ECLI:NL:RBALK:2007:BB2353

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
4 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
223733 CV EXPL 06-4987
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en geschil over telefonische acquisitie

In deze zaak heeft de besloten vennootschap [Xx] een vordering ingesteld tegen de vennootschap onder firma [Yy] en haar vennoten, waarbij zij hoofdelijke veroordeling tot betaling van € 375,87, rente en kosten vorderde. De vordering is gebaseerd op een telefonische acquisitie waarbij [Yy] zou hebben ingestemd met een overeenkomst voor het plaatsen van bedrijfsgegevens op een website. [Yy] heeft echter betwist dat er een overeenkomst tot stand is gekomen en heeft verweer gevoerd, waarbij zij stelde dat zij slachtoffer was van misleidende praktijken van [Xx].

De kantonrechter heeft de inhoud van de geluidsopnamen van de telefoongesprekken beoordeeld. Uit het eerste gesprek bleek niet dat er een overeenkomst was gesloten, en het tweede gesprek bevestigde eerder de stellingen van [Yy]. De kantonrechter oordeelde dat [Yy] zich geen moment heeft gerealiseerd waar het gesprek over ging en dat er geen instemming was met de plaatsing van de advertentie.

Daarom heeft de kantonrechter de vordering van [Xx] afgewezen en [Yy] niet-ontvankelijk verklaard in haar reconventionele vordering. De proceskosten zijn voor rekening van [Xx], die in het ongelijk is gesteld. Dit vonnis is uitgesproken op 4 april 2007 door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 223733 CV EXPL 06-4987 WG
Uitspraakdatum: 4 april 2007
Vonnis in de zaak van:
De besloten vennootschap [naam] h.o.d.n. [naam2],
statutair gevestigd te Hippolytushoef en zaak doende te Obdam,
eisende partij in conventie / verwerende partij in reconventie,
verder ook te noemen: [Xx]
gemachtigde: Incassobureau v.d. Donk, Bot & Co te Heerhugowaard
tegen
1. de vennootschap onder firma [naam3] h.o.d.n. [naam4], gevestigd en kantoorhoudende te Schagen,
2. [vennoot], vennoot van gedaagde sub 1, wonende te Schagen,
3. [vennoot2], vennoot van gedaagde sub 1, wonende te Schagen,
gedaagde partij in conventie / eisende partij in reconventie,
verder ook in enkelvoud te noemen: [Yy]
in rechte verschenen.
Het procesverloop
in conventie en in reconventie
- [Xx] heeft bij dagvaarding van 26 september 2006 in conventie een vordering ingesteld.
- [Yy] heeft in conventie bij antwoord verweer gevoerd en voorwaardelijk in reconventie een tegenvordering ingesteld.
- Vervolgens heeft [Xx] van repliek in conventie gediend en in reconventie bij antwoord verweer gevoerd.
- [Yy] heeft niet gediend van dupliek in conventie, repliek in reconventie.
- De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
- Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De geschillen
in conventie en in reconventie
1.1 [Xx] vordert in conventie, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijke veroordeling van [Yy] tot betaling van € 375,87, rente en kosten rechtens.
1.2 [Xx] voert daartoe -zakelijk weergegeven- aan dat [Yy] haar opdracht heeft gegeven voor het gedurende een jaar plaatsen van de bedrijfsgegevens van [Yy] op een door [Xx] geëxploiteerde internetsite www.[Xx].nl. De kosten daarvoor bedragen € 297,50. [Yy] weigert tot betaling over te gaan zodat [Xx] tevens recht heeft op betaling van rente van 1 procent per maand en de gemaakte incassokosten van € 75,-.
1.3 Als verweer tegen de vordering van [Xx] heeft [Yy] aangevoerd dat zij nimmer opdracht heeft gegeven voor bedoelde plaatsing. Zij stelt het slachtoffer te zijn geworden van de misleidende en slinkse werkwijze van [Xx]. Zij is ongevraagd en onaangekondigd telefonisch benaderd door [Xx] waarbij ten onrechte de suggestie is gewekt dat sprake zou zijn van een onderliggende advertentieovereenkomst en waarop is voortgebouwd. Het zou volgens [Xx] gaan om een verlenging van een bestaand abonnement. Daarop werd [Yy] te verstaan gegeven dat voor een tweede gesprek zou worden teruggebeld waarbij de gegevens van de vermelding/advertentie gecontroleerd zouden worden. Dat gesprek zou op band opgenomen worden. Tijdens dat tweede gesprek heeft [Yy] de voorgehouden gegevens inderdaad akkoord bevonden. Voor zover er wel sprake is van een overeenkomst, stelt [Yy] dat die vernietigd behoort te worden wegens dwaling, bedrog c.q. misleiding en/of misbruik van omstandigheden. Voor het geval sprake zou zijn van een niet-vernietigbare overeenkomst vordert [Yy] in reconventie ontbinding van de overeenkomst wegens toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [Xx]
