ECLI:NL:RBALK:2006:AY7761

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
7 september 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
6.29
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • H. Warnink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake huurovereenkomst tussen Cappel Speciaalschoenen BV en Boekhandel J. de Slegte BV

In deze zaak, die voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar werd behandeld, vorderde Cappel Speciaalschoenen BV (hierna: Cappel) in kort geding nakoming van een huurovereenkomst met Boekhandel J. de Slegte BV (hierna: De Slegte). De huurovereenkomst betrof een winkelpand gelegen aan de Huigbrouwerstraat 1 te Alkmaar, met een ingangsdatum van 1 juli 2006 en een maandhuur van € 5.833,33. De Slegte had echter, wegens bedrijfseconomische redenen, laten weten af te zien van de huur. Cappel was het hier niet mee eens en vorderde onder andere de daadwerkelijke ingebruikneming van het pand en betaling van de huurpenningen.

Tijdens de zitting op 31 augustus 2006 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Cappel stelde dat De Slegte haar verplichtingen uit de huurovereenkomst niet nakwam en vorderde onder andere een bankgarantie en ondertekening van de huurovereenkomst. De Slegte betoogde dat zij in redelijkheid niet in staat was om de huurovereenkomst na te komen en stelde voor een vervangende huurder te zoeken.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het in het belang van beide partijen was dat het pand zo spoedig mogelijk ter beschikking kwam van De Slegte. De rechter oordeelde dat Cappel de sleutels van het pand diende af te geven aan De Slegte, zodat deze het pand kon aanbieden aan potentiële huurders of kopers. Tevens werd bepaald dat De Slegte de huurpenningen moest voldoen, ingaande op 1 november 2006, en dat de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad waren. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten droeg. Dit vonnis werd uitgesproken op 7 september 2006.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
JJ
KG nummer: 06.290
datum: 7 september 2006
Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CAPPEL SPECIAALSCHOENEN BV,
kantoorhoudende te Nieuwe Niedorp,
EISERES IN KORT GEDING IN CONVENTIE
VERWEERSTER IN KORT GEDING IN RECONVENTIE,
procureur mr. J. Tophoff,
tegen:
de besloten vennootschap BOEKHANDEL J. DE SLEGTE BV,
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,
GEDAAGDE IN KORT GEDING IN CONVENTIE,
EISERES IN KORT GEDING IN RECONVENTIE,
procureur mr. C.H.P. de Boer,
advocaat mr. F. Boor.
Partijen zullen verder worden genoemd “Cappel” respectievelijk “De Slegte”.
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Ter terechtzitting van 31 augustus 2006 heeft Cappel in conventie gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
De Slegte heeft die vordering bestreden en een reconventionele eis ingesteld.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van Cappel de originele dagvaarding en van de zijde van De Slegte pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd.
De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.
2. DE UITGANGSPUNTEN
In conventie en in reconventie
2.1 Cappel is eigenaresse van het winkelpand gelegen aan de Huigbrouwerstraat 1 te Alkmaar. Partijen hebben ten aanzien van die winkelruimte een huurovereenkomst gesloten.
2.2 Blijkens de op schrift gestelde overeenkomst is de ingangsdatum 1 juli 2006 en bedraagt de maandhuur € 5.833,33.
2.3 Krachtens artikel 9.2 van de overeenkomst geldt er een huurvrije periode van 1 juli 2006 tot en met 30 september 2006. In artikel 9.3 is een regeling opgenomen van huurkorting, in die zin dat het eerste jaar een huurkorting geldt van € 5.000,-. In artikel 9.4 is een koopoptie ten behoeve van De Slegte opgenomen.
2.4 Bij brief van haar makelaar van 3 juli 2006 heeft De Slegte aan Cappel laten weten wegens bedrijfseconomische reden af te zien van de huur. Cappel heeft aan de Slegte gemeld daar geen genoegen mee te nemen.
2.5 In het bedrijf van De Slegte is inmiddels een reorganisatie in gang gezet.
2.6 De Slegte heeft het perceel nog niet in gebruik genomen en Cappel heeft op haar beurt de sleutels van het perceel nog niet afgegeven.
3. DE VORDERINGEN EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
In conventie en in reconventie
3.1 Cappel vordert in conventie primair, samengevat, nakoming van de huurovereenkomst, daadwerkelijke ingebruikneming van het perceel, het stellen van een bankgarantie, ondertekening van de huurovereenkomst en het voldoen van de huurpenningen met ingang van 1 oktober 2006, alles op straffe van dwangsommen. Subsidiair vordert zij schadevergoeding.
3.2 Cappel verwijst naar de inhoud van de schriftelijke huurovereenkomst waar het de verplichtingen van De Slegte betreft.
3.3 De Slegte betoogt dat zij wegens bedrijfseconomische reden – het gaat minder goed in de desbetreffende branche – in redelijkheid niet in staat is integraal de huurovereenkomst na te komen en het gehuurde daadwerkelijk in gebruik te nemen. De Slegte stelt een vervangende huurder te zoeken of een koper voor het perceel.
3.4 In reconventie vordert De Slegte, samengevat, herstel van de vloer van de winkel en afgifte van de sleutels van het perceel zodat - de makelaar van - De Slegte eventuele gegadigden kan rondleiden en dat zij ook overigens in haar hoedanigheid van huurder de winkel kan betreden.
3.5 Volgens Cappel dient De Slegte eerst aan haar eigen verplichtingen te voldoen, zoals betaling van een huursom bij aanvang van de huur.
