ECLI:NL:RBALK:2007:BB3441
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.J. van de Sande
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van afwijkende regeling in strijd met CAO voor het Bouwbedrijf
In deze zaak vorderden eisers, [eiser 1] en [eiser 2], uitbetaling van een reisurenvergoeding die hen toekwam op basis van de CAO voor het Bouwbedrijf. De eisers stelden dat de door gedaagde, een besloten vennootschap, toegepaste afwijkende regeling nietig was, omdat deze niet het resultaat was van overeenstemming met een ondernemingsraad (OR), wat in strijd was met de bepalingen van de CAO. De kantonrechter oordeelde dat de regeling inderdaad nietig was, ongeacht het feit dat gedaagde geen OR had en dat de regeling mogelijk per saldo gelijkwaardig was aan de CAO-regeling. De rechter overwoog dat de nietigheid van de regeling consequenties met zich diende te brengen, maar dat de vorderingen van eisers om andere redenen moesten worden afgewezen.
De eisers waren in dienst van gedaagde als metselaars en hadden een afwijkende regeling getekend die hen een prestatietoeslag bood. Gedaagde betwistte de vorderingen van eisers en stelde dat zij de regeling vrijwillig hadden gekozen en dat deze beter was dan de CAO-regeling. De kantonrechter nam in overweging dat eisers gedurende hun dienstverband de prestatietoeslag hadden ontvangen zonder bezwaar te maken en dat de regeling voortkwam uit ongenoegen over de CAO-regeling in de bouwsector.
Uiteindelijk oordeelde de kantonrechter dat de vorderingen van eisers moesten worden afgewezen op basis van redelijkheid en billijkheid, en dat eisers in de proceskosten moesten worden verwezen. De uitspraak werd gedaan op 19 maart 2007 door mr. P.J. van de Sande, kantonrechter, en de inhoud van de processtukken werd als ingelast beschouwd.