De beoordeling van de geschillen
in conventie
2.1 Het meest vergaande verweer van [Yy] is dat er nooit een overeenkomst tot stand is gekomen. Daarvoor heeft zij een uitvoerige weergave gegeven van het eerste telefoongesprek dat zij met [Xx] had. Bovendien heeft zij verwezen naar de gebruikelijke werkwijze bij telefonische acquisitie zoals deze en de rol daarbij van het tweede gesprek, dat op band wordt opgenomen.
2.2 Gelet op de uitvoerige weergave van het eerste telefoongesprek en de uitvoerige beschrijving van de gebruikelijke werkwijze van [Xx] en aan haar gelieerde ondernemingen, lag het op de weg van [Xx] te ontkrachten hetgeen [Yy] heeft aangevoerd. Dat heeft zij niet gedaan. Zij heeft slechts bij repliek aangevoerd dat op 27 juni 2006 een van haar medewerksters, [medewerkster], [Yy] het aanbod heeft gedaan tot het plaatsen van de bedrijfsgegevens van [Yy] op een door [Xx] geëxploiteerde internetsite www.[Xx].nl gedurende één jaar tegen een bedrag van € 250,- exclusief BTW, dat [Yy] aangaf interesse te hebben en instemde met het gedane aanbod. Vervolgens zou [medewerkster] hebben gezegd dat [Yy] ter bevestiging en controle van die opdracht, nog zou worden teruggebeld, welk gesprek op band zou worden opgenomen. Een verdere concretisering van de inhoud van dit gesprek en met name hoe het gesprek verliep betreffende de gestelde instemming van [Yy] heeft zij niet gegeven.
2.3 Daarentegen heeft [Xx] wel integraal de inhoud van het tweede telefoongesprek weergegeven en daarvan zelfs een gemaakte geluidsopname overgelegd. De inhoud van dat tweede gesprek bevestigt slechts de stellingen van [Yy]. Beluistering van het tweede telefoongesprek(dat iets meer dan een minuut duurt), wekte bij de kantonrechter de indruk van een overval. Geen moment ontstaat bij de kantonrechter de indruk dat mevrouw [Yy] zich realiseerde waar het gesprek over ging. Slechts door bij het geluidsfragment de uitgeschreven tekst te houden, kon de kantonrechter ontcijferen dat [Yy] tevens werd gevraagd of zij akkoord was met plaatsing van gegevens. Bovendien werd de vraag/mededeling of de contractstermijn akkoord was gesteld tussen de verificatie van de bedrijfsgegevens en de mededeling dat [Yy] onder de "hoofdcategorie Detailhandel onder de subcategorie slagerijen in de regio Alkmaar" stond. Gelet op de snelheid van praten en de volgorde van de verificatie van gegevens kan, anders dan [Xx] stelt, uit de geluidsopname van dat tweede telefoongesprek niet worden afgeleid dat [Yy] akkoord is gegaan met het plaatsen van een advertentie, of dat [Xx] daar op mocht vertrouwen. Ook is in het gesprek geen bevestiging te horen dat reeds tijdens het eerste telefoongesprek een overeenkomst tot stand was gekomen. De vordering van [Xx] wordt daarom afgewezen.
in reconventie
2.4 Nu in conventie is vastgesteld dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen, is de voorwaarde voor de vordering in reconventie niet vervuld en zal [Yy] in die vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
in conventie en in reconventie
2.5 De proceskosten komen voor rekening van [Xx] als de in conventie in het ongelijk gestelde partij, terwijl de proceskosten in reconventie wegens de nauwe samenhang van de zaak in conventie en die in reconventie worden vastgesteld op nihil.
De beslissing
De kantonrechter:
in conventie
wijst de vordering af.
in reconventie
verklaart [Yy] niet-ontvankelijk in haar vordering.
in conventie en in reconventie
Veroordeelt [Xx] in de proceskosten, die tot heden voor [Yy] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 4 april 2007 in het openbaar uitgesproken.