3.6 Partijen hebben hun wederzijdse standpunten nader toegelicht, onder meer aan de hand van pleitnotities, respectievelijk in het geding gebrachte stukken.
4. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
In conventie en in reconventie
4.1 Uitgangspunt is de tussen partijen tot stand gekomen huurovereenkomst. Meer dan aannemelijk is dat het in belang van beide partijen is dat het perceel zo spoedig mogelijk ter beschikking komt van de huurder De Slegte.
4.2 Cappel erkent dat zij inmiddels de op schrift gestelde en door De Slegte ondertekende huurovereenkomst heeft ontvangen en dat er ook een bankgarantie is gesteld. Zij wijst er wel op dat De Slegte in het door haar getekende exemplaar van de overeenkomst enkele bepalingen, in het bijzonder die terzake de betalingsverplichtingen en die omtrent de bankgarantie, eenzijdig en zonder overleg met en/of toestemming van Cappel heeft doorgehaald. Cappel stelt dat De Slegte eerst aan haar eigen verplichtingen moet voldoen door betaling van een bedrag van € 5.833,33, waarna zij, Cappel, het perceel door afgifte van de sleutels ter beschikking zal stellen. De Slegte betoogt dat er blijkens de huurovereenkomst de eerste drie maanden geen huur is verschuldigd en dat er een huurkorting geldt, zodat zij feitelijk bij aanvang van de huur niets, dan wel een laag bedrag, zal moeten voldoen.
4.3 Uiteraard zal voornoemd geschilpunt tussen partijen moeten worden beslecht, maar daarvoor is in de onderhavige procedure, waar slechts het treffen van voorzieningen aan de orde is, geen plaats. Partijen zullen dat geschil in een bodemprocedure dienen aan te brengen, alwaar zij hun wederzijdse standpunten met bewijs kunnen onderbouwen. Dat laatste is ook toepasselijk op de (on)geldigheid van de doorhalingen die De Slegte heeft verricht op het door haar ondertekende exemplaar van de huurovereenkomst.
4.4 Wat betreft de thans te treffen ordemaatregel geldt het volgende. Bij toewijzing van de in conventie primair gevorderde afgifte van een ondertekende huurovereenkomst en een bankgarantie heeft Cappel geen belang meer, nu die afgifte intussen al heeft plaatsgevonden.
4.5 Uit de door De Slegte in het geding gebrachte financiële (jaar)stukken opgemaakt door haar accountant kan wel worden afgeleid dat een reorganisatie ten aanzien van de bedrijfsvoering van De Slegte in de rede ligt. Daarom kan daadwerkelijke ingebruikneming en inrichting van het perceel met alle daarmee gepaard gaande kosten, die wellicht onnodig zullen blijken te zijn gemaakt wanneer uiteindelijk de winkel feitelijk niet als de beoogde boekhandel zal worden geëxploiteerd, van De Slegte in alle redelijkheid niet gevergd worden. Dat deel van de primaire conventionele vordering komt dus eveneens niet voor toewijzing in aanmerking.
4.6 Dat De Slegte haar verplichting tot het betalen van de huurprijs nakomt ligt voor de hand. Het financiële risico van Cappel is, in ieder geval voorlopig, gedekt door de bankgarantie. Zoals hiervoor reeds overwogen zal de ingangsdatum van de betalingen mede een onderdeel vormen van een procedure ten gronde, doch vooruitlopend daarop komt het niet onredelijk voor, gelet op het feit dat nu eenmaal enige huurvrije periode en enige huurkorting overeen zijn gekomen, de feitelijke ingangsdatum van de huurbetalingen, totdat in een bodemprocedure nader daaromtrent zal zijn beslist, te stellen op 1 november 2006. Dienovereenkomstig zal dan ook worden beslist, in die zin dat een dwangsom achterwege moet blijven nu de desbetreffende verplichting betaling van een geldsom betreft.
4.7 Uit het voorgaande vloeit tevens voort dat Cappel de sleutel van het gehuurde afgeeft aan De Slegte zodat laatstgenoemde, zo nodig, in de gelegenheid wordt gesteld het object in samenspraak met Cappel aan derden te doen verhuren of te koop aan te bieden. Dat gedeelte van de reconventionele vordering komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Ook hier kan een dwangsom achterwege blijven nu, zoals hiervoor reeds overwogen, Cappel zelf ook belang heeft bij het spoedig ter beschikking stellen van het winkelpand aan De Slegte.
4.8 Cappel heeft ter zitting toegezegd dat zij de vloerdelen in de winkel zal laten repareren, althans ervoor zal zorgen dat de waterschade zal worden hersteld, zodat de winkel in een deugdelijke staat zal kunnen worden opgeleverd. Een veroordeling terzake komt dan ook overbodig voor.
4.9 Partijen zijn, zowel in conventie als in reconventie, over en weer in het gelijk en in het ongelijk gesteld. De proceskosten zullen daarom telkens worden gecompenseerd.
5. DE BESLISSING
De voorzieningenrechter:
In conventie
- veroordeelt De Slegte om aan Cappel de huurpenningen ad € 5833,33 per maand ingaande 1 november 2006 te voldoen, een en ander totdat in rechte daaromtrent anders zal zijn beslist, dan wel partijen anders overeen zijn komen;
In reconventie
- veroordeelt Cappel om het huurobject gelegen aan de Huigbrouwerstraat 1 te Alkmaar deugdelijk op te leveren door het ter hand stellen van de sleutels van dat perceel aan De Slegte;
In conventie en in reconventie
- verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
- weigert de meer of anders gevorderde voorzieningen;
- compenseert de kosten van het geding in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Gewezen door mr. H. Warnink, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 september 2006 in tegenwoordigheid van J.J.M. Jeurissen, griffier.