ECLI:NL:RBALK:2005:AZ3681
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake de verdeling van een gemeenschap en het melkquotum in erfrechtelijke context
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Alkmaar op 13 juli 2005, betreft het een geschil tussen [eiser] en [gedaagden] over de verdeling van een gemeenschap en de toerekening van een melkquotum. De rechtbank verwijst naar eerdere vonnissen en het verloop van de procedure, waarbij op 16 februari 2005 een eindvonnis werd gewezen. De rechtbank heeft op die datum een comparitie van partijen gelast om [eiser] de gelegenheid te geven informatie te verstrekken over het melkquotum, dat volgens [gedaagden] zonder hun toestemming door [eiser] was verkocht. Tijdens de comparitie op 20 juni 2005 is [eiser] echter niet verschenen en heeft hij geen bescheiden overgelegd, wat de rechtbank als een tekortkoming beschouwt.
De rechtbank oordeelt dat [eiser] toerekenbaar tekort is geschoten door het melkquotum te verkopen zonder toestemming van de erven. De schade die [gedaagden] hebben geleden door deze verkoop wordt vastgesteld op Euro 90.756,04, die gelijk is aan het bedrag dat de erven zouden hebben ontvangen indien het melkquotum niet was verkocht. De rechtbank wijst de vordering van [gedaagden] toe en veroordeelt [eiser] tot betaling van Euro 9.075,60 aan elk van de gedaagden, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 17 maart 2004. Tevens wordt [eiser] in de proceskosten verwezen, aangezien hij grotendeels in het ongelijk is gesteld.
De rechtbank benadrukt dat het aan [gedaagden] is om voldoende gemotiveerd te stellen en te bewijzen dat door wanprestatie van [eiser] schade is geleden. De rechtbank concludeert dat [eiser] niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen en dat zijn verweer onvoldoende gemotiveerd is. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank wijst alle overige vorderingen af.