ECLI:NL:RBALK:2006:AY5332

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
26 juli 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
14/810043-05
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het aanwerven en exploiteren van vrouwen in de prostitutie door twee of meer verenigde personen

In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 26 juli 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het aanwerven, medenemen en exploiteren van vrouwen in de prostitutie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met een medeverdachte, doelbewust misbruik heeft gemaakt van het overwicht dat voortvloeide uit de feitelijke verhoudingen met de slachtoffers, die in een kwetsbare positie verkeerden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de dagvaarding voor een deel nietig was, omdat de term 'uitbuiting' niet voldoende feitelijk was onderbouwd. De verdachte is vrijgesproken van een aantal ten laste gelegde feiten, maar de rechtbank heeft bewezen verklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het aanwerven en exploiteren van twee slachtoffers, die vanuit Thailand naar Nederland waren gebracht. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft ook bepaald dat de in beslag genomen voorwerpen verbeurd worden verklaard, omdat deze zijn gebruikt bij de uitvoering van de strafbare feiten. De uitspraak benadrukt de ernst van vrouwenhandel en de exploitatie van kwetsbare personen in de prostitutie.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Parketnummer : 14/810043-05
Datum uitspraak : 26 juli 2006
TEGENSPRAAK
VONNIS van de rechtbank Alkmaar, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van het
OPENBAAR MINISTERIE
tegen:
[Verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres verdachte].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 juli 2006.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, die ertoe strekt dat de rechtbank
- het ten laste gelegde onder 1, onder 2 en 3 primair en het ten laste gelegde onder 4 en 5 bewezen zal verklaren;
- de verdachte zal veroordelen tot 36 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.
De rechtbank heeft tevens kennisgenomen van hetgeen door de verdachte en mr. J.J. Kuiper, raadsman van de verdachte, naar voren is gebracht.
1. TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2004
tot en met 06 augustus 2004 in/vanuit de gemeente Stede Broec, in ieder geval
in/vanuit Nederland en/of in/vanuit Thailand en/of in/vanuit Frankrijk,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen,
althans eenmaal, twee personen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2],
heeft aangeworven en/of mede genomen met het oogmerk die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] in een ander land, te weten in Nederland, ertoe te brengen zich
beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor
een derde tegen betaling, door toen en daar tezamen en in vereniging met een
of meer van zijn mededader(s), althans alleen, die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] in
Thailand te benaderen en/of voor te stellen en/of over te halen in Nederland
in een 'massagesalon' te komen werken en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] met het vliegtuig van Thailand, via Istanbul, naar Frankrijk te laten
vliegen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] in Frankrijk op te
vangen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] per trein van Frankrijk
naar Nederland te vervoeren en/of te begeleiden;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 6 augustus
2004 tot en met 5 oktober 2004 te Bovenkarspel, in de gemeente Stede Broec, in
ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
de (op dat moment) in een zwakke economische en/of financiële positie
verkerende [slachtoffer 1], die de Nederlandse taal niet machtig was en/of de
Engelse taal niet of slechts beperkt machtig was en/of die de omstandigheden
waaronder in Nederland in de prostitutie gewerkt kan worden niet kende, in
ieder geval die [slachtoffer 1], meermalen, althans eenmaal,
- na die [slachtoffer 1] vanuit Thailand en/of Frankrijk naar Nederland te hebben
gebracht of laten komen, in zijn, verdachtes, (huur)woning heeft ondergebracht
en/of die [slachtoffer 1] een kamer heeft aangeboden op de eerste verdieping van die
woning, en/of
- werk heeft aangeboden en/of (vervolgens) heeft laten werken in zijn,
verdachtes, en/of verdachtes mededader(s)' 'massagesalon', en/of
- heeft verteld dat zij in die kamer en/of in die woning bij klanten een
'Thaise massage' moest uitvoeren en dat daarbij noodzakelijk was dat de
klanten voor, tijdens en/of na de massage klaar zouden komen en/of dat zij
(derhalve) seksuele handelingen diende te verrichten bij die klanten, en/of
- (telkens) de verdiensten van die [slachtoffer 1] geheel of gedeeltelijk heeft
ingenomen of haar verdiensten geheel of gedeeltelijk heeft doen afstaan en/of
die verdiensten niet (volledig) heeft (terug)gegeven aan die [slachtoffer 1], in ieder
geval die [slachtoffer 1] heeft overgehaald haar verdiende geld af te staan aan hem,
verdachte en/of zijn mededader(s), en/of (aldus) die [slachtoffer 1] financieel van
hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), afhankelijk heeft laten worden en/of
heeft laten zijn door (vrijwel) al haar verdiende geld in te nemen en/of haar
slechts een deel van het door haar verdiende geld (terug) te geven, en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend
overwicht dat (mede) door een of meer van bovengenoemde handelingen van
verdachte en/of zijn mededader(s) ten opzichte van die [slachtoffer 1] is ontstaan
en/of misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen
voortvloeiend overwicht ten opzichte van die [slachtoffer 1] doordat die [slachtoffer 1] de
Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig was en/of dat die [slachtoffer 1]
niet of onvoldoende bekend was met het prostitutiebeleid in Nederland en/of
die [slachtoffer 1] feitelijk niet of onvoldoende bekend was hoe in Nederland, in de
prostitutie werd of kon worden gewerkt en/of doordat die [slachtoffer 1] in de
gemeente Stede Broec en/of in Nederland niet bekend was en/of de weg niet
kende,
door welk(e) bovenomschreven feitelijkheden en/of misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door welke bovenomschreven
misleiding, verdachte en/of zijn mededader(s) voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben
gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
seksuele handelingen met (een) derde(n) tegen betaling, althans onder
voornoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen
waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs
moest(en) vermoeden dat voornoemde [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou/ging
stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met (een) derde(n) tegen
betaling;
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 6 augustus
2004 tot en met 5 oktober 2004 te Bovenkarspel, in de gemeente Stede Broec, in
ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
de (op dat moment) in een zwakke economische en/of financiële positie
verkerende [slachtoffer 1], die de Nederlandse taal niet machtig was en/of de
Engelse taal niet of slechts beperkt machtig was en/of die de omstandigheden
waaronder in Nederland in de prostitutie gewerkt kan worden niet kende, in
ieder geval die [slachtoffer 1], meermalen, althans eenmaal,
- na die [slachtoffer 1] vanuit Thailand en/of Frankrijk naar Nederland te hebben
gebracht of laten komen, in zijn, verdachtes, (huur)woning heeft ondergebracht
en/of die [slachtoffer 1] een kamer heeft aangeboden op de eerste verdieping van die
woning, en/of
- werk heeft aangeboden en/of (vervolgens) heeft laten werken in zijn,
verdachtes, en/of verdachtes mededader(s)' 'massagesalon', en/of
- heeft verteld dat zij in die kamer en/of in die woning bij klanten een
'Thaise massage' moest uitvoeren en dat daarbij noodzakelijk was dat de
klanten voor, tijdens en/of na de massage klaar zouden komen en/of dat zij
(derhalve) seksuele handelingen diende te verrichten bij die klanten, en/of
- (telkens) de verdiensten van die [slachtoffer 1] geheel of gedeeltelijk heeft
ingenomen of haar verdiensten geheel of gedeeltelijk heeft doen afstaan en/of
die verdiensten niet (volledig) heeft (terug)gegeven aan die [slachtoffer 1], in ieder
geval die [slachtoffer 1] heeft overgehaald haar verdiende geld af te staan aan hem,
verdachte en/of zijn mededader(s), en/of (aldus) die [slachtoffer 1] financieel van
hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), afhankelijk heeft laten worden en/of
heeft laten zijn door (vrijwel) al haar verdiende geld in te nemen en/of haar
slechts een deel van het door haar verdiende geld (terug) te geven, en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend
overwicht dat (mede) door een of meer van bovengenoemde handelingen van
verdachte en/of zijn mededader(s) ten opzichte van die [slachtoffer 1] is ontstaan
en/of misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen
voortvloeiend overwicht ten opzichte van die [slachtoffer 1] doordat die [slachtoffer 1] de
Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig was en/of dat die [slachtoffer 1]
niet of onvoldoende bekend was met het prostitutiebeleid in Nederland en/of
die [slachtoffer 1] feitelijk niet of onvoldoende bekend was hoe in Nederland, in de
prostitutie werd of kon worden gewerkt en/of doordat die [slachtoffer 1] in de
gemeente Stede Broec en/of in Nederland niet bekend was en/of de weg niet
kende,
door welk(e) bovenomschreven feitelijkhe(i)d(en) en/of door welk
bovenomschreven misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend
overwicht en/of door welke bovenomschreven misleiding, verdachte en/of zijn
mededader(s) voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen en/of bewogen hem,
verdachte, en/of zijn mededader(s) uit de opbrengst(en) van haar seksuele
handelingen met een derde te bevoordelen;
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 6 augustus
2004 tot en met 5 oktober 2004 te Bovenkarspel, in de gemeente Stede Broec, in
ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
de (op dat moment) in een zwakke economische en/of financiële positie
verkerende [slachtoffer 2], die de Nederlandse taal niet machtig was en/of de
Engelse taal niet of slechts beperkt machtig was en/of die de omstandigheden
waaronder in Nederland in de prostitutie gewerkt kan worden niet kende, in
ieder geval die [slachtoffer 2], meermalen, althans eenmaal,
- na die [slachtoffer 2] vanuit Thailand en/of Frankrijk naar Nederland te hebben
gebracht of laten komen, in zijn, verdachtes, (huur)woning heeft ondergebracht
en/of die [slachtoffer 2] een kamer heeft aangeboden op de eerste verdieping van die
woning, en/of
- werk heeft aangeboden en/of (vervolgens) heeft laten werken in zijn,
verdachtes, en/of verdachtes mededader(s)' 'massagesalon', en/of
- heeft verteld dat zij in die kamer en/of in die woning bij klanten een
'Thaise massage' moest uitvoeren en dat daarbij noodzakelijk was dat de
klanten voor, tijdens en/of na de massage klaar zouden komen en/of dat zij
(derhalve) seksuele handelingen diende te verrichten bij die klanten, en/of
- heeft verteld en/of aangegeven hoe die [slachtoffer 2] (mannelijke) klanten kon
laten klaar komen en/of die [slachtoffer 2] heeft verteld en/of aangegeven dat dat
kon gebeuren door die klanten "af te trekken" en/of door een vinger in de anus
van die klanten te doen, en/of
- (telkens) de verdiensten van die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk heeft
ingenomen of haar verdiensten geheel of gedeeltelijk heeft doen afstaan en/of
die verdiensten niet (volledig) heeft (terug)gegeven aan die [slachtoffer 2], in
ieder geval die [slachtoffer 2] heeft overgehaald haar verdiende geld af te staan aan
hem, verdachte en/of zijn mededader(s), en/of (aldus) die [slachtoffer 2] financieel
van hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), afhankelijk heeft laten worden
en/of heeft laten zijn door (vrijwel) al haar verdiende geld in te nemen en/of
haar slechts een deel van het door haar verdiende geld (terug) te geven, en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend
overwicht dat (mede) door een of meer van bovengenoemde handelingen van
verdachte en/of zijn mededader(s) ten opzichte van die [slachtoffer 2] is ontstaan
en/of misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen
voortvloeiend overwicht ten opzichte van die [slachtoffer 2] doordat die [slachtoffer 2] de
Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig was en/of dat die [slachtoffer 2]
niet of onvoldoende bekend was met het prostitutiebeleid in Nederland en/of
die [slachtoffer 2] feitelijk niet of onvoldoende bekend was hoe in Nederland, in de
prostitutie werd of kon worden gewerkt en/of doordat die [slachtoffer 2] in de
gemeente Stede Broec en/of in Nederland niet bekend was en/of de weg niet
kende,
door welk(e) bovenomschreven feitelijkheden en/of misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door welke bovenomschreven
