ECLI:NL:RBALK:2005:AU3464

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
29 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
05-340
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.M. Vrakking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot nakoming koopovereenkomst en opheffing conservatoir beslag

In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 29 september 2005, heeft eiser in conventie gevorderd dat gedaagde zou worden verplicht om een koopovereenkomst na te komen. Eiser stelde dat er op 14 juli 2005 een koopovereenkomst tot stand was gekomen met betrekking tot een perceel grond, dat gedaagde inmiddels aan een derde had verkocht. Eiser had op 2 september 2005 conservatoir beslag gelegd op het perceel. Gedaagde betwistte echter dat er een koopovereenkomst was gesloten en voerde aan dat eiser nooit een bod had gedaan. In reconventie vorderde gedaagde opheffing van het beslag, stellende dat dit onrechtmatig was zonder een geldige koopovereenkomst.

Tijdens de zitting op 19 september 2005 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De voorzieningenrechter oordeelde dat, hoewel er onderhandelingen waren geweest, er onvoldoende bewijs was dat deze hadden geleid tot een bindende koopovereenkomst. De rechter wees de vordering in conventie af en kende de vordering in reconventie toe, waardoor het conservatoire beslag werd opgeheven. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van zowel de conventie als de reconventie. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
KG nummer: 05-340
datum: 29 september 2005
Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding
in de zaak van:
[eiser],
wonende te Barsingerhorn, gemeente Niedorp,
EISER IN CONVENTIE IN KORT GEDING,
VERWEERDER IN RECONVENTIE IN KORT GEDING,
procureur mr. J.H. Prins,
tegen:
[gedaagde],
wonende te Barsingerhorn, gemeente Niedorp,
GEDAAGDE IN CONVENTIE IN KORT GEDING,
EISER IN RECONVENTIE IN KORT GEDING,
procureur mr. Th.C.J. Kaandorp.
Partijen zullen verder ook worden genoemd "[eiser]" respectievelijk "[gedaagde]".
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Ter terechtzitting van 19 september 2005 heeft [eiser] in conventie gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
[gedaagde] heeft de vordering bestreden en een eis in reconventie ingesteld. [eiser] heeft tegen de reconventionele vordering verweer gevoerd.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van [eiser] een kopie van de originele dagvaarding en pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd.
De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.
2. DE UITGANGSPUNTEN
in conventie en in reconventie
2.1[gedaagde] is eigenaar van een terrein/grasland aan de [straatnaam] te [plaatsnaam], kadastraal bekend [kadastrale gegevens] (hierna ook: het perceel).
2.2 Tussen partijen is een geschil gerezen omtrent het antwoord op de vraag of tussen hen ter zake van het perceel een koopovereenkomst tot stand is gekomen.
2.3[gedaagde] heeft het perceel inmiddels verkocht aan een derde.
2.4 Op 2 september 2005 heeft [eiser] ten laste van[gedaagde] op het perceel conservatoir beslag tot levering gelegd.
3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
in conventie en in reconventie
3.1 [eiser] vordert in conventie, verkort weergegeven kort gezegd, veroordeling van[gedaagde] om de koopovereenkomst na te komen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van Euro 1.000,- per dag, met veroordeling van[gedaagde] in de kosten van het geding.
3.2 [eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat er tussen hem en[gedaagde] ten aanzien van het perceel op 14 juli 2005 een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Voorafgaand aan die totstandkoming hebben partijen veelvuldig mondeling contact met elkaar gehad, onder meer over de financiering. Het contact van de zijde van[gedaagde] verliep daarbij mede via zijn zoon, alles aldus [eiser]. [eiser] stelt dat de zoon van[gedaagde] op 8 augustus 2005 te kennen heeft gegeven dat er overeenstemming bereikt was en dat dientengevolge het transport kon plaatsvinden. Vervolgens is er een afspraak gemaakt voor de volgende dag om onder meer nog een pachtkwestie met betrekking tot het perceel te bespreken, wederom aldus [eiser]. Op 9 augustus, zo stelt [eiser], heeft de zoon van[gedaagde] [eiser] bericht dat[gedaagde] niet bereid was om mee te werken aan levering aan [eiser], omdat het perceel op korte termijn aan een derde geleverd zou worden.
3.3[gedaagde] bestrijdt dat er tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen en voert daartoe aan dat [eiser] wel aangegeven heeft geïnteresseerd te zijn in de aankoop van het perceel maar dat hij nooit daadwerkelijk een bod heeft uitgebracht.[gedaagde] voert aan dat het door [eiser] gelegde beslag bij het ontbreken van een koopovereenkomst onrechtmatig is. In reconventie vordert[gedaagde] derhalve opheffing van het beslag, met veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding.
4. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
in conventie en in reconventie
4.1 Omdat de vorderingen in conventie en in reconventie nauw met elkaar verweven zijn, komen zij in het navolgende gezamenlijk aan de orde.
4.2 Kern van het geschil is het antwoord op de vraag of er tussen [eiser] en[gedaagde] een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Deze vraag dient voorshands in negatieve zin te worden beantwoord en daartoe geldt het volgende. Gelet op de ter zitting over en weer afgelegde verklaringen is voldoende aannemelijk geworden dat in de periode voorafgaand aan het op 9 augustus 2005 geplande gesprek tussen partijen, sprake is geweest van enige onderhandelingen tussen hen maar niet dat die onderhandelingen reeds tot een overeenkomst hebben geleid. Zo staat weliswaar vast dat [eiser] op enig moment aan[gedaagde] te kennen heeft gegeven interesse te hebben in de koop van het perceel en dat[gedaagde] daarbij heeft aangegeven welke prijs hij per hectare vroeg, maar gelet op het over en weer gestelde is thans onvoldoende aannemelijk geworden dat die onderhandelingen in een dusdanig stadium waren dat erop vertrouwd mocht worden dat het een en ander daadwerkelijk tot een koopovereenkomst zou leiden. Op grond van het voorgaande wordt de vordering in conventie afgewezen en de vordering in reconventie toegewezen.
4.3 [eiser] wordt, zowel in conventie als in reconventie, als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding.
5. DE BESLISSING
De voorzieningenrechter:
in conventie
- weigert de gevorderde voorziening;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van[gedaagde] begroot op Euro 244,- aan verschotten en op Euro 816,- aan salaris procureur;
in reconventie
- heft op het door [eiser] blijkens proces-verbaal van beslaglegging d.d. 2 september 2005 ten laste van[gedaagde] gelegde conservatoire beslag tot levering zoals nader in dat proces-verbaal omschreven;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van[gedaagde] begroot op nihil aan verschotten en op Euro 408,- aan salaris procureur;
in conventie en in reconventie
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door mr. J.M. Vrakking, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 september 2005 in tegenwoordigheid van mr. F. Vermeij, griffier.