ECLI:NL:RBALK:2005:AU0617

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
20 juli 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
174899-04-5205 TvW
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onredelijk bezwarende opzegtermijn in onderwijsovereenkomst

In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Alkmaar op 20 juli 2005, betreft het een geschil tussen de besloten vennootschap Best Alert College B.V. en een gedaagde die zich had ingeschreven voor een opleiding tot sterbodyguard. De gedaagde had zich op 2 november 2002 ingeschreven voor de opleiding, maar had deze op 17 april 2003 om persoonlijke redenen opgezegd. De onderwijsovereenkomst bevatte een opzegtermijn van negen maanden, waartegen de gedaagde zich verzet, stellende dat deze termijn onredelijk lang was.

De kantonrechter oordeelde dat ingevolge artikel 6:237 sub l BW een beding in de algemene voorwaarden dat de wederpartij aan een opzegtermijn bindt die langer is dan drie maanden vermoed onredelijk bezwarend te zijn. De kantonrechter concludeerde dat de opzegtermijn van negen maanden de grens van dit artikel zwaar overschreed, zonder dat Best Alert had aangetoond waarom deze lange termijn gerechtvaardigd was. De kantonrechter verwierp het verweer van Best Alert en oordeelde dat de opzegtermijn vernietigbaar was op basis van artikel 6:233 BW.

Hierdoor werd de vordering van Best Alert, die was gebaseerd op de onredelijke opzegtermijn, afgewezen. De kantonrechter stelde verder dat Best Alert als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten diende te vergoeden. Dit vonnis benadrukt de bescherming van consumenten tegen onredelijke voorwaarden in overeenkomsten, met name in het onderwijs.

Uitspraak

Rechtbank Alkmaar
Sector kanton - locatie Alkmaar
Vonnis
in de zaak van:
de besloten vennootschap Best Alert College B.V. te Best
eisende partij
verder ook te noemen: Best Alert
gemachtigde: G.W. van Lith, gerechtsdeurwaarder te Eindhoven
- tegen -
[Gedaagde] te Alkmaar
gedaagde partij
verder ook te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon.
Het tussenvonnis
In deze zaak is op 27 april 2005 een tussenvonnis uitgesproken.
De kantonrechter blijft bij hetgeen daarin is overwogen en beslist.
Het verdere procesverloop
Bij dit tussenvonnis is Best Alert in de gelegenheid gesteld - zo mogelijk onder overlegging van concrete bescheiden - bij akte nader aan te geven
- wanneer [gedaagde] precies met de opleiding tot sterbodyguard is begonnen;
- hoe lang deze opleiding zou duren;
- over welke periode [gedaagde] heeft voldaan aan zijn betalingsverplichting;
- over welke periode het restantbedrag van € 3.358,48 is opgebouwd en
- uit welke betalingstermijnen derhalve dit laatste bedrag bestaat.
Ter voldoening aan deze bewijsopdracht heeft Best Alert een nadere akte genomen.
Daarop heeft [gedaagde] bij antwoordakte gereageerd.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Vervolgens is vonnis bepaald.
De verdere beoordeling van het geschil
1. Als enerzijds gesteld en anderzijds niet althans onvoldoende weersproken neemt de kantonrechter thans het volgende als vaststaand aan. [Gedaagde] heeft zich op 2 november 2002 bij Best Alert ingeschreven voor de opleiding tot sterbodyguard. Deze opleiding bestaat uit verschillende modules en start in beginsel met de module directiechauffeur. [Gedaagde] beschikte ten tijde in geding evenwel niet over een rijbewijs en is mitsdien begonnen met de module beveiliger. De opleiding voor [gedaagde] is op 23 november 2002 van start gegaan en zou in beginsel anderhalf jaar duren. [Gedaagde] is zijn opleiding gestart met een stageplaats bij PSI Beveiliging B.V. Partijen hebben met elkaar ter zake een onderwijsovereenkomst gesloten en daarbij heeft [gedaagde] zich voor alle modules van de opleiding tot sterbodyguard ingeschreven, met uitzondering van de module General Security Manager. Bij het sluiten van de onderwijsovereenkomst zijn partijen voorts met elkaar overeengekomen dat [gedaagde] de kosten van de opleiding zou betalen in 16 termijnen. [Gedaagde] heeft hiervan 4 termijnen voldaan. [Gedaagde] heeft vervolgens om hem moverende redenen bij schrijven van 17 april 2003 zijn deelname aan de opleiding opgezegd.
2. Bij akte na tussenvonnis heeft Best Alert de oorspronkelijke vordering verminderd. Thans vordert Best Alert nog uitsluitend het bedrag dat [gedaagde] naar de mening van Best Alert aan haar is verschuldigd over de uit artikel 17 lid 4 van de algemene voorwaarden voortvloeiende opzegtermijn van 9 maanden, te vermeerderen met de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, kosten rechtens.
3. De kantonrechter neemt dan ook als vaststaand aan dat [gedaagde] overigens aan zijn betalingsverplichtingen jegens Best Alert heeft voldaan.
4. Best Alert is van mening dat zij [gedaagde] aan de opzegtermijn van negen maanden kan houden. [Gedaagde] heeft daarentegen gesteld dat Best Alert een onredelijk lange opzegtermijn hanteert. De kantonrechter zal dit verweer opvatten als een beroep op het bepaalde in artikel 6:237 sub l BW. Dienaangaande overweegt de kantonrechter het volgende.
5. Ingevolge artikel 6:237 sub l BW wordt een beding in de algemene voorwaarden dat de wederpartij aan een opzegtermijn bindt die langer is dan drie maanden vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Met de uit het bepaalde in artikel 17 lid 4 van de algemene voorwaarden voortvloeiende opzegtermijn van negen maanden wordt naar het oordeel van de kantonrechter de grens van artikel 6:237 sub l BW zwaar overschreden zonder dat door of namens Best Alert duidelijk is gemaakt waarom die (zware) overschrijding in de gegeven omstandigheden nodig is dan wel gerechtvaardigd wordt.
6. Gelet hierop is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde] zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het beding dat hem aan opzegtermijn van negen maanden bindt onredelijk bezwarend is en mitsdien vernietigbaar ingevolge het bepaalde in artikel 6:233 BW. Het verweer van [gedaagde] slaagt dan ook.
7. Voor conversie in een geldige opzegtermijn van drie maanden ziet de kantonrechter onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis van artikel 6:233 BW (MvA II, Parl. Geschiedenis, InvW 6, p. 1588) geen ruimte.
8. Dit brengt met zich dat de vordering van Best Alert die na de vermindering van eis nog uitsluitend gebaseerd is op een opzegtermijn van negen maanden dient te worden afgewezen.
9. Hetgeen overigens door [gedaagde] is aangevoerd behoeft dan ook verder geen nadere bespreking.
10. Best Alert zal als de in het ongelijk gestelde partij worden belast met de proceskosten.
De beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Verwijst Best Alert in de proceskosten, die tot heden voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J.H.A.C. Everaerts, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2005.
De griffier
De kantonrechter
Rolnummer: 174899-04-5205 TvW
Uitspraakdatum: 20 juli 2005