ECLI:NL:RBALK:2007:BA9345
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Inbreuk op huurovereenkomst door plaatsing van een schotelantenne door de huurder
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 4 april 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder en een huurder over de plaatsing van een schotelantenne. De verhuurder, een stichting gevestigd te Den Haag, vorderde de verwijdering van de schotelantenne die door de huurder aan de gevel van de huurwoning was bevestigd. De verhuurder stelde dat de huurder in strijd met de huurovereenkomst handelde, aangezien er al een centraal ontvangstsysteem voor radio en televisie aanwezig was. De huurder voerde aan dat hij een groot belang had bij het ontvangen van signalen via de schotelantenne, omdat het aanbod via het centrale systeem niet voldeed aan zijn behoeften en in strijd was met zijn geloofsovertuiging.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling een belangenafweging gemaakt tussen de belangen van de verhuurder en die van de huurder, waarbij artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) in acht werd genomen. De rechter oordeelde dat de belangen van de verhuurder niet opwogen tegen die van de huurder. De verhuurder had onvoldoende onderbouwd dat de schotelantenne een ontsierend effect had of dat er sprake was van precedentwerking. Bovendien was de huurder bereid om eventuele schade te herstellen en had hij onbetwist gesteld dat de schotelantenne deugdelijk was bevestigd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van de verhuurder afgewezen en deze veroordeeld in de proceskosten van de huurder. De uitspraak benadrukt het belang van de vrijheid van nieuwsgaring en de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging in huurzaken.