ECLI:NL:RBALK:2006:AY4704

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
3 april 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
192841 CV EXPL 05-2594
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid gemeente voor schade aan kabel tijdens freeswerkzaamheden

In deze zaak heeft KPN Telecom B.V. (voorheen PTT Telecom B.V.) de gemeente Noorder-Koggenland aangeklaagd voor schade die is ontstaan tijdens freeswerkzaamheden uitgevoerd door Loonbedrijf De Wit & Zoon in opdracht van de gemeente. De schade deed zich voor op 17 maart 2003, toen de kabel van KPN beschadigd werd. KPN stelt dat de gemeente aansprakelijk is voor de schade, omdat zij de uitvoering van de werkzaamheden heeft bepaald en niet heeft gezorgd voor een adequate positionering van de kabels. De gemeente betwist de aansprakelijkheid en stelt dat de werkzaamheden volledig door het loonbedrijf zijn uitgevoerd zonder haar bemoeienis.

De kantonrechter oordeelt dat de gemeente Noorder-Koggenland aansprakelijk is voor de schade. De rechter stelt vast dat de gemeente verantwoordelijk was voor het uitvoeren van een grondonderzoek en het maken van een Klic-melding. De gemeente had moeten zorgen voor een adequate inspectie van de locatie, vooral gezien de aanwezigheid van een betonnen brugvleugel die het maken van proefsleuven bemoeilijkte. De kantonrechter concludeert dat de gemeente onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht, wat leidt tot onrechtmatige daad volgens artikel 6:162 BW.

