Sector civiel recht
CVZ/LJS
KG nummer: 95839/KG ZA 07-182
Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding
1 de stichting STICHTING SINT NICOLAAS CENTRALE NEDERLAND,
2 EISER SUB 2 (bestuurslid),
gevestigd, respectievelijk wonende te Den Helder,
EISERS IN KORT GEDING,
procureur mr. H.R.M. Jenné,
advocaat mr. C. Liefting te Amstelveen,
GEDAAGDE,
wonende te Den Helder,
GEDAAGDE IN KORT GEDING,
procureur mr. R.M.I. Banning.
Partijen zullen verder worden genoemd "SNC" respectievelijk "Gedaagde".
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Ter terechtzitting van 26 juni 2007 is SNC bijgestaan door mr. G.L.D. Thomas, kantoorgenoot van mr. Liefting voornoemd. SNC heeft gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
Gedaagde heeft de vordering bestreden.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van SNC de originele dagvaarding en van beide zijden pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd.
De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.
2.1 Gedaagde is in 1957 begonnen met een paar vrienden om zich te verhuren als hulp-sinterklaas en zwarte piet.
2.2 Deze sinterklaasactiviteiten zijn in 1964 ondergebracht in de Sint Nicolaas Centrale.
2.3 In 1972 is deze Sint Nicolaas Centrale omgezet in Stichting Sint Nicolaas Centrale Nederland (SNC), welke stichting zich bezig houdt met het vertegenwoordigen en ondersteunen van Sint Nicolaas in de drukke periode in november en december.
2.4 Gedaagde is gedurende al die jaren als bestuurslid bij SNC nauw betrokken geweest bij deze sinterklaasactiviteiten.
2.5 Op enig moment eind 2006 hebben de heren Eiser sub 2 en Betrokkene aan Gedaagde te kennen gegeven dat zij SNC wel van hem wilden overnemen.
2.6 De besprekingen hierover hebben geleid tot overeenstemming, welke overeenstemming is vastgelegd in een schriftelijk stuk dat op 11 december 2006 door Gedaagde, Eiser sub 2 en Betrokkene is ondertekend. Dit schriftelijk stuk is op 18 januari 2007 omgezet in een koopovereenkomst. Deze koopovereenkomst houdt het volgende in:
"- De heer Gedaagde verkoopt voor een bedrag van euro 20.000,-- zegge TWINTIGDUIZEND EURO aan de heer eiser sub 2 en de heer betrokkene de pieten pakken, sinterklaas pakken, baarden en pruiken, staffen, handschoenen, majo's, kragen, manchetten alsmede de complete inboedel uit het pand aan de straatnaam te Den Helder, zoals genoemd in de inventarislijst (...). Hiermee is zijn lening welke hij heeft bij de Stichting Sint Nicolaas Centrale volledig afgelost.
- Levering: de goederen worden afgeleverd in de zichtbaren toestand waarin het zich bevindt.
Kopers vrijwaard verkoper van alle aanspraken.
Verkoper levert de goederen vrij van beslagen en van inschrijvingen daarvan en vrij van schulden en of verplichtingen van welke aard dan ook.
Verkoper vrijwaard kopers tegen alle aanspraken."
2.7 De complete overdracht van SNC aan het nieuwe bestuur heeft plaatsgevonden op 1 februari 2007.
2.8 De NPS was jarenlang een van de belangrijkste klanten van SNC. Zij huurde SNC in voor het verzorgen van figuratie bij de televisieregistratie van de landelijke intocht van Sinterklaas.
