ECLI:NL:RBALK:2007:AZ7663
Rechtbank Alkmaar
- Voorlopige voorziening
- M. Zijp
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom wegens overtreding gemeentelijke monumentenverordening en voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 23 januari 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een last onder dwangsom die was opgelegd aan verzoeker, eigenaar van een beschermd gemeentelijk monument, de stolpboerderij in Zwaag. De gemeente Hoorn had verzoeker een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 8 van de Monumentenverordening 2001, omdat hij zonder vergunning werkzaamheden aan het monument had uitgevoerd, wat leidde tot instorting van het pand. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter overwoog dat de gemeente in het bestreden besluit niet voldoende had onderbouwd welke specifieke handelingen van verzoeker als overtreding waren aangemerkt. De voorzieningenrechter stelde vast dat verzoeker niet in de gelegenheid was gesteld om zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de last werd opgelegd, wat in strijd was met artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit gebrek in de procedure leidde tot de conclusie dat het bestreden besluit niet zorgvuldig was voorbereid.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de last onder dwangsom niet kon worden opgelegd met als doel het herstel van het monument, omdat het enkel indienen van een restauratieplan niet voldeed aan de eisen van de wet. De voorzieningenrechter schorste het besluit van de gemeente tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar en veroordeelde de gemeente Hoorn in de proceskosten van verzoeker, die werden vastgesteld op € 644,00. Tevens werd de gemeente gelast het griffierecht van € 141,00 aan verzoeker te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in bestuursprocedures en de noodzaak voor bestuursorganen om duidelijk te zijn over de grondslagen van hun besluiten.