ECLI:NL:RBALK:2007:BA3168

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
20 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
14.810514-06
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor verduistering en openlijk geweld in vereniging

In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 20 maart 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van verduistering en openlijk geweld. De verdachte had de auto van de aangeefster gebruikt, maar in plaats van deze op tijd terug te geven, had hij de auto naar de sloop gebracht en € 100 geïncasseerd. Dit leidde tot schade en ergernis voor de aangeefster. Op 12 december 2006, na een schorsing van zijn voorlopige hechtenis, heeft de verdachte samen met een vriend, na fors alcoholmisbruik, drie personen zonder enige aanleiding aangevallen. Dit geweld leidde tot letsel en veroorzaakte gevoelens van onveiligheid in de maatschappij. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn ontkenning, wettig en overtuigend schuldig was aan de feiten 2 t/m 4, die bestonden uit openlijk geweld tegen meerdere slachtoffers in Den Helder. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaar. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen, waaronder de aangeefster van de verduistering en de slachtoffers van het geweld. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd om bedragen te betalen aan de slachtoffers, met de mogelijkheid van hechtenis bij niet-betaling. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, maar de overige feiten zijn bewezen verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector strafrecht
parketnummer: 14.810514-06
tegenspraak
verkort vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken d.d. 20 maart 2007
in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977,
gedetineerd in PI N-H Noord, Schutterswei te Alkmaar.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 maart 2007.
De rechtbank heeft kennisgenomen van
? de vordering van de officier van justitie, die ertoe strekt dat de rechtbank
- de verdachte zal vrijspreken van het onder 2 primair tenlastegelegde
- de verdachte voor het overige de maatregel zal opleggen tot het plaatsen in een inrichting voor stelselmatige daders voor de tijd van twee jaar
? wat de verdachte en zijn raadsman mr. J.J. Jorna als waarnemer van mr. H. Teunisse, beiden advocaat te Den Helder, naar voren hebben gebracht.
1. TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat
1. primair
hij op of omstreeks 27 oktober 2006 in (de gemeente) Den Helder opzettelijk een personenauto (merk: Fiat, type: Cinquecento), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten in bruikleen, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
1. subsidiair
hij op of omstreeks 27 oktober 2006 in (de gemeente) Den Helder met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (van het merk Fiat; type Cinquecento), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2. primair
hij op of omstreeks 12 december 2006 in (de gemeente) Den Helder ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet met één of meer van zijn mededader(s) naar die [slachtoffer 2] is toegegaan, waarna hij, verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s), meermaals, althans eenmaal, (met kracht) met geschoeide voet(en) heeft/hebben getrapt en/of geschopt tegen/op het hoofd van die [slachtoffer 2] en/of (elders) tegen/op het lichaam,
terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag en/of zat, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. subsidiair
hij op of omstreeks 12 december 2006 in (de gemeente) Den Helder met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten de Zuidstraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2], welk geweld bestond uit
- het vastpakken en/of vasthouden van (de jas van) die [slachtoffer 2] en/of het meermaals, althans eenmaal, (krachtig) rukken en/of trekken aan (de jas van) die [slachtoffer 2] en/of
- (vervolgens) het meermaals, althans eenmaal, (met kracht) met geschoeide voet(en) trappen en/of schoppen tegen/op het hoofd van die [slachtoffer 2] en/of (elders) tegen/op het lichaam (terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag en/of zat);
2. meer subsidiair
hij op of omstreeks 12 december 2006 in (de gemeente) Den Helder tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 2]) meermaals, althans eenmaal, (met kracht) met geschoeide voet(en) heeft getrapt en/of geschopt tegen/op het hoofd en/of (elders) tegen/op het lichaam (terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag en/of zat), waardoor voornoemde [slachtoffer 2] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
3. primair
hij op of omstreeks 12 december 2006 in (de gemeente) Den Helder met een ander
of anderen, op of aan de openbare weg, West- en/of Beatrixstraat, in elk geval
op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
[slachtoffer 3], welk geweld bestond uit
- het vastpakken en/of vasthouden van (de jas van) die [slachtoffer 3] en/of
- het met een (plastic) fles (krachtig) slaan tegen/op/in het gezicht van die [slachtoffer 3] en/of tegen/op het hoofd en/of
- (vervolgens) het meermaals, althans eenmaal, (met kracht) met gebalde vuist(en) slaan tegen/op/in de zijde(n) van die [slachtoffer 3] en/of (elders) tegen/op het lichaam (terwijl die [slachtoffer 3] op de grond lag en/of zat) en/of
- het meermaals, althans eenmaal, (met kracht) met geschoeide voet(en) trappen en/of schoppen tegen/op/in de buik van die [slachtoffer 3] en/of (elders) tegen/op het lichaam;
3. subsidiair
hij op of omstreeks 12 december 2006 in (gemeente) Den Helder tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 3])
- met een (plastic) fles (krachtig) heeft geslagen tegen/op/in het gezicht en/of tegen/op het hoofd en/of
- (vervolgens) meermaals, althans eenmaal, (met kracht) met gebalde vuist(en) heeft geslagen tegen/op/in de zijde(n) en/of (elders) tegen/op het lichaam (terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag en/of zat) en/of
- meermaals, althans eenmaal, (met kracht) met geschoeide voet(en) heeft getrapt en/of geschopt tegen/op/in de buik en/of (elders) tegen/op het lichaam,
waardoor voornoemde [slachtoffer 1] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
4. primair
hij op of omstreeks 12 december 2006 in (de gemeente) Den Helder met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, Keizersgracht, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 4], welk geweld bestond uit
- het (krachtig) vastpakken en/of vasthouden van (de nek van) die [slachtoffer 4] en/of
- het (met kracht) met gebalde vuist(en) slaan tegen/op/in het gezicht en/of tegen/op het hoofd van die [slachtoffer 4];
4. subsidiair
hij op of omstreeks 12 december 2006 in (de gemeente) Den Helder tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 4]) (krachtig) (bij/om de nek) heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of (met kracht) met gebalde vuist(en) heeft geslagen tegen/op/in het gezicht en/of tegen/op het hoofd, waardoor voornoemde [slachtoffer 4] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- of schrijffouten voorkomen, worden deze verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
2. VRIJSPRAAK
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel, dat niet wettig en overtuigend is bewezen, dat de verdachte het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan.