3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.1 SNC vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I Gedaagde zal bevelen binnen 5 dagen na het wijzen van dit vonnis, aan de NPS door middel van een deurwaardersexploot kenbaar te maken dat Gedaagde sedert 18 januari 2007 niets meer met SNC en/of haar onderneming en/of haar activiteiten van doen heeft en dat de NPS voor al hetgeen dat van doen heeft met de intocht van Sinterklaas zoals besproken in de dagvaarding zich tot SNC dient te wenden;
II Gedaagde (of derden namens hem) behoudens het hiervoor gevraagde, zal
verbieden relaties verbonden aan SNC en/of aan haar onderneming te benaderen en/of deze diensten aan te bieden rakende SNC en/of haar onderneming en/of haar activiteiten;
III Gedaagde zal bevelen dat het hem of derden namens hem niet is toegestaan zich als een onderdeel van, of gerelateerd aan, SNC, althans aan haar onderneming of activiteiten naar derden toe te presenteren;
IV zal bepalen dat Gedaagde binnen 14 dagen na het wijzen van dit vonnis (het gebruik van) het in de dagvaarding genoemde telefoon- en faxnummer aan SNC dient te hebben overgedragen;
V zal bepalen dat Gedaagde of derden namens hem per direct geen gebruik meer
mogen maken van het in de dagvaarding genoemde telefoon- en faxnummer;
VI zal bevelen dat Gedaagde SNC binnen 5 dagen na het wijzen van dit vonnis in
het bezit dient te hebben gesteld van alle administratie en boekhouding tot 18 januari 2007;
VII al het gevraagde op straffe van dwangsommen van euro 5.000,-- per keer dat
Gedaagde of derden namens hem in strijd met het gevraagde handelt of laat handelen;
VIII dat indien Gedaagde het onder IV na 20 dagen na het wijzen van dit vonnis
niet heeft gedaan, dit vonnis in de plaats treedt van de wilsbeschikking van Gedaagde, opdat SNC al hetgeen kan en mag doen wat er nodig is om de nummers (in beheer) te krijgen, de kosten waarvan voor rekening van Gedaagde komen;
IX althans zodanig te beslissen als de voorzieningenrechter rechtens juist acht;
X met veroordeling van Gedaagde in de kosten van dit geding.
3.2 SNC legt hieraan ten grondslag dat Gedaagde toerekenbaar tekort komt in de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiende uit eerder genoemde koopovereenkomst. SNC stelt dat Gedaagde zou terugtreden uit de sinterklaasactiviteiten maar thans onrechtmatig handelt jegens SNC door bijvoorbeeld zonder medeweten van het huidige bestuur contact op te nemen met de NPS over de landelijke intocht 2007. Inmiddels heeft de NPS SNC schriftelijk meegedeeld dat nog niet bekend is aan wie de figuratie van de landelijke intocht dit jaar zal worden opgedragen: aan SNC of aan Gedaagde. Hieruit blijkt volgens SNC dat Gedaagde achter haar rug om voor zichzelf opdrachten probeert binnen te halen, ten koste van SNC. Dit is in strijd met de afspraken tussen partijen, die erop zagen de continuïteit van SNC te waarborgen.
3.3 Gedaagde heeft verweer gevoerd. Hij erkent dat hij SNC heeft overgedragen omdat hij het wat rustiger aan wil doen. Gedaagde wijst er echter op dat tevens afgesproken is dat hij, gelet op de in de loop der jaren door hem opgebouwde contacten, het eerste jaar nog als adviseur aan SNC verbonden zou blijven om het nieuwe bestuur bij de (hem bekende) opdrachtgevers te introduceren, teneinde op die manier de continuïteit van SNC te waarborgen. Gedaagde stelt zich op het standpunt dat hij ook met dat doel contact heeft opgenomen met de NPS en hen op de hoogte heeft gesteld van het feit dat hij was teruggetreden uit SNC. Van de zijde van de NPS werd hem toen echter meegedeeld dat men hiervan al op de hoogte was omdat de NPS reeds door het nieuwe bestuur van SNC was benaderd. Voorts heeft Gedaagde benadrukt dat het niet zo is dat SNC de landelijke intocht regelde, maar dat de NPS hiervoor verantwoordelijk is samen met de gemeente waar de intocht plaatsvindt en dat noch SNC noch Gedaagde zelf