ECLI:NL:RBALK:2005:AT4147
Rechtbank Alkmaar
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Familiegeschil binnen schoonmaakbedrijf met vordering tot toegang en dienstverlening
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Alkmaar, heeft eiseres, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bram Broerse Schoonmakers-Dienstverleners B.V., een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die een familielid is. De eiseres vorderde toegang tot het bedrijfspand en een veroordeling van gedaagde tot het leveren van schoonmaakdiensten door zijn vennootschappen. De zaak is ontstaan uit een conflict tussen familieleden over de leiding van het familiebedrijf. Eiseres stelt dat gedaagde, haar broer, haar de toegang tot het bedrijfspand ontzegt, wat haar in de weg staat om haar klanten te bedienen en personeel aan het werk te houden. Gedaagde betwist deze beschuldigingen en stelt dat hij eiseres niet de toegang tot het pand kan ontzeggen, maar verzet zich tegen haar vermeende plannen om het bedrijf te verplaatsen.
Tijdens de zitting op 15 april 2005 zijn de partijen in debat gegaan en hebben zij hun standpunten uiteengezet. De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat er geen spoedeisend belang is voor de gevorderde voorzieningen, aangezien er geen acuut gevaar voor het personeel is aangetoond. De rechter heeft de vorderingen van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de kosten van het geding. Tevens is gedaagde niet-ontvankelijk verklaard in zijn reconventionele vordering tegen de bestuurder van eiseres, omdat deze niet op de juiste wijze was ingediend.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van een spoedeisend belang in kort geding procedures en de rol van de rechter in het beoordelen van de feiten en omstandigheden van de zaak. De zaak zal verder worden behandeld in een reguliere procedure bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam, waar de volledige omvang van het geschil zal worden besproken.