverlies bij Citadel heeft voorgedaan maar niet is aangetoond dat dit te maken heeft met de sluiting van elf dagen. Veeleer blijkt uit de overgelegde krantenartikelen dat de oorzaak is gelegen in de achteruitgang in sfeer van het gebied waarin, naast andere horecagelegenheden, De Citadel is gelegen. Daaruit rijst een beeld op van onveiligheid als gevolg van een schietpartij, ruzies, vechtpartijen enzovoort. Het is zeker niet uit te sluiten dat een en ander de gemiddelde bezoeker afschrikt.
4.7 Ook met betrekking tot de uitlatingen van de gemeente moet gelden dat van enig causaal verband en/of versterkend effect niet is gebleken. Het staat de gemeente vrij om haar beleid en in het kader daarvan genomen besluiten toe te lichten. Niet kan worden gezegd dat de gemeente dit in als onrechtmatig te beschouwen uitlatingen heeft gedaan.
4.8 Citadel wordt, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de kosten van het geding.