De vordering van KPN wordt toegewezen, inclusief de wettelijke rente en vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De gemeente Noorder-Koggenland wordt veroordeeld tot betaling van € 1.134,39 aan KPN, vermeerderd met rente, en moet de proceskosten vergoeden. Dit vonnis is uitgesproken op 3 april 2006 door kantonrechter J.H.A.C. Everaerts.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Hoorn
Zaaknr/rolnr.: 192841 CV EXPL 05-2594
Uitspraakdatum: 3 april 2006
Vonnis in de zaak van:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KPN Telecom B.V. voorheen genaamd PTT Telecom B.V. gevestigd en kantoorhoudende te ‘s-Gravenhage
eisende partij
verder ook te noemen: KPN
gemachtigde: Groenewegen & Partners Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam
tegen
de rechtspersoonlijkheid bezittende gemeente Gemeente Noorder-Koggeland gevestigd en kantoorhoudende te Midwoud aan het adres Korteling 1
gedaagde partij
verder ook te noemen: gemeente Noorder-Koggenland
gemachtigde: mr. P. Reijnen werkzaam op de afdeling Algemeen Juridische Zaken van de gemeente Noorder-Koggenland.
Het procesverloop
KPN heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding met producties d.d. 4 augustus 2005.
Gemeente Noorder-Koggenland heeft bij antwoord met producties verweer gevoerd.
Vervolgens is gediend van repliek en dupliek met producties.
KPN heeft zich bij akte nog uitgelaten over de door gemeente Noorder-Koggenland bij dupliek overgelegde producties.
Ingevolge tussenvonnis van 19 december 2005 is een comparitie van partijen gelast welke is gehouden op 6 maart 2006.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
Het geschil en de beoordeling daarvan
Het geschil komt – kort en zakelijk samengevat – op het volgende neer. In opdracht van de gemeente Noorder-Koggenland heeft Loonbedrijf De Wit & Zoon rond 17 maart 2003 freeswerkzaamheden uitgevoerd waarbij ter hoogte van het adres Molenstraat 20 te Benningbroek schade is toegebracht aan een kabel welke in eigendom toebehoort aan KPN. KPN acht de gemeente Noorder-Koggenland aansprakelijk voor de door haar geleden schade. KPN grondt haar vordering op onrechtmatige daad, stellende dat de Gemeente Noorder-Koggenland zelfstandig aansprakelijk is voor door KPN geleden schade. KPN heeft deze vordering gebaseerd op het bepaalde in artikel 6:162 jo 6:170/6:171 BW. De gemeente Noorder-Koggenland heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Primair is de gemeente Noorder-Koggenland van mening dat zij niet aansprakelijk is voor de door KPN gestelde schade. De gewraakte freeswerkzaamheden behoren immers niet tot haar bedrijfsactiviteiten en het loonbedrijf heeft de werkzaamheden volledig zelfstandig uitgevoerd. In dit verband heeft de gemeente Noorder-Koggenland verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 21 december 2001 (NJ 2002,75). Subsidiair is de gemeente Noorder-Koggenland van mening dat zij voldoende zorgvuldigheid in acht heeft genomen zodat zij niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens KPN.
De kantonrechter overweegt in de eerste plaats dat het beschadigen van andermans eigendommen in zijn algemeenheid als een onrechtmatige daad dient te worden aangemerkt hetgeen aansprakelijkheid oplevert voor de aldus ontstane schade, tenzij de schade de veroorzaker van de schade niet kan worden toegerekend. Zo’n situatie doet zich hier naar het oordeel van de kantonrechter niet voor.
Ter gelegenheid van de tussen partijen op 6 maart 2006 gehouden comparitie is gebleken dat het Loonbedrijf De Wit & Zoon de gewraakte freeswerkzaamheden weliswaar heeft uitgevoerd, maar dat de wijze waarop – plaats en diepte van de werkzaamheden – volledig is bepaald door de gemeente Noorder-Koggenland. Namens de gemeente Noorder-Koggenland is een Klic-melding gedaan en tevens is in een bestek precies aangegeven op welke wijze de freeswerkzaamheden moesten plaatsvinden. Het vereiste grondonderzoek is door de gemeente uitgevoerd en het Loonbedrijf De Wit & Zoon heeft daar geen enkele bemoeienis mee gehad. Zij heeft slechts op aanwijzing van de gemeente Noorder-Koggenland gefreesd.
Als vaststaand dient dan ook te worden aangenomen dat het aan de freeswerkzaamheden voorafgaande onderzoek – teneinde vast te stellen of zich ter plaatse geen kabels en/of leidingen bevinden welke door de te verrichten werkzaamheden beschadigd zouden kunnen worden – volledig onder de eigen verantwoordelijkheid van de gemeente Noorder-Koggenland is uitgevoerd.
Namens de gemeente Noorder-Koggenland is gesteld dat het een project betrof waarbij zo’n 80 bomen zijn gekapt. Bij alle bomen zijn proefsleuven gemaakt op grond waarvan is gebleken dat de kabel op een diepte van 60 cm lag. Ter plaatse van de schade kon evenwel in verband met de aanwezigheid van een betonnen brugvleugel geen proefsleuf worden gemaakt. Naar de mening van de gemeente Noorder-Koggenland kon de kavel aldaar dan ook niet verder worden gevolgd. De gemeente Noorder-Koggenland is er vervolgens vanuit gegaan dat de situatie ter plaatse niet anders was dan bij de andere bomen. Dit bleek later niet het geval aangezien – naar de mening van de gemeente Noorder-Koggenland – de kabels over de boomwortels heen waren gelegd.
De kantonrechter stelt voorop dat de gemeente Noorder-Koggenland bij een onderzoek zoals het onderhavige in het algemeen rekening ermee dient te houden dat de positionering van kabels door allerlei oorzaken kan verschillen dan wel aan verandering onderhevig kan zijn, te meer in een geval waarin het gaat om kabels die tientallen jaren geleden zijn neergelegd en zeker in een situatie waarin zich een bijzondere omgevingsfactor voordoet.
Niet valt in redelijkheid in te zien dat de gemeente Noorder-Koggenland ter plaatse – indien een proefsleuf niet tot de mogelijkheden behoorde – niet op andere wijze zich van de positionering van de doorlopende kabel had kunnen en moeten vergewissen. Extra voorzichtigheid was immers geboden door de aanwezigheid van de betonnen brugvleugel. Naar het oordeel van de kantonrechter had de gemeente Noorder-Koggenland niet mogen nalaten in ieder geval ter plekke enig onderzoek te doen naar de diepte-ligging van de kabel om zodoende de nodige voorzorgsmaatregelen te kunnen treffen.
Dit nalaten acht de kantonrechter jegens KPN onzorgvuldig hetgeen – ook los van artikel 6:170/6:171 BW – in ieder geval onrechtmatig geacht kan worden op grond van artikel 6:162 BW.
De gemeente Noorder-Koggenland is dan ook tot schadevergoeding verplicht. De gemeente Noorder-Koggenland heeft weliswaar tegen de hoogte van de gevorderde schadevergoeding bezwaar gemaakt, doch hetgeen dienaangaande door de gemeente Noorder-Koggenland naar voren is gebracht biedt de kantonrechter onvoldoende reden om de hoogte van de schade in twijfel te trekken.
De vordering van KPN komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Ook de meegevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen, evenals de vergoeding voor de buitengerechtelijke incassowerkzaamheden. Hiertegen is geen zelfstandig verweer gevoerd. De buitengerechtelijke kosten zullen worden toegewezen overeenkomstig het rapport Voorwerk II.
De gemeente Noorder-Koggenland zal als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten worden belast.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt gemeente Noorder-Koggenland om aan KPN tegen kwijting te betalen een bedrag van € 1.134,39, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 902,81 vanaf 4 augustus 2005 tot de dag van betaling.
Veroordeelt gemeente Noorder-Koggenland in de proceskosten, die tot heden voor KPN worden vastgesteld op een bedrag van € 567,93 [inclusief BTW indien en voorzover door gemeente Noorder-Koggenland verschuldigd], waaronder begrepen een bedrag van € 350,00 voor salaris van de gemachtigde van KPN [waarover gemeente Noorder-Koggenland geen BTW verschuldigd is].
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J.H.A.C. Everaerts, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op3 april 2006in het openbaar uitgesproken.