de opdracht tot het verzorgen van de figuratie bij de intocht kan claimen bij de NPS. Daarnaast betwist Gedaagde nadrukkelijk dat hij (sinterklaas)opdrachten voor zichzelf probeert binnen te halen ten koste van SNC en heeft hij er in dit verband op gewezen dat hij bij de overdracht van SNC alle pakken en accessoires heeft overgedragen, zodat hij ook niet meer over de middelen beschikt om aan een dergelijke opdracht uitvoering te geven. Ten aanzien van de gevorderde overdracht van telefoon- en faxnummers heeft Gedaagde betoogd dat hij het gecombineerde fax- en telefoonnummer nummer 1 al aan SNC heeft overgedragen, maar dat telefoonnummer nummer 2 zijn privénummer is en dat hij ook in het kader van de overdracht heeft aangegeven aan de heren Eiser sub 2 en Betrokkene dat hij dit nummer wil behouden. Hij heeft zich hierbij op het standpunt gesteld dat hij vele relaties in het binnen- en buitenland heeft en dat van hem niet verlangd kan worden dat hij al deze relaties op de hoogte stelt van een nummerwijziging van zijn privénummer. Voorts heeft hij de juistheid van de stelling van SNC betwist, dat de facturen met betrekking tot dit nummer steeds door SNC werden betaald, daarbij aanvoerend dat uitsluitend het ADSL gedeelte van dit abonnement door SNC werd voldaan in overleg met de boekhouder van SNC, maar dat de overige abonnementskosten door hemzelf voldaan werden.
4. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
4.1 SNC heeft blijkens haar statuten als doel het organiseren van Sint Nicolaas festiviteiten voor en het uitreiken van geschenken aan daartoe in aanmerking komende bejaarde, aan huis gebonden of alleenstaande personen, invaliden en gehandicapten in het algemeen.
Bovendien blijkt uit het huishoudelijk reglement van SNC het volgende:
- SNC zorgt voor kerstpakketten, die door medewerkers worden verspreid aan de bejaarden, invaliden en langdurige zieken van de gemeente Den Helder en omstreken.
- Het bestuur van de stichting heeft de taak om het reilen en zeilen van diverse intochten en/of bezoeken naar behoren te hebben geregeld met de coördinator van de desbetreffende intocht.
- Sinterklaas dient er altijd voor te zorgen dat hij er verzorgd uitziet, zelf zijn staf en boek meeneemt en ook kijkt of zijn pieten geheel gekleed zijn voordat zij de deur uitgaan. Verder moet hij zich tijdens de intocht niet te veel met andere zaken bemoeien dan met de kinderen.
- De hoofdpiet vormt samen met zijn Sinterklaas een team. De hoofdpiet heeft de taak om tijdens de intocht en huisbezoeken de Sinterklaas behulpzaam te zijn, zonder onderdanig te zijn.
- De zwarte piet moet luisteren naar zijn hoofdpiet en Sinterklaas.
4.2 Eén van de twistpunten tussen partijen is het mede organiseren van de landelijke Sinterklaasintocht, die door de NPS op televisie wordt uitgezonden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter bestaat er geen recht op het houden van die intocht. Enig patent hierop kan niet worden aangevraagd, want het Sinterklaasfeest is van ons allemaal.
Reeds hierop strandt de door SNC gevorderde mededeling van Gedaagde aan de NPS dat zij zich voor al hetgeen dat betrekking heeft op de intocht van Sinterklaas tot SNC dient te wenden. Bovendien staat het de NPS geheel vrij wie zij wenst te benaderen voor het verzorgen van de ondersteuning bij de landelijke intocht. Evenmin als aan Gedaagde, komt aan SNC enig recht toe, op basis waarvan het verstrekken van deze opdracht bij de NPS kan worden geclaimd. Van enige overeenkomst daartoe is namelijk niet gebleken.
Ten aanzien van de vordering van SNC om Gedaagde te bevelen om aan de NPS door middel van een deurwaardersexploot kenbaar te maken dat hij sinds 18 januari 2007 niets meer met SNC te maken heeft, wordt overwogen dat door SNC ter zitting is erkend dat de NPS al op de hoogte is van deze situatie, zodat dit deel van de vordering zal worden afgewezen bij gebrek aan belang.