misleiding, verdachte en/of zijn mededader(s) voornoemde [slachtoffer 2] heeft/hebben
gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
seksuele handelingen met (een) derde(n) tegen betaling, althans onder
voornoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen
waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs
moest(en) vermoeden dat voornoemde [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou/ging
stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met (een) derde(n) tegen
betaling;
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 6 augustus
2004 tot en met 5 oktober 2004 te Bovenkarspel, in de gemeente Stede Broec, in
ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
de (op dat moment) in een zwakke economische en/of financiële positie
verkerende [slachtoffer 2], die de Nederlandse taal niet machtig was en/of de
Engelse taal niet of slechts beperkt machtig was en/of die de omstandigheden
waaronder in Nederland in de prostitutie gewerkt kan worden niet kende, in
ieder geval die [slachtoffer 2], meermalen, althans eenmaal,
- na die [slachtoffer 2] vanuit Thailand en/of Frankrijk naar Nederland te hebben
gebracht of laten komen, in zijn, verdachtes, (huur)woning heeft ondergebracht
en/of die [slachtoffer 2] een kamer heeft aangeboden op de eerste verdieping van die
woning, en/of
- werk heeft aangeboden en/of (vervolgens) heeft laten werken in zijn,
verdachtes, en/of verdachtes mededader(s)' 'massagesalon', en/of
- heeft verteld dat zij in die kamer en/of in die woning bij klanten een
'Thaise massage' moest uitvoeren en dat daarbij noodzakelijk was dat de
klanten voor, tijdens en/of na de massage klaar zouden komen en/of dat zij
(derhalve) seksuele handelingen diende te verrichten bij die klanten, en/of
- heeft verteld en/of aangegeven hoe die [slachtoffer 2] (mannelijke) klanten kon
laten klaar komen en/of die [slachtoffer 2] heeft verteld en/of aangegeven dat dat
kon gebeuren door die klanten "af te trekken" en/of door een vinger in de anus
van die klanten te doen, en/of
- (telkens) de verdiensten van die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk heeft
ingenomen of haar verdiensten geheel of gedeeltelijk heeft doen afstaan en/of
die verdiensten niet (volledig) heeft (terug)gegeven aan die [slachtoffer 2], in
ieder geval die [slachtoffer 2] heeft overgehaald haar verdiende geld af te staan aan
hem, verdachte en/of zijn mededader(s), en/of (aldus) die [slachtoffer 2] financieel
van hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), afhankelijk heeft laten worden
en/of heeft laten zijn door (vrijwel) al haar verdiende geld in te nemen en/of
haar slechts een deel van het door haar verdiende geld (terug) te geven, en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend
overwicht dat (mede) door een of meer van bovengenoemde handelingen van
verdachte en/of zijn mededader(s) ten opzichte van die [slachtoffer 2] is ontstaan
en/of misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen
voortvloeiend overwicht ten opzichte van die [slachtoffer 2] doordat die [slachtoffer 2] de
Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig was en/of dat die [slachtoffer 2]
niet of onvoldoende bekend was met het prostitutiebeleid in Nederland en/of
die [slachtoffer 2] feitelijk niet of onvoldoende bekend was hoe in Nederland, in de
prostitutie werd of kon worden gewerkt en/of doordat die [slachtoffer 2] in de
gemeente Stede Broec en/of in Nederland niet bekend was en/of de weg niet
kende,
door welk(e) bovenomschreven feitelijkhe(i)d(en) en/of door welk
bovenomschreven misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend
overwicht en/of door welke bovenomschreven misleiding, verdachte en/of zijn
mededader(s) voornoemde [slachtoffer 2] heeft/hebben gedwongen en/of bewogen hem,
verdachte, en/of zijn mededader(s) uit de opbrengst(en) van haar seksuele
handelingen met een derde te bevoordelen;
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september
2004 tot en met 15 januari 2005 in/vanuit de gemeente Stede Broec, in ieder
geval in/vanuit Nederland en/of in/vanuit Thailand, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een
persoon, genaamd [slachtoffer 3], heeft aangeworven en/of mede genomen met
het oogmerk die [slachtoffer 3] in een ander land, te weten in Nederland, ertoe te
brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele
handelingen met of voor een derde tegen betaling, door toen en daar tezamen en
in vereniging met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, die
[slachtoffer 3], al dan niet telefonisch, in Thailand te benaderen en/of voor te
stellen en/of over te halen in Nederland in een 'massagesalon' te komen werken
en/of (vervolgens) die [slachtoffer 3] met het vliegtuig van Thailand naar Schiphol te
laten vliegen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 3] op Schiphol op te vangen en/of
(vervolgens) die [slachtoffer 3] naar zijn, verdachtes, en/of verdachtes mededader(s)'
'massagesalon' te vervoeren;
5.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2005
tot en met 18 januari 2005 te Bovenkarspel, in de gemeente Stede Broec, in
ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
en met het oogmerk van uitbuiting, te weten met het oogmerk van de uitbuiting
in de prostitutie, van een persoon genaamd [slachtoffer 3], die [slachtoffer 3],
heeft gehuisvest en/of heeft opgenomen in zijn, verdachtes, en/of zijn
mededader(s)' 'massagesalon', gelegen aan de [adres verdachte].
en bestaande die misleiding en/of bestaande dat misbruik van uit feitelijke
omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare
positie hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s) toen en daar, meermalen,
althans eenmaal,
de (op dat moment) in een zwakke economische en/of financiële positie
verkerende [slachtoffer 3], die de Nederlandse taal niet machtig was en/of
de Engelse taal niet of slechts beperkt machtig was en/of die de
omstandigheden waaronder in Nederland in de prostitutie gewerkt kan worden
niet kende en/of die in de gemeente Stede Broec en/of in Nederland niet bekend
was en/of de weg niet kende, in ieder geval die [slachtoffer 3],
heeft doen laten geloven dat zij, [slachtoffer 3], in die 'massagesalon' slechts
massages diende te geven, terwijl in werkelijkheid die [slachtoffer 3] in die
'massagesalon' seksuele handelingen, zoals (onder meer) het geven van naakte
"body to body" massages, bij klanten diende te verrichten.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zullen deze worden verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.
