ECLI:NL:RBALK:2006:AX4928
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging studiefinanciering na 10 jaar: beoordeling van toezeggingen en vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 16 mei 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die studiefinanciering ontving, en de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (IB-Groep), de verweerster. Eiseres ontving van oktober 1996 tot september 2001 studiefinanciering voor haar studie tandheelkunde en kreeg in augustus 2004 opnieuw studiefinanciering toegekend voor haar studie Nederlands Recht. Echter, bij besluit van 7 oktober 2005 werd haar medegedeeld dat zij met ingang van 1 oktober 2006 geen recht meer had op studiefinanciering, omdat zij het maximaal aantal maanden had bereikt. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar verweerster verklaarde het bezwaar ongegrond op 12 december 2005. Eiseres ging hiertegen in beroep.
De rechtbank moest beoordelen of verweerster terecht had gehandeld door het recht op studiefinanciering te beëindigen. De relevante wetgeving, de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000), stelt dat een student geen aanspraak heeft op studiefinanciering indien er 10 jaren zijn verstreken vanaf de maand waarin voor het eerst studiefinanciering is toegekend. Eiseres voerde aan dat verweerster toezeggingen had gedaan die haar het vertrouwen gaven dat zij recht had op studiefinanciering na deze termijn. De rechtbank oordeelde dat er geen ondubbelzinnige toezeggingen waren gedaan die het vertrouwen van eiseres konden rechtvaardigen. Bovendien stelde de rechtbank vast dat eiseres op de hoogte had moeten zijn van de 10-jaarsregel, zoals vastgelegd in de wet.
De rechtbank concludeerde dat verweerster terecht had gehandeld door het recht op studiefinanciering te beëindigen en verklaarde het beroep van eiseres ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van kennis van de wetgeving door studenten en de noodzaak voor duidelijke communicatie van toezeggingen door de verweerster.