ECLI:NL:RBALK:2007:BA1573
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis na expiratie vorige machtiging
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 16 maart 2007 uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging tot voortgezet verblijf van een betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek van de officier van justitie te laat is ingediend, aangezien de vorige machtiging op 12 maart 2007 was geëxpireerd. De raadsvrouw van de betrokkene stelde dat de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard diende te worden vanwege het te laat indienen van het verzoek. De rechtbank verwierp dit beroep op niet-ontvankelijkheid, maar benadrukte dat het te laat indienen van het verzoek wel gevolgen heeft voor de geldigheidsduur van de nieuwe machtiging.
De rechtbank heeft de inhoudelijke behandeling van de zaak uitgevoerd en is tot de conclusie gekomen dat de geestelijke stoornis van de betrokkene, een schizo-affectieve stoornis in combinatie met alcoholafhankelijkheid, nog steeds aanwezig is. Dit vormt een gevaar voor de betrokkene zelf, voor anderen en voor de algemene veiligheid. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de overgelegde stukken en de verhoren die zijn gehouden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de machtiging tot voortgezet verblijf van de betrokkene in het psychiatrisch ziekenhuis te verlenen, ingaande op 16 maart 2007 en geldig tot 12 maart 2008. Deze beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is op dezelfde dag in Heiloo gegeven.