2. GELDIGHEID VAN DE DAGVAARDING
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde feit overweegt de rechtbank als volgt. De term ‘uitbuiting’ die in de tenlastelegging wordt gebruikt is op geen enkele wijze nader ingevuld met concrete omstandigheden. De rechtbank is van oordeel dat aan de term ‘uitbuiting’, welke term wordt gebruikt in artikel 273a van het Wetboek van Strafrecht, op zichzelf onvoldoende feitelijke betekenis toekomt. Deze term had dan ook niet zonder nadere feitelijke uitwerking in de tenlastelegging mogen worden opgenomen. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de dagvaarding niet voldoet aan de daaraan gestelde eis van opgave van het feit. Voorts is de rechtbank van oordeel dat het genoemde ‘oogmerk van uitbuiting’ een zodanig substantieel onderdeel is van hetgeen onder 5 ten laste is gelegd, dat door het achterwege laten van een feitelijke invulling van deze term de omschrijving van het gehele feit niet voldoet aan de daaraan ingevolge artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering te stellen eis van opgave van het feit. De rechtbank zal gelet op hetgeen hiervoor is overwogen de dagvaarding, voor zover het betreft het onder 5 ten laste gelegde, nietig verklaren.
3. VRIJSPRAAK
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 4 ten laste is gelegd. De aangeefster [slachtoffer 3] heeft verklaard dat zij had gehoord dat zij in Nederland in een massagesalon zou kunnen werken, waarna zij vanuit Thailand naar Nederland heeft gebeld. Zij kreeg daarbij een Thaise vrouw aan de telefoon, van wie zij stelt dat deze haar later op Schiphol heeft opgehaald. De aangeefster heeft verklaard dat deze vrouw [medeverdachte] heet en dat [medeverdachte] haar ook naar de massagesalon heeft gebracht. Zowel verdachte als [medeverdachte], die [medeverdachte] wordt genoemd, heeft echter verklaard dat Jenny degene is die [slachtoffer 3] van Schiphol heeft opgehaald. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat [medeverdachte] op die dag op school was in België en [slachtoffer 3] dus ook niet van Schiphol kan hebben gehaald. Gelet op deze verklaringen is de rechtbank is van oordeel dat teveel onduidelijkheid bestaat over de vraag wie [slachtoffer 3] heeft geïnformeerd over de massagesalon van verdachte en wie haar uiteindelijk heeft opgehaald van Schiphol en naar de massagesalon heeft toegebracht. Nu dit niet kan worden vastgesteld is ook de betrokkenheid van verdachte bij het aanwerven dan wel medenemen van [slachtoffer 3], al dan niet tezamen en in vereniging met [medeverdachte] of een ander, naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte moet hiervan derhalve worden vrijgesproken.
4. BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat
ten aanzien van feit 1
hij in de periode van 1 januari 2004 tot en met 6 augustus 2004 in de gemeente Stede Broec,
tezamen en in vereniging met anderen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft aangeworven en mede genomen met het oogmerk die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in een ander land, te weten in Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, door tezamen en in vereniging met zijn mededaders, die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in Thailand te benaderen en voor te stellen en over te halen in Nederland in een 'massagesalon' te komen werken en die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] met het vliegtuig van Thailand, via Istanbul, naar Frankrijk te laten
vliegen en die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in Frankrijk op te vangen en die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] per trein van Frankrijk naar Nederland te begeleiden;
ten aanzien van feit 2 primair
hij op tijdstippen in de periode van 6 augustus 2004 tot en met 5 oktober 2004 te Bovenkarspel, in de gemeente Stede Broec, tezamen en in vereniging met een ander,
de in een zwakke economische en financiële positie verkerende [slachtoffer 1], die de Nederlandse taal niet machtig was en de Engelse taal niet of slechts beperkt machtig was, in
ieder geval die [slachtoffer 1],
- na die [slachtoffer 1] vanuit Thailand en Frankrijk naar Nederland te hebben gebracht, in zijn, huurwoning heeft ondergebracht en
- heeft laten werken in zijn, en zijn mededaders’ 'massagesalon', en
- heeft verteld dat zij bij klanten een 'Thaise massage' moest uitvoeren en dat zij
seksuele handelingen diende te verrichten bij die klanten, en
- telkens de verdiensten van die [slachtoffer 1] gedeeltelijk heeft ingenomen en aldus die [slachtoffer 1] financieel van hem en zijn mededader, afhankelijk heeft laten worden
- misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend
overwicht dat door bovengenoemde handelingen van verdachte en zijn mededader ten opzichte van die [slachtoffer 1] is ontstaan
door welke bovenomschreven feitelijkheden en misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht, verdachte en zijn mededader voornoemde [slachtoffer 1] hebben bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
seksuele handelingen met derden tegen betaling;
ten aanzien van feit 3 primair
hij op tijdstippen in de periode van 6 augustus 2004 tot en met 5 oktober 2004 te Bovenkarspel, in de gemeente Stede Broec, tezamen en in vereniging met een ander,
de in een zwakke economische en financiële positie verkerende [slachtoffer 2], die de Nederlandse taal niet machtig was en de Engelse taal niet of slechts beperkt machtig was, in
ieder geval die [slachtoffer 2],
- na die [slachtoffer 2] vanuit Thailand en Frankrijk naar Nederland te hebben gebracht, in zijn huurwoning heeft ondergebracht, en
- heeft laten werken in zijn en zijn mededaders’ 'massagesalon', en
- heeft verteld dat zij bij klanten een 'Thaise massage' moest uitvoeren en dat zij
seksuele handelingen diende te verrichten bij die klanten, en
- heeft verteld hoe die [slachtoffer 2] (mannelijke) klanten kon laten klaar komen, door die klanten "af te trekken" en/of door een vinger in de anus van die klanten te doen, en
- telkens de verdiensten van die [slachtoffer 2] gedeeltelijk heeft ingenomen en aldus die [slachtoffer 2] financieel van hem en zijn mededader afhankelijk heeft laten worden
en
- misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend
overwicht dat door bovengenoemde handelingen van verdachte en zijn mededader ten opzichte van die [slachtoffer 2] is ontstaan
door welke bovenomschreven feitelijkheden en misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht, verdachte en zijn mededader voornoemde [slachtoffer 2] hebben bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met derden tegen betaling.
