ECLI:NL:RBALK:2006:AZ3761
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.J. van de Sande
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van kosten door verhuurder na niet behoorlijke oplevering van gehuurde woning
In deze zaak vorderde de verhuurder, Stichting Intermaris, betaling van kosten die zij had gemaakt omdat de gehuurde woning niet naar behoren was opgeleverd door de huurder, [gedaagde]. De huurovereenkomst was per 12 augustus 2004 geëindigd, en de verhuurder stelde dat de huurder de woning in slechte staat had achtergelaten. De huurder voerde aan dat zijn ex-echtgenote, [medehuurster], de opzegging van de huurovereenkomst niet had hoeven ondertekenen, waardoor zij in de woning had kunnen blijven wonen. De kantonrechter verwierp dit verweer, omdat de ex-echtgenote door de echtscheiding haar medehuurderschap had verloren en er geen rechterlijke voorziening was getroffen zoals bedoeld in artikel 7:266 lid 5 BW.
De kantonrechter beoordeelde vervolgens de door de verhuurder gevorderde kosten, die bestonden uit een eindafrekening van € 10.186,91 en buitengerechtelijke kosten van € 952,00. De huurder had verweer gevoerd tegen de vordering en stelde dat hij de woning correct had achtergelaten. De kantonrechter oordeelde dat de huurder de woning niet in de juiste staat had opgeleverd en dat de verhuurder gerechtigd was om de kosten voor herstel en verwijdering van achtergelaten goederen te vorderen.
Na een gedetailleerde beoordeling van de door de verhuurder ingediende vorderingen, oordeelde de kantonrechter dat de huurder een bedrag van € 6.905,27 diende te betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 17 mei 2005. De kantonrechter wees de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten af en veroordeelde de huurder in de proceskosten. Dit vonnis werd uitgesproken op 14 augustus 2006 door mr. P.J. van de Sande, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.