ECLI:NL:RBALK:2006:AU9528

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
11 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
74217/HA ZA 04-648
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring voor recht inzake de kwalificatie van teeltcontracten als pachtovereenkomsten

In deze zaak vorderde de Gemeente Haarlemmermeer een verklaring voor recht dat de tussen haar en de gedaagde gesloten 'teeltcontracten' niet als pachtovereenkomsten kunnen worden beschouwd. De rechtbank Alkmaar, die op 11 januari 2006 uitspraak deed, oordeelde dat, hoewel de vraag of de overeenkomsten als pacht kunnen worden gekwalificeerd niet strikt ter beoordeling voorlag, dit wel de materiële kwestie was in het geschil. De rechtbank verwees de zaak naar de pachtkamer van de sector kanton, omdat deze bevoegd is om geschillen betreffende pacht te behandelen. De rechtbank oordeelde dat de Gemeente Haarlemmermeer haar vordering niet bij de juiste sector had ingediend, en verwees de zaak ambtshalve naar de sector kanton.

De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder de dagvaarding, conclusies van antwoord, repliek en dupliek, en pleidooien. De Gemeente Haarlemmermeer, vertegenwoordigd door haar procureur mr. H.R.M. Jenné en advocaat mr. P.F.P. Nabben, stelde dat er geen reguliere pachtovereenkomst bestond en vorderde ontruiming van het perceel door de gedaagde. De gedaagde, vertegenwoordigd door procureur mr. C.H.P. de Boer en advocaat mr. W.M. Bijloo, voerde gemotiveerd verweer.

De rechtbank benadrukte dat de pachtkamer al een andere zaak had die verband hield met het geschil, wat de noodzaak van verwijzing versterkte. De beslissing van de rechtbank hield in dat partijen niet verplicht waren om op de rolzitting van de sector kanton te verschijnen, en dat zij ook persoonlijk of bij gemachtigde konden verschijnen. De rechtbank wees ook op de proceskosten die in deze procedure aan de orde zouden komen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
zaaknummer/rolnummer: 74217 HA/ZA 04-648
datum: 11 januari 2006
Vonnis van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
in de zaak van:
DE GEMEENTE HAARLEMMERMEER,
zetelend te Hoofddorp,
eiseres,
procureur mr. H.R.M. Jenné,
advocaat mr. P.F.P. Nabben te Haarlem,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
procureur mr. C.H.P. de Boer,
advocaat mr. W.M. Bijloo te Middelharnis.
Partijen zullen hierna Gemeente Haarlemmermeer en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek tevens houdende akte overlegging producties
- de conclusie van dupliek
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken en het van die zitting opgemaakte proces-verbaal.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De gemeente Haarlemmermeer is eigenaar van de percelen landbouwgrond aan de (adres + plaatsnaam], kadastraal bekend [kadastrale gegevens] met een totale oppervlakte van circa 80 ha (hierna: het perceel).
2.2. Namens de gemeente Haarlemmermeer is rentmeester Bakker in januari 2001 en in januari 2002 met [gedaagde] overeenkomsten, door de gemeente Haarlemmermeer aangeduid als "teeltcontracten", aangegaan betreffende het perceel.
2.3. Tussen partijen is een geschil ontstaan over de vraag of die "teeltcontracten" zijn te beschouwen als pachtovereenkomsten met alle gevolgen van dien.
3. Het geschil
3.1. Gemeente Haarlemmermeer vordert - samengevat - dat de rechtbank bij uitvoerbaar te verklaren vonnis:
- voor recht verklaart dat de in 2001 en 2002 terzake van het perceel, tussen de gemeente Haarlemmermeer en [gedaagde] geen reguliere pachtovereenkomst bestaat of heeft bestaan;
- [gedaagde] veroordeelt om binnen tien dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis het perceel te ontruimen en aan de gemeente Haarlemmermeer ter vrije algehele beschikking te stellen;
- de gemeente Haarlemmermeer machtigt de hiervoor genoemde ontruiming zelf ten uitvoer te (doen) nemen, zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie,
met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2. In hoofdlijnen legt de gemeente aan het gevorderde ten grondslag dat de met [gedaagde] gesloten overeenkomsten geen pachtovereenkomsten zijn, dan wel, voor het geval ze dat wel zijn, zij niet aan die overeenkomsten is gebonden omdat de rentmeester zijn bevoegdheid dan heeft overschreden.
3.3. [gedaagde] voert gemotiveerd verweer.
4. De beoordeling
4.1. De rechtbank zal eerst ingaan op haar bevoegdheid van deze zaak kennis te nemen. Gelet op de artikelen 128 en 129 van de Pachtwet is de pachtkamer bevoegd kennis te nemen van geschillen betreffende pacht. Hoewel ter beoordeling, strikt genomen, niet voorligt de vraag of de tussen partijen gesloten overeenkomsten zijn te beschouwen als pacht, is dat wel de materiële vraag in het onderhavige geschil. Gelet op het bepaalde in artikel 71 derde lid Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, gelezen in samenhang met de artikelen 136 en 139 van de Pachtwet brengt, dit naar het oordeel van de rechtbank, mee dat het onderhavige geschil moet worden behandeld door de pachtkamer van de sector kanton van deze rechtbank. Bij de pachtkamer van de sector kanton van deze rechtbank is ook al een zaak betreffende het onderhavige geschil aanhangig.
4.2. Nu Gemeente Haarlemmermeer haar vordering niet heeft ingediend bij de sector kanton, zal de rechtbank de zaak op de voet van art. 71 lid 2 Rv ambtshalve naar die sector verwijzen.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rolzitting van de sector kanton van deze rechtbank, locatie Den Helder, op donderdag 26 januari 2006 om 10.00 uur,
5.2. wijst partijen erop dat zij op de hiervoor vermelde rolzitting niet hoeven te verschijnen, omdat de kantonrechter eerst zal beslissen op welke wijze de procedure zal worden voortgezet, waarna de griffier partijen over deze beslissing zal informeren,
5.3. wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure niet meer vertegenwoordigd hoeven te worden door een procureur, maar ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen,
5.4. wijst partijen erop dat de kantonrechter zal beslissen over de proceskosten in deze procedure, waaronder het vast recht van Euro 241,- voor Gemeente Haarlemmermeer en Euro 241,-voor [gedaagde].
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2006.