Hetgeen meer of anders ten laste is gelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. BEWIJS
De rechtbank grondt de beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
6. BEWIJSMIDDELEN
met betrekking tot feit 1, 2 en 3:
? Het proces-verbaal met nummer PL1050/04-247339 van 18 januari 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren D. Appel en J.J.B. Hooiveld (dossier pagina 61).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten voornoemd afgelegde verklaring van verdachte:
Mijn roepnaam is [verdachte]. Ik woon op de [adres verdachte] te Bovenkarspel. Het is een huurwoning. Ik woon en verblijf daar.
V: Het adres [adres verdachte] te Bovenkarspel is een massagesalon?
A: Ja, in het huis wordt Thaise massage gegeven.
V: Hoe zit het dan met [medeverdachte] en zo?
A: Wij zijn de tent samen begonnen.
? Het proces-verbaal met nummer PL1050/04-247339 van 19 januari 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren J. Brandsma en D. Appel (dossier pagina 52).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten voornoemd afgelegde verklaring van [medeverdachte]:
De mensen noemen mij [medeverdachte].
? De verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 12 juli 2006 afgelegd, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
De massagesalon was in mijn huis. Ik plaatste advertenties voor de massage en soms maakte ik de afspraken met de klanten. Soms kwamen klanten aan de deur. Ik heb ook wel eens klanten geweigerd. Ik runde het geheel. De dames betaalden mij de helft van hun verdiensten. Ik wist wel dat er boven klanten werden afgetrokken. Dat hoort bij ‘body to body’ massage.
? Het proces-verbaal met nummer PL1050/04-247339 van 7 oktober 2004, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren J.J.B. Hooiveld en W.N. Spil (dossier pagina 33).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten voornoemd afgelegde verklaring van [slachtoffer 1]:
Ik ben sedert 6 augustus 2004 in Nederland.
V: Waarom ben je naar Europa gekomen?
A: Ik had gehoord, dat je in Europa heel veel geld kon verdienen.
Ik ben vanaf het begin van dit jaar in het bezit van een paspoort.
Van een vriendin van mij, genaamd Fon, had ik gehoord dat in massagesalons in Nederland veel geld te verdienen valt. Mijn vriendin wilde mij helpen om naar Nederland te reizen. Zij zou alles kunnen regelen. Ik heb toen mijn paspoort aan Fon gegeven en zij zou het visum en ticket regelen.
V: Met wie ben je gereisd?
A: Ik was samen met [slachtoffer 2] en een andere vrouw. [slachtoffer 2] heb ik ongeveer een week voor het vertrek uit Thailand ontmoet. Het was een soort van bespreking om duidelijk te maken met wie en hoe we zouden reizen. Ik was daar samen bij deze bespreking met Fon.
De andere vrouw heette Uaan. Ik heb haar voor het eerst ontmoet op het vliegveld, vlak voor wij vertrokken. Zij ging mee omdat [slachtoffer 2] en ik geen Engels spreken.
V: Hoe zijn jullie in contact gekomen met Uaan?
A: Fon vertelde mij dat iemand [slachtoffer 2] en mij zou opvangen op het vliegveld en begeleiden naar Parijs. Fon heeft mij naar het vliegveld gebracht. Zij kende Uaan en heeft mij bij haar gebracht.
V: Wat gebeurde er na de landing in Parijs?
A: We raakten de weg kwijt op het vliegveld en Uaan heeft vervolgens iemand gebeld. Er is toen een vrouw gekomen. Deze vrouw heet [medeverdachte]. Zij heeft zich eerst niet voorgesteld. Dat deed zij later in Nederland.
V: Wie heeft het treinkaartje naar Nederland gekocht?
A: [medeverdachte] heeft deze voor mij betaald.
[medeverdachte] heeft [slachtoffer 2] en mij de hele reis naar Bovenkarspel begeleid.
? Het proces-verbaal met nummer PL1050/04-247339 van 7 oktober 2004, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren J.J.B. Hooiveld en W.N. Spil (dossier pagina 39).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten voornoemd afgelegde verklaring van [slachtoffer 2]:
Ik ben op 6 augustus 2004 in Nederland gekomen. Ik kwam met een vrouw in contact en zij vertelde dat zij mij wilde helpen. Zij vertelde mij dat er overal in Europa massagesalons waren waar ik kon werken. Die vrouw heet Chee.
V: Hoe is het ticket toen geregeld?
A: Ik ben daarvoor weer naar Chee gegaan die contact opnam met iemand anders. Het ticket was van Bangkok via Istanbul naar Parijs.
Ik reisde met het andere meisje wat hier nu ook zit en een andere vrouw die ons begeleidde. De roepnaam van deze vrouw is Uaan. De voornaam van het andere meisje is [slachtoffer 1].