4.3 Het gevorderde bevel om Gedaagde (of derden namens hem) te verbieden om relaties verbonden aan SNC te benaderen en/of diensten aan te bieden die overeenkomen met de activiteiten van SNC wordt afgewezen. Weliswaar stelt SNC dat uit het feit dat Gedaagde contact heeft opgenomen met de NPS valt af te leiden dat hij achter de rug van SNC om opdrachten probeert binnen te halen voor zichzelf, maar dit is door Gedaagde gemotiveerd betwist. Daarbij heeft SNC niet weersproken dat inderdaad overeengekomen was dat Gedaagde voorlopig adviseur zou blijven van SNC, zoals door hem is verklaard. Nu SNC in het licht van dit verweer geen nadere concrete feiten en/of omstandigheden heeft aangevoerd, waaruit blijkt dat Gedaagde zelf of via derden probeert met de activiteiten van SNC vergelijkbare opdrachten voor zichzelf binnen te halen, heeft zij ten aanzien van dit deel van haar vordering niet voldaan aan haar stelplicht, zodat aan haar stelling op dit punt voorbijgegaan zal worden.
4.4 Ten aanzien van het gevorderde bevel om Gedaagde (of derden namens hem) te verbieden om zich nog langer te presenteren als onderdeel van of gerelateerd aan SNC, wordt overwogen dat nu Gedaagde is uitgetreden uit SNC het hem niet meer is toegestaan om zich nog langer te presenteren als onderdeel van SNC. Nu tussen partijen echter vaststaat dat afgesproken was dat Gedaagde als adviseur aan SNC verbonden zou blijven om het nieuwe bestuur van SNC bij de opdrachtgevers te introduceren, moet worden geconcludeerd dat hij zich als adviseur zonodig wel mag presenteren als gerelateerd aan SNC. Het voorgaande brengt mee dat deze vordering slechts op de hierna te melden wijze zal worden toegewezen.
4.5 Ten aanzien van de gevorderde veroordeling van Gedaagde om de in de dagvaarding genoemde telefoon- en faxnummers over te dragen aan SNC en het gevorderde verbod van Gedaagde om deze nummers met ingang van de datum van het vonnis nog langer te gebruiken, wordt het volgende overwogen.
Op basis van de door Gedaagde als productie 5 en productie 8 overgelegde stukken blijkt afdoende dat Gedaagde op 1 februari 2007 aan de KPN heeft doorgegeven dat het gecombineerde telefoon- en faxnummer nummer 1 aan SNC wordt overgedragen. Nu dit nummer door Gedaagde al is overgedragen en niet meer bij hem in gebruik is, zullen de vorderingen van SNC voorzover deze zien op dit nummer, worden afgewezen.
Ten aanzien van het nummer nummer 2 is weliswaar door Gedaagde gesteld dat dit zijn privénummer is, maar uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting is verklaard blijkt afdoende dat dit nummer altijd (mede) in gebruik is geweest als telefoonnummer van SNC. Gedaagde heeft ter zitting erkend dat het abonnementsgeld en de facturen met betrekking tot dit nummer in ieder geval deels door SNC werden voldaan. Voorts werd genoemd nummer onder meer gedurende vele jaren als één van de telefoonnummers van SNC (naast faxnummer nummer 1) op door SNC uitgegeven relatiegeschenken, zoals agenda's vermeld. Ook uit de inhoud van het koopcontract volgt niet dat in het kader van de overname uitdrukkelijk overeengekomen is dat Gedaagde na de overdracht van SNC dit telefoonnummer als privé-nummer zou mogen behouden; een dergelijke afspraak is van de zijde van SNC bovendien nadrukkelijk betwist. Door Gedaagde is in dit verband nog aangevoerd dat van hem niet verwacht kan worden dat hij aan al zijn relaties die beschikken over dit telefoonnummer van hem een nieuw nummer moet doorgeven, maar desgevraagd heeft Gedaagde als andere relaties uitsluitend de EHBO en de carnavalsvereniging genoemd.
