ECLI:NL:RBALK:2007:AZ8522

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
14 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
14/678120-05
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 14 februari 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man die verdacht werd van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De tenlastelegging betrof het betasten en wrijven over de vagina van een slachtoffer, geboren in 1998, die op het moment van de vermeende feiten nog geen zestien jaar oud was. De feiten zouden hebben plaatsgevonden op 1 juni 2003 in de gemeente Schagen. Tijdens de zitting op 31 januari 2007 heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank de verdachte zou vrijspreken van de tenlastelegging.

De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en haar moeder beoordeeld, evenals het studioverhoor en het rapport van prof. dr. Wagenaar. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verklaringen onvoldoende betrouwbaar waren om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de beschuldigingen.

Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partij, de wettelijk vertegenwoordiger van het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding van € 1.541,22, aangezien de verdachte niet was veroordeeld voor het tenlastegelegde feit. De benadeelde partij werd in de gelegenheid gesteld om haar vordering bij de burgerlijke rechter aan te brengen. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. H. de Klerk, en de rechters mr. M.E.J. van Lieshout-Segers en mr. S.N. Schipper, in aanwezigheid van griffier mr. J.A. Huisman.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Parketnummer: 14/678120-05
Datum uitspraak: 14 februari 2007
OP TEGENSPRAAK
VONNIS van de rechtbank Alkmaar, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van het
OPENBAAR MINISTERIE
tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats],
wonend [adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 31 januari 2007.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie die er toe strekt dat de rechtbank de verdachte zal vrijspreken van het hem ten laste gelegde.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman,
mr. R.P.H. de Granada, advocaat te Alkmaar naar voren is gebracht.
1. TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 01 juni 2003 in de gemeente Schagen, met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer ] 1998), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het (onder haar bikinibroekje) betasten van de vagina van die [slachtoffer] en/of het meermalen (onder haar bikinibroekje) wrijven over de vagina van die [slachtoffer].
2. VRIJSPRAAK
De rechtbank is, evenals de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Na kennis te hebben genomen van het studioverhoor van [slachtoffer] en het daarover opgemaakte rapport door prof. dr. Wagenaar, tegen de achtergrond van wat de politiefunctionarissen op de avond van 1 juni 2003 hebben waargenomen, acht de rechtbank de verklaring van [slachtoffer] (en haar moeder) onvoldoende betrouwbaar om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. De inhoud van de overige processtukken maakt dat niet anders.
Daarom behoort de verdachte te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.
3. DE VORDERING VAN DE BENADEELDE PARTIJ
De benadeelde partij [wettelijk vertegenwoordiger slachtoffer] heeft als wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer] vóór de aanvang van de terechtzitting bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 1.541,22 wegens schade die de verdachte aan de benadeelde partij zou hebben toegebracht.
Nu niet wettig en overtuigend is bewezen wat aan de verdachte is ten laste gelegd, kan de benadeelde partij in de vordering die daar betrekking op heeft, niet worden ontvangen.
De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
4. BESLISSING
De rechtbank:
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partij [wettelijk vertegenwoordiger slachtoffer] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H. de Klerk, voorzitter,
mr. M.E.J. van Lieshout-Segers en mr. S.N. Schipper, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.A. Huisman, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2007.
Mr. Schipper is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.