Toen wij waren geland en door de douane waren gegaan hoorde ik dat Uaan iemand belde. Zij belde met iemand en vertelde dat we waren geland. Zij belde met een vrouw. Zij noemde de naam [medeverdachte]. Ik heb dit goed gehoord omdat ik naast Uaan stond op dat moment.
De vrouw genaamd [medeverdachte] kwam naar het vliegveld in Parijs. Uaan is weggegaan en [medeverdachte] heeft ons toen meegenomen naar een metrostation. [medeverdachte] heeft het kaartje gekocht. Tijdens de reis vertelde [medeverdachte] mij dat we naar een massagesalon gingen ergens buiten Amsterdam.
? Het proces-verbaal met nummer PL1050/04-247339 van 19 januari 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren D. Appel en J.J.B. Hooiveld (dossier pagina 73).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten voornoemd afgelegde verklaring van verdachte:
[medeverdachte] belt een heleboel naar Thailand vanuit mijn woning, via haar mobiel en het vaste toestel welke op de tafel in de woonkamer staat, met kaarten. Als de meisjes uit Thailand komen, komt [medeverdachte] direct in beeld. Zij gaat dan naar Schiphol en haalt ze daar op. Zij weet ook precies wie het zijn en hoe zij er uit zien. Ik weet dit, omdat zij dit tegen mij heeft gezegd. Zij, [medeverdachte] gaat geregeld naar Thailand toe.
De laatste keer in oktober 2004 dat die twee meiden bij mij opgepakt waren, die kwamen uit Frankrijk. Zij waren volgens mij geland in Parijs. Ik weet dat [medeverdachte] deze twee meiden vanaf Parijs rechtstreeks naar mijn woning heeft gebracht. Die meiden werkten toen bij mij onder de namen NID en KIKI. [medeverdachte] zei ook gewoon tegen mij, er komen een paar meiden en die komen hier werken. Ik zat in oktober 2004 zonder meisjes en de komst van deze twee meisjes kwam mij goed uit.
De meisjes worden mij aangeboden onder andere door [medeverdachte]. De hoofdrolspelers van het overkomen van de meisjes zitten in Thailand. [medeverdachte] bemiddelt in de overkomst van de meisjes vanuit Thailand naar Nederland.
? Het proces-verbaal van 21 januari 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [medeverdachte]:
Vanaf 2001 had ik samen met [verdachte] een massagesalon in de woning van [verdachte]in Bovenkarspel en met de woning van [verdachte]bedoel ik [adres verdachte].
Nit en Kiki, ik weet niet hun echte namen, heb ik opgehaald in Parijs. Ze kwamen toen net uit Thailand. Ik heb ze meegenomen naar Bovenkarspel.
Het werk van de meisjes bestond uit het verrichten van massages, dit waren massages die ook konden inhouden dat de mannen werden afgetrokken.
met betrekking tot feit 2 en 3:
? Het proces-verbaal met nummer PL1050/04-247339 van 20 januari 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren J. Brandsma en T. Heijerman (dossier pagina 54).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten voornoemd afgelegde verklaring van [medeverdachte]:
V: [verdachte] sprak geen Thais, betekende dat dat u de meisjes instrueerde over de werkzaamheden?
A: Ja, dat heb ik gedaan. De instructies luidden als volgt. Eerst gaat de klant douchen, dan gaan de klant en meisje naar de massagekamer. Het meisje is dan ook ontkleed. Dan smeert het meisje de klant in met baby-olie. Eerst wordt de klant op de rug ingesmeerd. Als de gehele achterzijde is ingesmeerd, draait de man zich om en wordt de zogenaamde “Body to Body” massage toegepast. Het meisje masseert het gehele lichaam van de klant met haar lichaam. Hierna wordt de klant door het meisje met de hand tot orgasme gebracht.
V: Dus u gaf die instructies over het feit dat de klanten moesten klaarkomen?
A: Ja, dat klopt.
V: Wat verdienden die meisjes in de salon in Bovenkarspel?
A: Zij verdienen een bedrag van 40 euro voor een half uur massage. Per uur kost het 60 euro. De meisjes krijgen de helft voor dat bedrag. De andere helft is voor [verdachte].
De meisjes verblijven op de massagekamers. Zij slapen daar. Meestal wordt er in de woonkamer gegeten. Het eten wordt bereid door de meisjes.
? Het proces-verbaal met nummer PL1050/04-247339 van 19 januari 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren J. Brandsma en D. Appel (dossier pagina 77).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten voornoemd afgelegde verklaring van verdachte:
De meisjes die in mijn salon werkten, verbleven op de eerste verdieping in de slaapkamer. Ze sliepen daar. In de woonkamer werd er gemeenschappelijk gegeten.
Ik betaalde het eten en drinken voor de meisjes. Ik haalde het eten. Ook [medeverdachte] haalde wel eens eten voor hen. De meisjes bereidden zelf het eten.
V: En jij rijdt dus ook meisjes naar klanten bij een escortverzoek?
A: Dat doe ik wel eens. Het komt niet regelmatig voor.
V: Kun je je voorstellen dat jij, mede doordat jij het in de woning voor het zeggen had en ook het feit dat jij een man bent, overwicht had op die meisjes?
A: Ik kan mij wel voorstellen dat zij mij als meerdere zagen en daar respect voor hadden.
Ik was de “Papa”. Ze hadden respect voor mij. [medeverdachte] maakte de meisjes duidelijk wat ze met de klanten moesten doen en wat niet.
met betrekking tot feit 2:
? Het proces-verbaal met nummer PL1050/04-247339 van 7 oktober 2004, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren J.J.B. Hooiveld en W.N. Spil (dossier pagina 33).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op genoemde tegenover verbalisanten voornoemd afgelegde verklaring van [slachtoffer 1]:
Ik ben sedert 6 augustus 2004 in Nederland.
V: Had je werk in Thailand?
A: Ik was daar masseuse. Ik beoefende de echte Thaise massage.
Ik verdiende ongeveer 5.000 bath per maand.
