ECLI:NL:RBALK:2006:AY7737

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
7 september 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
90141/KV RK 06-564
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • L.J.L. Koster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen vergoeding voor getuigen in strafzaken

Op 30 juni 2006 heeft verzoeker een bezwaarschrift ingediend tegen de beschikking van 15 juni 2006, waarin hem een vergoeding is toegekend voor zijn getuigenis in een strafzaak. Verzoeker was niet tevreden met de hoogte van de vergoeding en stelde dat hij als ondernemer extra kosten had moeten maken om te getuigen. Hij vroeg om een vergoeding van Euro 70,- per uur, terwijl de wettelijke vergoeding volgens de Wet tarieven in strafzaken (Wtsz) slechts Euro 6,81 per uur bedraagt, met een maximum van 9 uur per dag. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het bezwaar tijdig is ingediend en dat verzoeker ontvankelijk is in zijn bezwaar.

De voorzieningenrechter overwoog dat de vergoeding die verzoeker had ontvangen in overeenstemming was met de geldende wetgeving. De rechter-commissaris in Haarlem had in een andere zaak een hogere vergoeding toegekend, maar deze beslissing ontbeerde een wettelijke grondslag. De voorzieningenrechter concludeerde dat zolang de wetgever de regelgeving niet aanpast, er geen rechtsgrond is voor het toekennen van een hogere vergoeding. De voorzieningenrechter verklaarde het verzoek ongegrond en bekrachtigde de eerdere beschikking van de griffier.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor wettelijke aanpassingen in de vergoeding voor getuigen in strafzaken, vooral nu het onderwerp aandacht heeft gekregen in de landelijke politiek. Totdat er veranderingen plaatsvinden, blijft de huidige regeling van kracht, en verzoeker kan niet rekenen op een hogere vergoeding dan wettelijk is vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
RK nummer: 90141 / KV RK 06-564
datum: 7 september 2006
Beschikking van de voorzieningenrechter
op het bezwaarschrift van :
[VERZOEKER],
wonende te Oosterblokker,
verzoeker.
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Op 30 juni 2006 is bij deze rechtbank ingekomen een bezwaarschrift van verzoeker tegen de beschikking van 15 juni 2006 waarbij door de griffier van de rechtbank te Alkmaar aan verzoeker een vergoeding is toegekend voor het verschijnen als getuige in de strafzaak van het Openbaar Ministerie tegen [naam].
Een afschrift van voormelde beschikking alsmede een kopie van het bezwaarschrift zijn aan deze beslissing gehecht en gelden als hier ingelast.
Verzoeker heeft niet in zijn bezwaarschrift de wens te kennen gegeven om te worden gehoord, zodat op de voet van het bepaalde in artikel 11 Wet tarieven in strafzaken (Wtsz) op het bezwaar zonder nadere mondelinge behandeling zal worden beslist.
2. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
Gelet op de termijn als genoemd in artikel 10 Wtsz is het bezwaar tijdig ingediend en is verzoeker daarin ontvankelijk.
Verzoeker geeft aan zich niet te kunnen vinden in de hoogte van de vergoeding die hem is toegekend voor zijn verschijnen als getuige in bovenvermelde strafzaak. Verzoeker voert daartoe aan dat hij ondernemer is en in verband met de verplichting om te getuigen 's-nachts om een uur is begonnen met werken en extra personeel heeft moeten inhuren voor de daguren. Met verwijzing naar een bij het verzoekschrift gevoegde publicatie van het internet meent hij aanspraak te kunnen maken op een vergoeding van Euro 70,- per uur.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
In artikel 1 lid 1 onder a van de Wtsz is bepaald dat op de voet van het bij of krachtens die wet bepaalde ten laste van 's Rijks kas vergoedingen worden toegekend voor - onder meer - noodzakelijke kosten en voor gemaakte reis- en verblijfskosten voortvloeiende uit een verzoek of opdracht van Justitie ten behoeve van strafzaken.
De vergoeding voor tijdsverzuim van getuigen bedraagt ingevolge artikel 3 Wtsz in verbinding met artikel 8 Besluit tarieven in strafzaken (Btsz) Euro 6,81 per uur, met een maximum van 9 uur per dag, zo valt te lezen in artikel 9 Btsz. Overeenkomstig deze wettelijke bepalingen is de aan verzoeker toegekende vergoeding door de griffier vastgesteld.
De publicatie waarop verzoeker zich beroept vindt haar grondslag in een uitspraak van de rechter-commissaris in de rechtbank te Haarlem, die aan een getuige in een strafzaak een vergoeding van Euro 70,- per uur heeft toegekend. Deze op zichzelf staande beslissing ontbeerde echter een wettelijke grondslag en bedoelde vergoeding is door het Openbaar Ministerie (dan) ook niet uitbetaald.
Inmiddels lijkt het onderwerp van de zogenoemde verletschade de aandacht van de landelijke politiek te hebben gewonnen, doch zolang de wetgever de thans geldende regelgeving niet heeft aangepast, ontbreekt een deugdelijke grondslag om het verzoek van verzoeker te kunnen toewijzen, te minder nu vanuit het parket PG is aangegeven dat vooralsnog aan de thans geldende tarieven moet worden vastgehouden.
Dit alles leidt tot de onderstaande beslissing.
3. DE BESLISSING
De voorzieningenrechter:
- verklaart het verzoek ongegrond;
- bekrachtigt de door de griffier van de rechtbank gegeven beschikking van 15 juni 2006.
Gegeven door mr. L.J.L. Koster, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar op donderdag 7 september 2006, bijgestaan door de griffier.