ECLI:NL:RBALK:2005:AU5969
Rechtbank Alkmaar
- Kort geding
- H. Warnink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot opheffing van executoriaal beslag in kort geding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 10 november 2005 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagden. Eiser vorderde de opheffing van een executoriaal beslag dat door gedaagden was gelegd op zijn onroerende zaak. De achtergrond van het geschil ligt in een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van 21 oktober 2004, waarin eiser was veroordeeld om gedaagden toegang te verlenen tot een erfdienstbaarheid. Eiser had in de periode van 9 tot en met 13 december 2004 dwangsommen verbeurd, maar stelde dat deze dwangsommen inmiddels waren verjaard. Gedaagden betwistten dit en voerden aan dat de verjaringstermijn was gestuit door het leggen van executoriaal beslag op 8 maart 2005 en door het leggen van derdenbeslag op 29 juni 2005.
Tijdens de zitting op 1 november 2005 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en bewijsstukken overgelegd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dwangsommen niet zijn verjaard, omdat eiser het exploot van 29 juni 2005, waarin het derdenbeslag werd aangekondigd, had ontvangen. Eiser's argument dat hij de dwangsommen niet had verbeurd, omdat hij had geprobeerd een trottoirband aan te leggen, werd door de rechter verworpen. Gedaagden hadden met foto's aangetoond dat het gebruik van de erfdienstbaarheid was belemmerd.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van gedaagden zijn begroot op Euro 244,- aan verschotten en Euro 816,- aan salaris voor de procureur. De kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.