V: Waarom ben je naar Europa gekomen?
A: Ik had gehoord, dat je in Europa heel veel geld kon verdienen.
Mijn vriendin wilde mij helpen om naar Nederland te reizen. Zij zou alles kunnen regelen en zij vroeg hier 70.000 bath voor.
V: Hoe kwam je aan het geld om dit te betalen?
A: Mijn moeder heeft dit geld geleend van de Thaise regering. Ik heb dit geld gebruikt om naar Europa te komen.
[medeverdachte] bracht [slachtoffer 2] en mij naar een huis. Een man deed de deur open. Hij stelde zich niet voor. Ik weet nu dat hij [verdachte]heet en wij noemden hem papa.
[medeverdachte] vertelde ons, dat er boven twee kamers waren en dat wij zelf moesten beslissen welke kamer we moesten nemen. [medeverdachte] vertelde ons daarna dat wij op onze kamer Thaise massage moesten doen bij klanten en dat de uurprijs 60 euro was. Zij vertelde ons, dat wij dit geld moesten delen met [verdachte]. Ieder de helft. Ik moest het geld in de kluis doen. Aan het eind van de dag zou [verdachte] komen en hij zou het geld vervolgens verdelen.
V: Heeft [medeverdachte] je verteld wat er precies voor werkzaamheden van je werden verwacht?
A: Ze vertelde me dat ik de klanten moest masseren maar dat ik er ook voor moest zorgen dat de klant zou klaarkomen.
V: Heb je je klanten laten klaarkomen?
A: Dat heb ik inderdaad gedaan. Ik nam het initiatief door de penis van de man in mijn hand te nemen en een trekkende beweging te maken.
Ik heb ongeveer 2.000 euro verdiend, na aftrek van het deel voor [verdachte]. Ik heb het grootste deel van dit geld naar mijn moeder in Thailand gestuurd.
V: Wanneer was [verdachte] in het huis?
A: Hij was er meestal heel vroeg in de ochtend of heel laat in de avond.
Ik durfde niet weg te gaan maar het was mij ook niet verboden.
V: Was je bang voor [verdachte]?
A: Ik was inderdaad bang voor hem.
V: ken je het adres waar je werkte?
A: Ik ken het adres niet maar weet alleen dat het in Bovenkarspel is en het
huisnummer [huisnummer].
met betrekking tot feit 3:
? Het proces-verbaal met nummer PL1050/04-247339 van 7 oktober 2004, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren J.J.B. Hooiveld en W.N. Spil (dossier pagina 39).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten voornoemd afgelegde verklaring van [slachtoffer 2]:
In Thailand werkte ik voor een verzekeringsmaatschappij en verdiende ongeveer 10.000 bath per maand. Daar moest ik het appartement van betalen en ook nog een deel aan familie van mij. Ik heb veel verantwoordelijkheden voor mijn familie en wilde veel geld verdienen, omdat mijn moeder veel schulden heeft opgebouwd. Ook mijn ex vriend heeft veel schulden opgebouwd. Ik moet dat allemaal terugbetalen. Ik heb hiervoor geld geleend van een collega in Thailand.
[medeverdachte] bracht ons naar een woning. We werden de woning binnengelaten door een man. Hij gaf mij een hand en stelde zich voor als [verdachte]. [medeverdachte] bracht ons toen naar boven en ik kon mijn spullen daar achterlaten.
Ik moest wel handelingen verrichten om de man klaar te laten komen. Het is mij uitgelegd hoe ik dat kon/moest doen. Dat kon door de man af te trekken of soms de vinger in de anus van de man te doen.
Kim vertelde dat de prijs voor een uur massage 60 euro bedroeg. Verder was de prijs voor 45 minuten 50 euro en voor een half uur was de prijs 40 euro. Kim vertelde verder dat ik het hele bedrag wat iemand voor massage aan mij betaalde in een kluis moest doen. In de avond zou [verdachte] dan komen om het geld te innen en onder ons te verdelen. Kim vertelde dat de helft van wat ik verdiende voor [verdachte] was en de andere helft voor mij.
In Thailand is massage puur bedoeld voor massage en niet bedoeld om de man te laten klaarkomen. In Nederland is het daar in veel gevallen wel op gericht. Ik ben daar eigenlijk wel van geschrokken, maar ik vond dat het moest om geld te verdienen. Na die eerste vijf dagen hebben klanten geklaagd dat er niets gebeurde. Zij hebben bij [verdachte] geklaagd. [verdachte] vertelde mij toen duidelijk dat het ook de bedoeling was dat de klanten klaar zouden komen. Dat werd mij door Kim op verzoek van [verdachte] verteld. [verdachte] vertelde mij toen ook dat het in het uur massage gewoon de bedoeling was dat de man klaar zou komen. Kim heeft mij toen verteld hoe dat moest.
V: Heb je die seksuele handelingen in het vervolg ook gedaan?
A: Ja, als de man er om vroeg liet ik hem met seksuele handelingen ook klaar komen.
Ik kreeg eten van [verdachte] en sliep er elke dag. Ik woonde er tot heden.
Ik ben begonnen op 8 augustus 2004 en heb gewerkt tot het moment dat ik ben aangehouden.
Ik heb ongeveer 2000 euro verdiend. Daar zijn dus de kosten voor [verdachte] reeds vanaf. Ik heb al geld gestuurd aan mijn familie en heb hier nog ongeveer 100 euro.
7. STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZEN VERKLAARDE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
met betrekking tot feit 1:
Een persoon aanwerven en medenemen met het oogmerk die persoon in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, door twee of meer verenigde personen.
met betrekking tot feit 2, primair en 3 primair, telkens:
Een ander door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, door twee of meer verenigde personen.
8. STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
9. MOTIVERING VAN DE STRAF
De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte.