De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
3. BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat
1. primair
hij op 27 oktober 2006 in (de gemeente) Den Helder opzettelijk een personenauto (merk: Fiat, type: Cinquecento), toebehorende aan [slachtoffer 1], welk goed verdachte anders dan door misdrijf, te weten in bruikleen, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2. subsidiair
hij op 12 december 2006 in (de gemeente) Den Helder met een ander op de openbare weg, Zuidstraat, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2], welk geweld bestond uit
- het vastpakken en vasthouden van (de jas van) die [slachtoffer 2] en het meermaals krachtig rukken en trekken aan (de jas van) die [slachtoffer 2] en
- het meermaals met kracht met geschoeide voet trappen en schoppen tegen het hoofd van die [slachtoffer 2];
3. primair
hij op 12 december 2006 in (de gemeente) Den Helder met een ander
op de openbare weg, Weststraat, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3], welk geweld bestond uit
- het vastpakken en vasthouden van (de jas van) die [slachtoffer 3] en
- het met een plastic fles krachtig slaan tegen het gezicht van die [slachtoffer 3] en
- het meermaals met kracht met gebalde vuist slaan tegen de zijden van die [slachtoffer 3] en elders tegen het lichaam (terwijl die [slachtoffer 3] op de grond lag) en
- het meermaals met kracht met geschoeide voet trappen en schoppen in de buik van die [slachtoffer 3];
4. primair
hij op 12 december 2006 in (de gemeente) Den Helder met een ander op de openbare weg, Keizersgracht, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 4], welk geweld bestond uit
- het vastpakken en vasthouden van de nek van die [slachtoffer 4] en
- het met kracht met gebalde vuist slaan in het gezicht van die [slachtoffer 4].
Wat meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
4. BEWIJS
De rechtbank grondt de beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
5. NADERE MOTIVERING
Verdachte ontkent de feiten 2 t/m 4 te hebben begaan; de raadsman heeft vrijspaak voor deze feiten bepleit wegens onvoldoende bewijs.
Uit het proces-verbaal van politie blijkt het volgende.
De medeverdachte – [medeverdachte] – heeft verklaard dat hij dinsdagmiddag 12 december 2006 samen met verdachte sterke drank heeft gebruikt en dat zij samen in Den Helder de route Beatrixstraat/Zuidstraat/Binnenhaven hebben gelopen.
Getuige [getuige] heeft verklaard dat zij de haar bekende verdachte en medeverdachte die middag omstreeks 14.30 uur in de Zuidstraat heeft gezien.
Aangever [slachtoffer 2] (feit 2) liep die middag op de Zuidstraat richting Binnenhaven, toen hij werd aangevallen door twee mannen. Getuige [getuige 2] heeft gezien dat twee mannen met een derde een conflict hadden, waarbij de twee mannen hebben geduwd en getrokken. De melding van dit incident is om 15.08 uur bij de politie binnengekomen.
Aangever [slachtoffer 3] (feit 3) liep die middag rond 15.15 uur op de Weststraat richting kanonnenpleintje (Beatrixstraat/Zuidstraat) toen hij de hem bekende verdachte tegen kwam met een onbekende man die aangever met een fles sloeg, waardoor hij kwam te vallen en door beiden werd getrapt.
Aangever [slachtoffer 4] (feit 4) liep die middag om ongeveer 14.45 uur op de Keizersgracht (die evenwijdig aan de Weststraat/Zuidstraat loopt), toen hij werd aangevallen door twee mannen.
De signalementen die de aangevers en getuigen van de twee mannen geven, komen overeen met die van verdachte en medeverdachte.
Op grond van een en ander acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de feiten 2 t/m 4 heeft begaan.
6. STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
1.
VERDUISTERING
2, 3 en 4 telkens:
OPENLIJK IN VERENIGING GEWELD PLEGEN TEGEN PERSONEN.
7. STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
8. MOTIVERING VAN DE MAATREGEL
De rechtbank heeft de op te leggen maatregel bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte.
