ECLI:NL:RBALK:2006:AY8678
Rechtbank Alkmaar
- Kort geding
- H. Warnink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot plaatsing in TBS-kliniek
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 21 september 2006 uitspraak gedaan in een kort geding waarin eiser, verblijvende in het Huis van Bewaring PI Noord-Holland Noord, vorderde om geplaatst te worden in een TBS-kliniek of psychiatrisch ziekenhuis. Eiser was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar en terbeschikkingstelling (TBS) door het Gerechtshof te Amsterdam. Eiser stelde dat zijn verblijf in het huis van bewaring onrechtmatig was en in strijd met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Gedaagde, de Staat der Nederlanden, bestreed de vordering en voerde aan dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een andere behandeling rechtvaardigden.
De voorzieningenrechter overwoog dat het verblijf van eiser in het huis van bewaring na het verstrijken van de formele straftijd ongewenst was, maar dat een veroordeling tot plaatsing in een TBS-kliniek zou betekenen dat andere terbeschikkinggestelden op de wachtlijst langer moesten wachten. De rechter concludeerde dat er geen grond was voor de gevorderde voorzieningen, omdat eiser niet detentieongeschikt was en er geen bijzondere omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden. Bovendien werd gesteld dat eiser hoogstwaarschijnlijk dit jaar nog geplaatst zou kunnen worden in een kliniek, waardoor de situatie niet permanent zou zijn.
De voorzieningenrechter heeft de vordering tot plaatsing in een TBS-kliniek afgewezen en bepaald dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt de complexiteit van de situatie van terbeschikkinggestelden en de impact van wachtlijsten op hun rechtspositie.