ECLI:NL:RBALK:2005:AS6276
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tenuitvoerlegging van voorwaardelijk strafontslag na ernstig plichtsverzuim door ambtenaar
In deze zaak gaat het om de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk strafontslag dat aan eiser, een ambtenaar van de gemeente Heiloo, was opgelegd wegens plichtsverzuim. De rechtbank Alkmaar heeft op 14 februari 2005 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de eiser in persoon verscheen, bijgestaan door zijn advocaat, mr. D.A.A.M. Mijland. De verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heiloo, was vertegenwoordigd door gemachtigden en mr. J.J. Blanken van het Centraal Bureau voor Publiek Recht en Administratie.
De achtergrond van de zaak ligt in een besluit van 7 februari 2002, waarbij eiser wegens plichtsverzuim de disciplinaire straf van ongevraagd ontslag was opgelegd, met de voorwaarde dat deze straf niet ten uitvoer zou worden gelegd als hij zich gedurende twee jaar niet schuldig zou maken aan soortgelijk plichtsverzuim. Eiser had in de periode daarna een aantal keren verlof aangevraagd, maar dit werd niet tijdig goedgekeurd. Eiser ging desondanks op vakantie, wat door de gemeente werd aangemerkt als plichtsverzuim.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente terecht gebruik had gemaakt van haar bevoegdheid om het voorwaardelijk strafontslag ten uitvoer te leggen. Eiser had zich niet gehouden aan de voorwaarden die aan het voorwaardelijk ontslag waren verbonden, en de rechtbank vond dat de opgelegde maatregel niet buitenproportioneel was. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de rechtmatigheid van het besluit van de gemeente en verklaarde het beroep van eiser ongegrond.
De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de regels en voorwaarden die aan ambtenaren worden opgelegd, en bevestigt dat de gemeente bevoegd was om disciplinaire maatregelen te nemen in geval van plichtsverzuim.