ECLI:NL:RBALK:2006:AZ4207
Rechtbank Alkmaar
- Kort geding
- P.J. van de Sande
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en agressief gedrag van werknemer
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Alkmaar op 15 mei 2006 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer en zijn werkgever. De werknemer, die sinds 3 juli 2000 als chauffeur in dienst was bij de werkgever, was op 21 november 2005 op staande voet ontslagen. Dit ontslag volgde op een incident waarbij de werknemer met de hand iets in de laag stof op een loodsdeur schreef, wat door twee medewerkers van de werkgever werd waargenomen. De werkgever beschuldigde de werknemer van het uiten van agressieve taal en bedreigingen tegenover deze medewerkers. De werknemer ontkende de beschuldigingen en stelde dat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij met onbevoegden te maken had.
De kantonrechter oordeelde dat het niet onwaarschijnlijk was dat het ontslag op staande voet in een bodemgeschil stand zou houden. De rechter nam daarbij in overweging dat de werknemer eerder was gewaarschuwd voor agressief gedrag. De gevraagde voorziening van de werknemer om zijn werkzaamheden te hervatten werd afgewezen, mede vanwege het restitutierisico. De werknemer werd veroordeeld in de proceskosten van de werkgever, die op dat moment op € 200,00 werden vastgesteld.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met ontslag op staande voet en de vereisten voor een rechtsgeldig ontslag. De rechter concludeerde dat, hoewel de werknemer zijn ontslag betwistte, de omstandigheden en eerdere waarschuwingen voldoende grond konden bieden voor het ontslag.