ECLI:NL:RBALK:2007:AZ6436
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering ter zake van persoonsgebonden budget (PGB) en de gevolgen van wetgeving op uitvoering
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 17 januari 2007 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de Onderlinge Verzekering Maatschappij Univé Zorgverzekeraar U.A. (hierna: Univé) en [gedaagde]. De zaak betreft een vordering van Univé tot terugbetaling van een bedrag van Euro 2.594,84, dat [gedaagde] zou hebben ontvangen in het kader van een persoonsgebonden budget (PGB). Univé stelt dat [gedaagde] in 2003 en 2004 voorschotten heeft ontvangen die niet zijn verantwoord, en dat er abusievelijk een bedrag van Euro 4.809,- tweemaal aan [gedaagde] is uitbetaald.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet heeft voldaan aan haar verantwoordingsplicht met betrekking tot de ontvangen PGB-bedragen. Ondanks dat [gedaagde] heeft aangevoerd dat zij de bedragen niet meer kan traceren, heeft de rechtbank geoordeeld dat dit verweer niet kan slagen. De rechtbank heeft de vordering van Univé voor een deel toegewezen, waarbij het bedrag van Euro 2.594,84 aan [gedaagde] is opgelegd, vermeerderd met wettelijke rente.
De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de wetgever problemen creëert in de uitvoering van de regelgeving, wat vaak leidt tot nadelige gevolgen voor particulieren, in dit geval [gedaagde], die afhankelijk zijn van PGB's. De rechtbank heeft de administratieve lasten en de moeilijkheden die PGB-houders ondervinden bij het verantwoorden van hun uitgaven erkend, maar heeft benadrukt dat de verplichting tot verantwoording onontkoombaar is. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor zowel zorgkantoren als PGB-houders om zich aan de wettelijke vereisten te houden, ondanks de praktische complicaties die zich kunnen voordoen.