ECLI:NL:RBALK:2005:AU5961
Rechtbank Alkmaar
- Kort geding
- H. Warnink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de vordering tot schorsing van de executie van dwangsommen in kort geding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 10 november 2005 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Paracentrum Texel B.V. (PCT). De vordering van [eiser] tot schorsing van de executie van dwangsommen werd afgewezen. Eerder, op 19 mei 2005, was er al een kort geding vonnis uitgesproken waarin [eiser] was veroordeeld tot het betalen van dwangsommen bij overtreding van een concurrentiebeding. PCT had gesteld dat [eiser] zich niet aan dit vonnis had gehouden, wat door de voorzieningenrechter werd bevestigd. De rechter oordeelde dat het eerdere vonnis niet op een kennelijke misslag berustte en dat er voldoende bewijs was dat [eiser] de voorwaarden van het vonnis had overtreden.
Tijdens de zitting op 1 november 2005 heeft [eiser] zijn vordering toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat het vonnis van 19 mei 2005 onterecht was omdat het verbod verder ging dan het concurrentiebeding. PCT heeft deze stelling bestreden en aangetoond dat er naast het concurrentiebeding ook sprake was van onrechtmatig handelen door [eiser]. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vordering van [eiser] niet kon worden toegewezen, omdat hij niet had aangetoond dat hij zich aan het vonnis had gehouden. Bovendien werd overwogen dat de financiële problemen van [eiser] het gevolg waren van zijn eigen overtredingen.
De voorzieningenrechter heeft [eiser] in de kosten van het geding veroordeeld, die zijn begroot op Euro 244,- aan verschotten en Euro 816,- aan salaris voor de procureur. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat PCT de kosten kan verhalen, ongeacht een eventueel hoger beroep van [eiser].