Gelet op het vorenstaande dient het belang van SNC bij behoud van het telefoonnummer als ingang voor de thans voor haar nog onbekende relaties (die verwachten via dit telefoonnummer in contact te komen met SNC), zwaarder te wegen dan het belang van Gedaagde bij behoud van het telefoonnummer. Gedaagde is immers wel bekend met de relaties die hij eventueel van een nieuw telefoonnummer op de hoogte zal moeten stellen. Dit deel van de vordering van SNC ligt hiermee voor toewijzing gereed. Ook het verbod tot verder gebruik van dit telefoonnummer door Gedaagde is toewijsbaar, met dien verstande dat dit verbod pas van kracht zal worden na verloop van de termijn waarbinnen Gedaagde het telefoonnummer aan SNC dient over te dragen.
4.6 Ten aanzien van de gevorderde afgifte van de boekhouding en de administratie wordt het volgende overwogen. SNC vordert in de dagvaarding afgifte van deze bescheiden per 18 januari 2007. Ter terechtzitting heeft zij verklaard dat zij bedoelt de bescheiden tot 18 januari 2007, de datum van de officiële overdracht. Door Gedaagde is verklaard dat hij bereid is deze administratie af te geven. Hiermee kan dit deel van de vordering worden toegewezen.
Met betrekking tot de boekhouding heeft Gedaagde verklaard dat hij deze in zijn bezit heeft over de periode 2000 t/m 2005, maar dat de stukken over 2006 bij de accountant zijn voor het opstellen van een accountantsverklaring. Nu deze stukken eigendom zijn van SNC zullen ze nadat de accountantsverklaring is opgesteld door de accountant aan SNC ter hand gesteld worden, hetgeen ook door SNC is erkend. Derhalve is dit deel van de vordering toewijsbaar voor zover Gedaagde de boekhouding nog in zijn bezit heeft.
4.7 Door SNC is gevorderd aan de veroordelingen dwangsommen te verbinden. Deze vordering kan eveneens worden toegewezen, met dien verstande dat de voorzieningenrechter aanleiding ziet de dwangsom te matigen en een maximum aan de te verbeuren dwangsommen te verbinden.
4.8 De vordering van SNC om te bepalen dat indien Gedaagde niet tijdig aan de veroordeling tot overdragen van het telefoonnummer nummer 2 zal voldoen dit vonnis in de plaats zal treden van de medewerking van Gedaagde, wordt afgewezen. Deze vordering is prematuur, nu niet is gesteld of gebleken dat Gedaagde niet aan de veroordeling zal voldoen en aan deze veroordeling bovendien een dwangsom zal worden verbonden.
4.9 Nu partijen over en weer voor een belangrijk deel in het ongelijk gesteld zijn, ziet de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten te compenseren, op de wijze zoals hierna vermeld.
- verbiedt Gedaagde zich als een onderdeel van SNC naar derden toe te presenteren;
- bepaalt dat Gedaagde binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis het telefoonnummer nummer 2 aan SNC dient te hebben overgedragen en dat het hem na genoemde termijn, of zoveel eerder als hij het genoemde nummer heeft overgedragen, niet langer is toegestaan van dit telefoonnummer gebruik te maken;
- beveelt Gedaagde binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis SNC in het bezit te stellen van alle administratie met betrekking tot SNC (voorzover in zijn bezit) t/m 2006 en van alle boekhouding van SNC (voorzover in zijn bezit) over de periode 2000 t/m 2005;
- bepaalt dat indien Gedaagde na betekening van dit vonnis aan bovengenoemde veroordelingen geen gevolg zal geven hij een dwangsom zal verbeuren van euro 1.000,-- per keer of per dag dat hij in strijd handelt met één van deze veroordelingen, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van euro 20.000,--;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- weigert de meer of anders gevorderde voorzieningen.
Gewezen door mr. L.J. Saarloos, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 juli 2007 in tegenwoordigheid van C. Vis-van Zanden, griffier.