De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen:
Verdachte mocht de auto van aangeefster gebruiken. In plaats van hem dezelfde avond terug te geven, heeft verdachte de auto een paar dagen later naar de sloop gebracht en € 100 geïncasseerd. Daardoor heeft hij het vertrouwen van aangeefster beschaamd en haar ergernis en schade berokkend.
Op 12 december 2006 is de voorlopige hechtenis van verdachte geschorst, om hem in de gelegenheid te stellen zich de volgende dag te melden bij Triple-Ex in Den Haag in verband met zijn verslaving. Die middag heeft verdachte samen met een vriend, na fors alcoholmisbruik, drie personen zonder enige aanleiding geslagen, gestompt, geschopt en getrapt; een sprekend voorbeeld van zinloos geweld. Daardoor is betrokkenen pijn/letsel en schade toegebracht; dit soort feiten veroorzaakt ook gevoelens van onveiligheid in de maatschappij.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 27 november 2006.
Daaruit blijkt, dat verdachte in de vijf jaar voorafgaand aan 12 december 2006 in totaal 16 keer onherroepelijk is veroordeeld, waarvan 15 keer tot gevangenisstraf en een keer tot een werkstraf. De gevangenisstraffen zijn alle vóór 12 december 2006 ten uitvoer gelegd.
Er moet dan ook ernstig rekening mee worden gehouden, dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan.
Uit de rapportages van de Brijder Verslavingszorg van 27 november 2006, 14 december 2006 en 15 februari 2007 blijkt dat verdachte meermalen in de gelegenheid is geweest zich bij Triple-Ex te laten behandelen; geen van de behandelingen heeft hij afgemaakt.
Het bewezenverklaarde levert misdrijven op, waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af, dat de veiligheid van personen en goederen de maatregel tot plaatsing van verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders eist.
Aan oplegging van de maatregel staat niet in de weg, dat er nog openstaande straffen (zouden) zijn voor andere dan bovengenoemde feiten
9. BENADEELDE PARTIJEN
De benadeelde partij [slachtoffer 1], [adres en woonplaats slachtoffer 1] heeft vóór aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 2.455,00 wegens schade die de verdachte aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij, voor zover die verlies van de auto met toebehoren betreft, van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 1 bewezenverklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte, rechtstreeks schade heeft geleden naar schatting van de rechtbank tot een bedrag van € 650,00, kan de vordering tot dat bedrag worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering voor het overige niet van zo eenvoudige aard dat die vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet ontvankelijk is. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De benadeelde partij [slachtoffer 4], [adres en woonplaats slachtoffer 4], heeft vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 400,00 wegens immateriële schade die de verdachte met zijn mededader aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 4 bewezenverklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte -ook al is een andere dader daarbij betrokken- rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag kan de vordering worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De verdachte is niet tot vergoeding gehouden voor zover het toewijsbare reeds door de mededader aan de benadeelde partij is voldaan.
10. SCHADEVERGOEDING ALS MAATREGEL
De rechtbank heeft tot het opleggen van de hierna te noemen maatregelen besloten omdat de verdachte naar het oordeel van de rechtbank jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 1 en 4 bewezenverklaarde strafbare feit is toegebracht aan de benadeelde.
De toepassing van hechtenis, bij gebreke van voldoening van het verschuldigde bedrag, heft de opgelegde verplichting niet op.
11. TOEGEPASTE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De op te leggen maatregelen zijn gegrond op de artikelen 36f, 38m, 57, 141 en 321 van het Wetboek van Strafrecht.
12. BESLISSING
De rechtbank:
? verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het 2 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
? verklaart bewezen, dat de verdachte het 1 primair, 2 subsidiair, 3 primair en 4 primair tenlastegelegde, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan.
? verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
? verstaat dat het bewezenverklaarde oplevert de hierboven in de rubriek STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE vermelde strafbare feiten.
? verklaart de verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar.
? legt aan verdachte de maatregel op tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de tijd van twee jaar.
? wijst toe de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1], [adres en woonplaats slachtoffer 1] tot hierna te noemen bedrag.
? veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 650,00 (zeshonderd vijftig euro) als schadevergoeding.
? veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken;
de tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil
? verklaart de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering niet ontvankelijk.
? legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1], [adres en woonplaats slachtoffer 1] te betalen een som geld ten bedrage van € 650,00 (zeshonderd vijftig euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 13 dagen.
? bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
? bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
? wijst toe de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4], [adres en woonplaats slachtoffer 4].
? veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 400,00, (vierhonderd euro) als schadevergoeding.
? veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken;
de tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
? bepaalt dat de verdachte niet tot betaling gehouden is indien en voor zover de verschuldigde bedragen reeds door de mededader zijn voldaan.
? legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 4], [adres en woonplaats slachtoffer 4] te betalen een som geld ten bedrage van € 400,00 (vierhonderd euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 4 dagen.
? bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
? bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H. de Klerk, voorzitter,
mr. S.M. Jongkind-Jonker en mr. E.J.M. Tuijp, rechters,
in tegenwoordigheid van R. van der Vecht, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2007.