De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen:
Verdachte en [medeverdachte] hebben in samenwerking met anderen twee meisjes uit Thailand aangeworven en meegenomen naar Nederland, met het oogmerk om hen in Nederland zich beschikbaar te laten stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met derden tegen betaling. Verdachte beheerde samen met [medeverdachte] een massagesalon in de huurwoning van verdachte, waar zij de meisjes hebben ondergebracht op een kamer. De meisjes sliepen en aten in deze woning en moesten op hun kamer Thaise massage verrichten bij klanten, waarbij zij uitdrukkelijk werden geïnstrueerd dat zij seksuele handelingen moesten verrichten om ervoor te zorgen dat de klanten klaar zouden komen. De helft van hun verdiensten moesten zij afstaan aan verdachte. Deze meisjes verkeerden onder meer in een zwakke financiële positie in Thailand, spraken geen Nederlands en weinig of geen Engels. Als gevolg van deze positie waren zij beperkt in hun keuzemogelijkheid. Verdachte en [medeverdachte], die zich bewust waren van voornoemde positie van de meisjes, hebben doelbewust misbruik gemaakt van het feitelijk overwicht dat uit deze verhoudingen voortvloeide om de meisjes te bewegen zich te prostitueren. Een dergelijke exploitatie van prostitutie is een ernstig feit. Behalve de, naar ervaring leert, schadelijke psychische gevolgen voor de slachtoffers, heeft verdachte hiermee ook bijgedragen aan een zeer onwenselijk illegaal circuit van vrouwenhandel en exploitatie van buitenlandse vrouwen in Nederland, waarvan de schadelijke gevolgen zich ook uitstrekken naar het buitenland. Voorts weegt de rechtbank bij de hierna op te leggen straf mee, dat verdachte op de terechtzitting geen blijk heeft gegeven van enig inzicht in de onwenselijkheid van zijn gedrag en geen spijt heeft getoond tegenover de slachtoffers die hij hiermee schade heeft berokkend.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat oplegging van een aanzienlijke vrijheidsstraf op haar plaats is. De duur van de vrijheidsstraf dient naar het oordeel van de rechtbank echter korter te zijn dan de door de officier van justitie geëiste straf. Daarbij wordt rekening gehouden met de omstandigheid dat slechts drie van de vijf ten laste gelegde feiten bewezen zijn verklaard. Tevens overweegt de rechtbank dat deze vorm van vrouwenhandel en exploitatie van prostitutie weliswaar als zeer ernstig wordt beschouwd, maar dat geen sprake is geweest van dwang door geweld of bedreiging met geweld van de meisjes, hetgeen tot uitdrukking dient te komen in de strafmaat.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister, gedateerd 17 mei 2006, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder terzake van een soortgelijk delict tot vrijheidsbenemende straf is veroordeeld.
De rechtbank acht het aangewezen om een gedeelte van deze straf in voorwaardelijke vorm op te leggen, als waarschuwing aan verdachte opdat hij zich niet wederom aan dergelijke of andere strafbare feiten schuldig zal maken. De rechtbank acht de kans op herhaling aanwezig, nu het gelet op de verklaringen van verdachte eenvoudig voor hem zal zijn om zijn strafbare activiteiten voort te zetten en hij zelf de ernst en onwenselijkheid van deze activiteiten niet heeft erkend.
10. BESLISSING OMTRENT IN BESLAG GENOMEN VOORWERPEN
De rechtbank is van oordeel, dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
1. 10 stuks papier, kleur wit, rekening;
2. 1 schrijfmap, kleur paars, aantekeningen mbt escortservice;
3. 1 envelop, kleur wit, met gsm-nummers;
4. 1 telefoontoestel, kleur grijs, Libertel;
5. 1 telefoontoestel, kleur blauw, Nokia 3310;
6. 1 telefoontoestel, Nokia 3310;
dienen te worden verbeurd verklaard.
Uit het dossier is gebleken, dat de bovengenoemde voorwerpen onder 1 tot en met 6 toebehoren aan de verdachte en dat het voorwerpen betreft met behulp van welke de door hem gepleegde strafbare feiten zijn begaan of voorbereid. Verdachte en zijn mededader hebben immers verklaard dat de mobiele telefoons werden gebruikt voor onder meer de contacten met anderen ten aanzien van de komst van meisjes naar de massagesalon, alsmede voor afspraken van klanten met de meisjes. De voorwerpen 1 tot en met 3 zijn papieren die betrekking hebben op afspraken en inkomsten van de meisjes, zodat naar het oordeel van de rechtbank ook ten aanzien van deze voorwerpen vast staat dat deze bij de voorbereiding of uitvoering van de bewezen verklaarde strafbare feiten onder 2 en 3 zijn gebruikt.
11. TOEGEPASTE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a (oud), 14b (oud), 14c, 33, 33a, 57, 250a (oud) van het Wetboek van Strafrecht.
12. BESLISSING
De rechtbank:
Verklaart de dagvaarding NIETIG voorzover het betreft het ten laste gelegde onder 5.
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 4 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1, alsmede het onder 2 primair en 3 primair ten laste gelegde, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders onder 1, 2 en 3 ten laste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het bewezen verklaarde oplevert het hierboven in de rubriek STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE vermelde strafbare feit.
Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezen verklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van achttien (18) maanden.
Beveelt dat van deze straf een gedeelte, groot zes (6) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt beslist.
Stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien:
- de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
1. 10 stuks papier, kleur wit, rekening;
2. 1 schrijfmap, kleur paars, aantekeningen mbt escortservice;
3. 1 envelop, kleur wit, met gsm-nummers;
4. 1 telefoontoestel, kleur grijs, Libertel;
5. 1 telefoontoestel, kleur blauw, Nokia 3310;
6. 1 telefoontoestel, Nokia 3310.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.F.B. van Zutphen, voorzitter,
mrs. G.D.M. Hoedemaker en M.E. Francke, rechters,
in tegenwoordigheid van B. de Vos, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 juli 2006.
Mr. G.D.M. Hoedemaker is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.