ECLI:NL:RBALK:2006:AY5940
Rechtbank Alkmaar
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verbod van crematie en bevel tot medewerking aan begrafenis
In deze zaak vordert eiser tegen zijn zussen en hun echtgenoten een verbod om tot crematie van de vrouw over te gaan, alsmede een bevel om mee te werken aan de begrafenis van de vrouw. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs is voor de stelling van eiser dat de vrouw begraven wenste te worden. Van belang is dat de gedaagden, die als bewindvoerders en mentor van de vrouw optreden, hebben besloten tot crematie en geacht worden in het belang van de vrouw te handelen. De vrouw had geen schriftelijke verklaring achtergelaten over haar wensen met betrekking tot de uitvaart, en er waren geen overtuigende aanwijzingen dat zij daadwerkelijk begraven wilde worden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden als opdrachtgevers tot de lijkbezorging moeten worden beschouwd en dat hun beslissing tot crematie derhalve doorslaggevend is. De kosten van het geding zijn gecompenseerd, aangezien de partijen familie van elkaar zijn.